Identificeren van informatieoverdracht binnen verschillende dimensies van de sociale competentie en de emotieregulatie - Blair et al (2015) - Artikel


Introductie

Sociale competentie is een dynamisch construct wat meerdere facetten heeft. Dit construct bevat zowel individuele eigenschappen als gedragskenmerken en wordt beschouwd als een belangrijke indicator voor een positieve ontwikkeling. Onderzoekers hebben verschillende aspecten onderzocht van sociale competentie waaronder specifieke vaardigheden die nuttig zijn in sociale situaties, de status met leeftijdsgenoten en de vaardigheid om positieve vriendschappen te verkrijgen en te behouden. Drie dimensies van sociale competentie zijn in het bijzonder onderzocht in de literatuur: sociale vaardigheden, acceptatie door leeftijdsgenoten en de kwaliteit van vriendschap. Het onderzoeken van de relaties tussen deze dimensies zou kunnen helpen bij het begrijpen van de ontwikkeling van het bredere construct sociale competentie.

Alle interacties bevatten emoties en hun regulaties dus de link tussen sociale en emotionele competentie is goed onderzocht en gedocumenteerd. Net als sociale competentie is emotieregulatie een complex construct wat bestaat uit meerdere facetten. Het bevat zowel automatische en bewuste processen die samenwerken om emotionele uitdrukking en ervaring te moduleren. Deze processen functioneren op biologisch, gedragsmatig en omgevingsniveau.

Emotieregulatie

De emotieregulatie van kinderen is van invloed op hun relatie met leeftijdsgenoten. Kinderen die sterke emoties tonen, zowel positieve als negatieve, hebben een verhoogd risico om afgewezen te worden door leeftijdsgenoten terwijl kinderen die een hogere mate van regulatie laten zien over het algemeen een positievere relatie hebben met leeftijdsgenoten en een hogere kans hebben om geaccepteerd te worden. De vaardigheid om emoties te reguleren op een wijze die gepast is in de context is dus een belangrijk onderdeel en een voorspeller van succesvolle sociale interacties.

Er is in de literatuur veel onderzoek gedaan waarin sociale competentie en emotieregulatie aan elkaar worden gelinkt en dit heeft gezorgd voor belangrijk inzicht in de specifieke gedragingen en regulatie processen die geassocieerd worden met algemene sociale competentie en gedrag. Er is echter weinig bekend over hoe emotieregulatie geassocieerd wordt met specifieke dimensies van sociale competentie. Over het algemeen wordt sociale competentie geanalyseerd als een geheel. In het huidige onderzoek worden verschillende dimensies van sociale competentie gelinkt aan de vaardigheid van kinderen om hun emoties te reguleren. De hypothese op basis van de huidige literatuur is dat deze associaties transactioneel zijn en dat dus emotie regulatie niet enkel sociale interacties en relaties vormt maar dat ze hier ook door gevormd worden. Tot op heden is hier echter weinig empirisch bewijs voor. In de huidige studie wordt er gekeken naar de midden-kindertijd, een ontwikkelingsperiode waarbij veel sprake is van sociale transitie. Kinderen gaan voor het eerst naar school, worden actieve leden van groepen leeftijdsgenoten en ontwikkelen dyadische vriendschappen. Ze komen in nieuwe sociale situaties met nieuwe sociale vereisten waarbij het belangrijk is om emoties op de juiste wijze te reguleren. Er is gekeken naar kinderen op de leeftijd 5, 7 en 10 jaar oud om longitudinale relaties te onderzoeken bij emotie regulatie en drie aspecten van sociale competentie: sociale vaardigheden, acceptatie door leeftijdsgenoten en de kwaliteit van vriendschap.

Verschillende dimensies van sociale competentie

In theorie zijn er verschillende belangrijke onderscheidingen gemaakt tussen de verschillende dimensies van sociale competentie. Zo kunnen sociale ervaringen georganiseerd worden op basis van niveaus van complexiteit. Dit zorgt voor een handig raamwerk wat kan helpen bij het onderscheiden van de complexe en wederkerige processen die voorkomen binnen de sociale ontwikkeling. Het eerste en meest basale niveau van dit raamwerk is het individu. Dit bevat karaktereigenschappen van het kind zoals persoonlijkheid, cognitie en competenties. Het tweede niveau is interactie. Dit wordt gezien als een serie van uitwisselingen tussen individuen. Sociale vaardigheden zijn in deze studie als indicator gebruikt voor de eerste twee niveaus. Het derde niveau is relaties. Deze bestaan uit interacties tussen twee individuen gedurende een bepaalde periode. De kwaliteit van vriendschap is in deze studie als een indicator gebruikt van dit niveau. Het vierde niveau is groepen/ dit is het grootste en meest complexe niveau. Groepen bestaan uit netwerken van relaties die gedefinieerd worden door gedeelde normen en omgevingen. In deze studie werd deze dimensie van sociale competentie onderzocht door middel van acceptatie door leeftijdsgenoten.

Emotieregulatie en verschillende dimensies van sociale competentie

Er is steeds meer onderzoek wat aanduidt dat emotieregulatie belangrijk is voor sociale competentie in de midden-kindertijd. Onderzoek heeft laten zien dat kinderen steeds beter worden in het reguleren van hun emoties als ze ouder worden en de mdiden-kindertijd ingaan. Deze groei in emotieregulatie is gelinkt aan de sociale vaardigheden van kinderen, acceptatie door leeftijdsgenoten en de kwaliteit van vriendschap. Goede regulatie van emoties is een voorspeller van betere sociale vaardigheden bij zowel jonge kinderen als adolescenten. Het is aannemelijk dat kinderen die beter zijn in het regelen van hun emotionele reacties, beter zijn in het gebruiken van hun sociale vaardigheden in verschillende situaties. Daarnaast heeft onderzoek laten zien dat kinderen die beter zijn in het reguleren van hun emoties, succesvoller zijn bij leeftijdsgenoten en een hogere mate van acceptatie en een hogere status genieten. Tenslotte is er wat bewijs dat de emotieregulatie van kinderen een voorspeller is voor huidige en toekomstige kwaliteit van vriendschappen in de midden-kindertijd en adolescentie.

Ontwikkelingsperioden

Een framewerk wat uitgaat van ontwikkelingsperioden is gebaseerd op de gedachte dat ontwikkeling in het ene domein de ontwikkeling vormt in andere domeinen. De nadruk ligt op de complexiteit van individuele ontwikkeling en de contexten en het samenspel tussen ontwikkelingsprocessen over verschillende niveaus. Eerdere bevindingen laten zien dat emotieregulatie en sociale competentie gerelateerd zijn aan probleemgedrag maar er waren weinig associaties gevonden tussen de emotionele en sociale constructen. In de huidige studie wordt er gebruik gemaakt van ontwikkelingsperioden bij emotieregulatie en sociale competentie op een manier dat we een beter begrip kunnen krijgen van de multidimensionale aard van sociale competentie.

Huidige studie

De huidige studie onderzoekt de bidirectionele associatie tussen emotieregulatie vaardigheden en specifieke dimensies van sociale competentie gedurende een langere periode. Hierbij wordt rekening gehouden met indirecte paden waarbij emotieregulatie vaardigheden van invloed zijn op sociale ontwikkeling en indicatoren bevatten van sociale competentie. In het bijzonder is er voorspeld dat emotieregulatie een unieke, positieve associatie zou hebben met elk van de aspecten van sociale competentie. Er worden verschillende hypothesen getest.

Deze studie heeft data gebruikt van drie groepen kinderen die onderdeel zijn van een langdurig onderzoek naar sociale en emotionele ontwikkeling. Het doel van het werven van kinderen was om kinderen te vinden die een risico liepen op het ontwikkelen van toekomstig externaliserend probleemgedrag en die representatief waren voor hun omgeving met betrekking tot ras en sociaaleconomische status. Kinderen en hun moeders participeerden in een longitudinale studie die begon als het kind 2 jaar oud was. De huidige analyses bevatten data die verzameld is toen de kinderen 5, 7 en 10 jaar oud waren.

Discussie

Het meeste eerdere onderzoek dat was gericht op een beter begrip van de ontwikkelingsprocessen van emotieregulatie tot sociale competentie heeft sociale competentie vrij breed gedefinieerd. De huidige studie onderzocht een longitudinaal model waarbij de emotieregulatie van kinderen gezien wordt als een fundament voor de ontwikkeling van drie specifieke dimensies van sociale competentie: sociale vaardigheden, acceptatie door leeftijdsgenoten en de kwaliteit van vriendschap. De resultaten laten zien dat emotieregulatie inderdaad een voorspeller is voor latere sociale competentie. Vroege sociale vaardigheden zijn van invloed op latere acceptatie door leeftijdsgenoten, de kwaliteit van vriendschap en de regulatie van emoties. De kracht van deze studie ligt in de verschillende methoden die zijn gebruikt, de verschillende informanten die zijn gebruikt en het longitudinale design. Er is gebruik gemaakt van sociometrische data en data verworven uit vragenlijsten en er waren rapportages van moeders, leraren, leeftijdsgenoten en de kinderen in de studie. Deze studie vergroot ons begrip van de ontwikkeling op twee verschillende manieren. Ten eerste worden onderscheiden dimensies van sociale competenties geïdentificeerd op een manier die overeenkomt met het eerder genoemde raamwerk. Het was hierdoor mogelijk om dynamische en wederkerige ontwikkelingsprocessen te onderzoeken binnen en tussen ontwikkelingsdomeinen. Daarnaast is er verder gekeken dan enkel de eerste kinderjaren en is er gekeken naar sociale competentie in de midden-kindertijd. Een ontwikkelingsperiode die eerder werd gezien als vrij statisch wat betreft sociaal emotionele ontwikkeling. De bevindingen uit de huidige studie indiceren dat ondanks deze stabiliteit als er sprake is van een langere periode, de sociale en emotionele constructen die zijn onderzocht niet statisch zijn maar individuele verschillen laten zien in de ontwikkeling gedurende deze periode.

In het huidige onderzoek is er gekeken naar drie specifieke aspecten van de sociale competentie, sociale vaardigheden, acceptatie door leeftijdsgenoten en de kwaliteit van vriendschap. Er zijn complexe en wederkerige associaties gevonden tussen deze constructen die verder gaan dan enkel directe effecten. De resultaten indiceren dat er wederkerige effecten zijn tussen de constructen. De mogelijkheid om emoties op juiste wijze te reguleren zorgt bij kinderen voor verhoogde mogelijkheden om actief en positief te participeren in sociale settingen. Dit zorgt vervolgens voor de vroegere ontwikkeling van beter ontwikkelde sociale vaardigheden zoals samenwerking en assertiviteit. Daarnaast zorgen sociale vaardigheden als een kind 7 is ervoor dat kinderen deelnemen in positieve interacties met leeftijdsgenoten wat zorgt voor een grotere acceptatie door leeftijdsgenoten en een hogere kwaliteit van vriendschap in de latere kindertijd. Dit model laat dus zien dat er sprake is van sneeuwbaleffecten. Het is echter wel belangrijk te benoemen dat de grootte van indirecte effecten in deze studie relatief klein zijn.

Er is steeds meer bewijs dat veranderingen in de vaardigheid om emoties te reguleren voorkomen in de midden-kindertijd en de adolescentie maar er is weinig bekend over wat deze veranderingen vormt of hoe deze veranderingen andere ontwikkelingsprocessen vormen. De bevindingen uit de huidige studie indiceren dat emotieregulatie, sociale vaardigheden en acceptatie door leeftijdsgenoten vrij stabiel waren op de verschillende meetmomenten maar dat er wel sprake was van een individuele variabiliteit binnen elk construct dat voorspelde en werd voorspeld door de andere constructen.

Er is in dit onderzoek gekeken naar de wederkerige relaties tussen de sociale competentie variabelen en de emotieregulatie en er zijn weinig significantie associaties gevonden. Het ene significante pad wat wel is gevonden is van sociale competentie naar emotieregulatie: betere sociale vaardigheden als een kind 7 jaar oud is zijn geassocieerd aan een betere emotie regulatie als een kind 10 is. De relatie tussen sociale vaardigheden als een kind 7 is en een betere emotieregulatie als een kind 10 is laten de wederkerige aard zien van deze competenties en benadrukken dat sociale vaardigheden die verworden worden in de midden-kindertijd een effect blijven hebben op de latere emotionele ontwikkeling.

Deze studie biedt bewijs voor een nieuw, dynamisch model van ontwikkeling in de midden kindertijd dat de relaties identificeert tussen de vaardigheid van kinderen om emoties te reguleren en hun sociale competentie. Dit onderzoek biedt empirisch bewijs voor het belang van het maken van onderscheid tussen verschillende dimensies van sociale competentie en voor het onderzoeken van hun unieke ontwikkelingsprocessen. De bevindingen laten zien dat de vaardigheid van kinderen om emoties te reguleren ten grondslag ligt aan de ontwikkeling van drie specifieke dimensies van sociale competentie. De sociale vaardigheden van een kind van 7 jaar oud zijn gelinkt aan ontwikkelingen in acceptatie door leeftijdsgenoten, de kwaliteit van vriendschap en emotieregulatie als een kind 10 jaar oud is. Daarnaast laten de bevindingen uit deze studie zien dat er behoefte is aan meer onderzoek naar de complexiteiten en nuances van breed gedefinieerde constructen om zo te komen tot een beter begrip van ontwikkelingsmechanismen.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Vintage Supporter
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.