International Court of Justice, Nuclear Tests (Australia v. France), Judgement Merits, 20 december 1974 - Arrest

Casus

Australië stelt een procedure in gang tegen Frankrijk met betrekking tot een geschil over het doen van testen met nucleaire wapens door de Franse overheid in de Pacifische Oceaan. Om de rechtsbevoegdheid van het Hof te vinden doet Australië een beroep op onder andere artikel 17 van de General Act for the Pacific Settlement of International.

De testen met de nucleaire wapens hebben hun invloed op de atmosfeer. Dat stelt Australië nu ook, maar Frankrijk zegt dat het vrijkomende radioactieve materiaal als verwaarloosbaar kan worden aangemerkt, en geen gevaar voor de gezondheid van de Australische bevolking vormt.

Frankrijk doet een aantal uitspraken waaruit blijkt dat na deze laatste reeks testen, er een einde aan zal komen. Door deze uitlatingen vindt het Hof dat Frankrijk publiekelijk zijn intentie heeft geopenbaard dat na de series testen van 1974, Frankrijk zou stoppen met het doen van testen met nucleaire wapens. Een belofte van dit soort, publiekelijk gedaan, met het doel om te worden gebonden, is bindend. Het Hof stelt dat de basisprincipes goede trouw, vertrouwen en zekerheid ook in het internationale recht hun werking hebben. In het geval van Frankrijk wordt ook bij een eenzijdige verklaring het bindende karakter van een internationale verplichting aangenomen.

Frankrijk stelt echter nu dat ze met hun uitspraken niet een belofte zijn aangegaan naar andere landen toe. De eerste verklaring was inderdaad naar Australië toe gericht, maar de verklaringen daarna waren aan niemand specifiek gericht.

Dit verweer heeft geen kans van slagen, want om wettig effect te hebben, is dit ook niet noodzakelijk, en ook hoeft een andere staat deze verklaringen niet aan te nemen. Het Hof is vanaf het begin gerechtigd geweest om aan te nemen dat de verklaringen van Frankrijk niet zomaar werden gedaan, maar in relatie waren met de tests die eigenlijk het object van de huidige voortgang vormen.

Door aan te kondigen dat de komende nucleaire tests de laatste zouden zijn, heeft Frankrijk de wereld blijk gegeven van zijn intentie om dit ook daadwerkelijk te doen. Frankrijk kon dan ook aannemen dat andere landen hier ook van uit zouden gaan. Ook in het licht van het internationale recht stelt het Hof dat de aankondigingen een wettige/ juridische werking hebbende belofte inhouden.

Frankrijk vind zelf dat ze zelf niet de internationale wet hebben geschonden, en dat ze ook niet gebonden zijn door het internationale recht om de tests te stoppen. Toch vindt het Hof niet dat de eenzijdige verklaringen impliciet zijn gedaan.

De Franse overheid moet zich dan ook aan het internationale recht houden en zich houden aan hun gedane uitlatingen.

Het doel van de verzoeker is hiermee gehaald, in zoverre dat Frankrijk de belofte heeft gedaan om geen tests meer te doen in de atmosfeer van de Zuid-Pacifische Oceaan, en zich hier dus ook aan moet houden.

 

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.