Hof Amsterdam 15-01-2004 Fair Mondial - Arrest

Feiten

I.c. had de onderneming Mondial fair Attractions Holland BV een reuzenrad verkocht aan de later gefailleerde v.o.f. Vallentgoed Kermisexploitatie. Het reuzenrad was verkocht voor een bedrag van DM 4.250.000. Dit zou worden voldaan in termijnen. Echter Vallentgoed betaalde het eerste termijn van ongeveer DM 1,7 miljoen niet, waarna Mondial dit via de rechter wilde afdwingen. Hierna werd Vallentgoed failliet verklaard en daarom diende Mondial haar vordering tot betaling van de eerste termijn (plus bijkomende bedragen) in het faillissement.

Ten tijde van de faillietverklaring was het reuzenrad nog niet geleverd want de levering zou plaatsvinden zodra de volledige koopsom zou zijn voldaan. Mondial ontbond de overeenkomst niet, maar diende een vordering tot nakoming in bij de curator mr. Boddaert.

De curator in de procedure wilde het rad niet afnemen en liet aan Mondial weten niet te zullen nakomen. De curator beriep zich op artikel 236 Fw om de koopovereenkomst niet na te komen en liet de advocaat van Mondial weten dat Mondial werd ontslagen uit de op haar rustende verplichtingen uit hoofde van die overeenkomst. De rechtbank wees de vordering toe. Aangezien het faillissement van de koper op zichzelf geen gevolgen had voor de ten tijde van het faillissement bestaande koopovereenkomst, stond het de verkoper vrij om vast te houden aan zijn vordering tot nakoming. 

 

Hof

Het Hof stelt dat de rechtbank juist heeft geoordeeld dat het faillissement van Vallentgoed op zichzelf geen invloed heeft op de bestaande wederkerige overeenkomsten, maar dat neemt niet weg dat een bewindvoerder of curator in een geval als deze, zo’n overeenkomst eenzijdig kan ontbinden, voordat de wederpartij een schriftelijke termijn heeft gesteld als bedoeld in art. 236 lid 1 juncto art. 37 lid 1 Fw. 

De verklaring van de curator kan op een lijn worden gesteld met de verklaring van art. 6:267 BW en hiermee heeft hij de overeenkomst eenzijdig ontbonden. Dit wil zeggen dat voor een actie tot nakoming door de wederpartij geen ruimte meer is en dus ook niet voor verificatie. Mondial heeft wel een vordering tot schadevergoeding. De vordering uit hoofde van deze schadevergoeding leent zich voor verificatie. 

De rente die na de datum van de voorlopige surseance van betaling is opgekomen komt niet voor verificatie in aanmerking (art. 260 juncto 128 Fw). 

 

Kern: de curator verkreeg hier een ontbindingsrecht. Weliswaar heeft het faillissement geen invloed op bestaande wederkerige overeenkomsten, maar in een geval als deze kan een curator de overeenkomst eenzijdig ontbinden. De verkoper heeft dan een vordering tot schadevergoeding die voor verificatie in aanmerking komt. 

 

 

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.