Ingeblikte wederrechtelijkheid bij mishandeling - Nan - 2014 - Artikel

Mishandeling: het aan een ander toebrengen van lichamelijk letsel of pijn zonder dat daarvoor een rechtvaardigingsgrond bestaat. Dit is geen neutraal begrip, maar hierin komt de wederrechtelijkheid van de gedraging terug. 

Aangezien er geen vaste invulling van wederrechtelijkheid bestaat, is dit afhankelijk van context en van de afwezigheid van een rechtervaardigingsgrond. Dit is alleen het geval als de mishandeling onrechtmatig is. Er is sprake van onrechtmatigheid, als er een rechtvaardiging te vinden is, zoals wanneer de mishandeling plaatsvond met toestemming van het slachtoffer. Ouderlijk tuchtrecht valt hier niet onder, maar sportsituaties en seksuele handelingen bijvoorbeeld wel. 

Wederrechterlijkheid is een impliciet bestandeel, dus het moet bewezen worden om tot een veroordeling te leiden. Aangezien wederrechterlijkheid niet hoeft te worden opgenomen in de tenlastelegging, zijn Keijzer en de schrijver van mening dat de afwezigheid van een rechtvaardiging daar ook niet in hoeft. Mishandeling moet erin terugkomen, waarin wederrechterlijkheid dan besloten ligt. In een bewezenverklaring moet staan dat uit bewijsmiddelen blijken dat er niet van een rechtvaardigingsgrond kan worden gesproken, dus dat er ook geen sprake is van wederrechterlijk handelen. Zo niet moet de verdachte worden vrijgesproken. 

Bij mishandeling ligt noodweer het meest voor de hand als algemene rechtvaardigingsgrond. Als wederrechterlijkheid slechts een element is in plaats van een bestanddeel, spreken we van exceptief verweer. Wanneer de rechter bepaalt dat de verdachte schuldig is aan het feit en dit een straf oplevert, blijft het de vraag of de verdachte strafbaar is. Hierbij is het noodzakelijk dat de feiten en omstandigheden over de situatie aannemelijk worden gemaakt door het verweer, niet eenzijdig door de verdachte. Dan neemt de rechter een gemotiveerde afwijzende beslissing. 

Wanneer wederrechterlijkheid echter wel een bestanddeel is, kan er beroep worden gedaan op een strafuitsluitingsgrond. In geval van culpose delicten geldt dit voor een rechtvaardigings- en schulduitsluitingsgrond. Het verweer wordt dan onderbouwd met een standpunt waaraan zware eisen worden gesteld. Aan het Meer- en vaart- en Dakdekkerverweer worden echter geen zware eisen gesteld, dus Schoep en de schrijver vinden dat ook een beroep op een strafuitsluitingsgrond de lichtere eisen moet hebben overeenkomstig met exceptief verweer. 

Wanneer er aan de hand van een mishandeling beroep wordt gedaan op een rechtvaardigingsgrond, wordt er betoogd dat het handelen niet wederrechterlijk was en kan om deze reden niet worden aangemerkt als mishandeling. De schrijver vindt dat er hier sprake is van een Dakdekkersverweer en potentieel van een Meer- en vaartverweer. Dit laatste is het geval, wanneer het bewijsmateriaal de bewezenverklaring dekt, maar niet kan zorgen voor een verwerping van de ingeroepen rechtvaardiging. Als dit klopt, moet de rechter snel responderen op een dergelijk verweer en anders de Schoep weg volgen. Hoe dan ook is naar aanleiding van een mishandeling een beroep doen op het bestaan van een rechtvaardigingsgrond onderbouwd met een standpunt op gebied van bewijsvraag. Dit leidt ertoe dat de beslissing nadere motivering vergt, wanneer de rechter afwijkt van het standpunt. Bij het navolgen van het standpunt, leidt dit tot vrijspraak.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.