HR 23 juni 2015, NJB 2015/1345 - Arrest

HR 23 juni 2015, NJB 2015/1345

 

Onderwerp: het doen horen van een getuige en art. 6 EVRM.

 

Rechtsvraag: is het afwijzen van het verzoek tot het doen horen van een getuige door het Hof in strijd met art. 6 EVRM?

 

Casus: de verdachte wordt verdacht van het rijden onder invloed. Een aspirant van de politie was getuige van het auto-ongeluk en verklaart dat hij zeker weet dat de verdachte de bestuurder van de auto was. De auto is van de vader van de verdachte. De verdachte verklaart niet zelf te hebben gereden, maar op de achterbank te hebben gezeten. Dit verklaarde hij reeds direct na het uitstappen uit de auto na het ongeluk. Omdat het om een driedeursauto gaat, moest hij via een voordeur de auto verlaten. Hij heeft enige tijd op de bestuurdersstoel gezeten om de sleutel uit het slot te halen, voor de veiligheid. De verdachte verklaart niets te weten over degene die hem naar huis zou rijden. De bestuurder is na het ongeluk niet meer gezien. Een getuige bevestigt het verhaal van de verdachte. Dat de aspirant agent dit alles niet heeft waargenomen, betekent volgens de verdachte niet dat het niet gebeurd is. De advocate van de verdachte heeft verzocht om een tweetal betrokkenen als getuige te horen.

 

Rechtsgang

Gerechtshof: heeft bewezenverklaard dat de verdachte onder invloed van alcohol een auto heeft bestuurd. Het Hof acht het niet noodzakelijk dat de twee betrokkenen als getuige worden gehoord en wijst het verzoek van de advocate af.

Advocaat-generaal: concludeert tot vernietiging van de bestreden uitspraak van het Hof.

Hoge Raad: vernietigt de bestreden uitspraak. Het gebruik voor het bewijs van een proces-verbaal waarin een niet ter terechtzitting afgelegde, voor de verdachte bezwarende verklaring, is neergelegd is verenigbaar met art. 6 lid 1 en lid 3 aanhef en sub d EVRM, mits de verdediging in enig stadium van het geding de gelegenheid heeft gehad de betreffende verklaring op haar betrouwbaarheid te toetsen en aan te vechten, door degene die de verklaring heeft afgelegd te ondervragen als getuige. Het gebruik van de verklaring is niet ongeoorloofd als deze gelegenheid heeft ontbroken, mits die verklaring in belangrijke mate steun vindt in andere bewijsmiddelen. Dit steunbewijs dient betrekking te hebben op die onderdelen die de verdachte betwist en voor hem belastend zijn. Het Hof heeft de niet ter terechtzitting afgelegde en voor de verdachte belastende verklaring voor het bewijs gebezigd, zonder dat de verdediging in enig stadium van het geding de gelegenheid heeft gehad om de getuige te ondervragen. Voor het door de verdachte betwiste onderdeel van de verklaring is geen steun te vinden in andere bewijsmiddelen die door het Hof gebezigd zijn. Aldus heeft het Hof in strijd met art. 6 lid 1 en lid 3 aanhef en sub d EVRM het betreffende proces-verbaal voor het bewijs gebezigd.  

 

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.