Het gaat in dit arrest om een koopovereenkomst waarbij een man een huis, gelegen op Curaçao verkoopt aan zijn broer die in Suriname woont. De vrouw van de verkoper stelt –in reconventie- nietigheid van de koop op grond van een deviezenregeling in Suriname. Volgens die deviezenregeling had de koper eerst toestemming moeten vragen aan de Surinaamse overheid.

Hof

Het is niet ondenkbaar dat deze deviezenregeling, hoewel beperkt tot het Surinaams grondgebied, ook door de Antilliaanse rechter toegepast moet worden, gezien de belangen voor Suriname. Er kan dus sprake zijn van een voorrangsregel. Ondanks dat acht het Hof de koopovereenkomst geldig.

Hoge Raad

Aangezien de koper ten tijde van de koop ingezetene van Suriname was, gold voor hem het door de Surinaamse deviezenregeling 1947 gestelde verbod in het buitenland gelegen onroerende goederen onder bezwarende titel te verkrijgen. Al brengt de regeling mee dat op de overtreding van het verbod de sanctie van nietigheid is gesteld –hetgeen het Hof heeft aangenomen- heeft het Hof de onderhavige overeenkomst terecht geldig geacht. Het aanzienlijke belang dat voor de Nederlandse Antillen is verbonden met het ongestoorde verloop van het rechtsverkeer m.b.t. onroerend goed op de N.A. staat immers niet toe aldaar de door het Surinaamse recht voorgeschreven nietigheid van de koopovereenkomst te aanvaarden. Om deze reden is de beslissing van het Hof juist.