HR 29 januari 2013, NJ 2013, 415 (Vormverzuimen bij DNA-onderzoek II) - Arrest

HR 29 januari 2013, NJ 2013, 415 (Vormverzuimen bij DNA-onderzoek II)

 

Essentie:

Het onrechtmatig niet vernietigen van in een zaak verkregen DNA-informatie, levert in een andere zaak geen vormverzuim op als bedoeld in art. 359a Sv. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan buiten het kader van art. 359a Sv bewijsuitsluiting vanwege vormverzuimen plaatshebben. Onrechtmatigheden als voormeld kunnen daartoe niet leiden. Zo kan, wanneer beroep erop wordt gedaan dat sprake is van zulke onrechtmatigheden, de rechter een onderzoek daarnaar achterwegen laten.

 

Feiten:

Het middel klaagt dat het Hof het verzoek van de verdediging tot aanhouding van de behandeling van de zaak en tot voeging van bescheiden die onder meer betrekking hebben op het bepalen van het DNA-profiel van de verdachte op onjuiste, althans ontoereikende gronden heeft afgewezen.

 

Hoge Raad:

Dat een in een andere zaak in de DNA-databank opgenomen DNA-profiel verwijderd had moeten zijn, levert geen vormverzuim op dat is begaan in het kader van het voorbereidend onderzoek als bedoeld in art. 359a Sv. Zo’n buiten art. 359a Sv vallend vormverzuim kan slechts tot bewijsuitsluiting leiden in uitzonderlijke gevallen, als door het vormverzuim in de aanhangige strafprocedure een belangrijk strafvorderlijk voorschrift of rechtsbeginsel in zodanig aanzienlijke mate is geschonden dat de uitkomst van het DNA-vergelijkingsonderzoek van het bewijs zou moeten worden uitgesloten (r.o. 2.3.3). De rechter kan een onderzoek naar de feitelijke grondslag van een dergelijk verweer achterwege laten, indien hij tot het oordeel komt dat hetgeen is aangevoerd niet tot de gevolgtrekking kan leiden dat daardoor in de aanhangige strafprocedure een belangrijk strafvorderlijk voorschrift of rechtsbeginsel in zodanig aanzienlijke mate zou zijn geschonden dat bewijsuitsluiting van het onderzoeksmateriaal waarop het verweer betrekking heeft, het gevolg zou moeten zijn (r.o. 2.5). Ook voor vormverzuimen buiten het kader van art. 359a Sv geldt dat, indien daardoor de betrouwbaarheid van het in de aanhangige strafprocedure verkregen onderzoeksmateriaal wezenlijk is beïnvloed, dat materiaal reeds om die reden door de rechter buiten beschouwing zal worden gelaten (r.o. 2.5).

 

 

 

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.