HR 17-02-2012 LJN 6506 - Arrest

HR 17-02-2012 LJN 6506, NJ 2012, 537
 

Casus
Eiser en eiseres in cassatie zijn echtgenoten. Eiser in cassatie heeft met de Dexia bank een drietal effectenleaseovereenkomsten gesloten. De betalingen gingen via een gezamenlijke rekening. Eiseres in cassatie doet een beroep op vernietiging ex art. 1:89 jo 1:88 BW. Verweerder (Dexia bank) zegt dat deze bevoegdheid is verjaard op grond van art. 3:52 lid 1, aanhef en onder d en lid 2. Verder stelt eiseres een vordering in tot voeging aan de zijde van haar echtgenoot, omwille een beroep op art. 3:51 lid 3 mogelijk te maken.

Rechtsvraag
Is er tijdig gebruik gemaakt van de bevoegdheid tot vernietiging uit art. 1:89 BW?

Rechtbank en Hof
De rechtbank heeft de vordering tot voeging van eiseres afgewezen en het verweer van de Dexia bank, betreffende de verjaring van de beroepsmogelijkheid uit art. 1:89, gehonoreerd. Het Hof bekrachtigd het vonnis van de kantonrechter.

HR
De Hoge Raad stelt voorop dat eiseres geen beroep kan doen op art. 3:51 lid 3, ongeacht of zij wel of niet optreedt als gevoegde partij. Deze bevoegdheid komt haar niet toe, omdat de vordering van de Dexia bank niet tot haar gericht is. Omdat de voeging voor eiseres geen beroep op art. 3:51 lid 3 mogelijk maakt, mist zij een belang bij voeging, en is de vordering terecht afgewezen.
Vervolgens stelt de Hoge Raad dat een beroep op 1:89 jo 1:88 juist alleen toekomt aan eiseres, en dus niet aan eiser in cassatie. Indien deze bevoegdheid is verjaard (art. 3:52), kan eiseres geen beroep meer doen op vernietiging wegens het ontbreken van toestemming.
De termijn van verjaring begint te lopen vanaf het moment dat eiseres daadwerkelijk op de hoogte was van de overeenkomsten. In dit arrest werd kenbaarheid veronderstelt naar aanleiding van bankafschriften, onder vermelding van de effectenleaseovereenkomst. De verjaringstermijn ging in vanaf het oudste bankafschrift.
Tot slot stelt de Hoge Raad dat de verweerder deze bekendheid aan dient te tonen.

Conclusie
De bevoegdheid tot vernietiging ex art. 1:89 jo 1:88 BW is verjaard volgens art. 3:52 lid 1 aanhef en onder d en lid 2. Deze verjaringstermijn gaat in op het moment van daadwerkelijke bekendheid.
Een beroep op art. 3:51 lid 3 biedt ook geen uitkomst, nu de vordering niet tot eiseres gericht is.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
WorldSupporter Resources
Arresten & Jurisprudentie: leren, studeren en kennis delen - Startpagina