Jeffrey: de Hoge Raad binnenstebuiten - Barendrecht - Artikel


Er is heel veel kritiek op de uitspraken van de Hoge Raad. Ondanks dat kritiek vooruitbrengt, is het in dit geval eenzijdig en doet het lijken of de uitspraken vaak incorrect zijn en dat is volgens Barendrecht in werkelijkheid niet zo. In dit artikel bespreekt hij het Jeffrey-arrest en de kritiek daarop.

Jeffrey-arrest

De ouders van Jeffrey, een kind dat is verdronken na afloop van door een therapeute gegeven zwemtherapie, spraken de Vereniging waar de zwemtherapeute werkzaam was. Ze vorderen een verklaring voor recht voor de aansprakelijkheid van de Vereniging (dus geen schadevergoeding). De ouders vinden dat zij een belang hierbij hebben omdat zij het zal helpen bij het verwerkingsproces van het verlies van hun kind. De Hoge Raad oordeelt dat dit een zuiver emotioneel belang is en hoe zwaarwegend ook, het niet kan worden aangemerkt als voldoende belang, art. 3:303 BW. Barendrecht pleit voor meer openheid (over bijvoorbeeld juridische argumenten, inhoudelijke belangen, mogelijke oplossingen voor het probleem, over beperkingen van het besluitvormingsproces in cassatie, in de vorm, enzovoorts). Uitspraken zijn vaak voor zelfs juristen niet altijd begrijpelijk en dat is ongewenst.

Barendrecht is ervan overtuigd dat de Hoge Raad maatschappelijk aanvaardbare uitspraken wil doen, maar hij stelt dat deze goede wil niet altijd voldoende is als de tradities waarbinnen wordt gewerkt niet meer van deze tijd zijn. Barendrecht beveelt dan ook aan dat de Hoge Raad psychologen en economen aan zijn staf zou moeten kunnen toevoegen om werkelijke belangen in kaart te brengen voor een maatschappelijk aanvaardbaardere beslissing. Ook zouden communicatiespecialisten kunnen helpen om uitspraken toegankelijker te maken.

Juridische achtergrond

In de meeste gevallen over aansprakelijkheid eist een partij schadevergoeding of een andere door de rechter op te leggen maatregel. De rechter moet dan ingrijpen in verhoudingen tussen partijen: de ene partij wordt veroordeeld om iets te doen of na te laten in relatie tot de andere partij. In sommige gevallen kan de rechter ook alleen uitspreken hoe de juridische verhouding tussen partijen ligt. Dit heet ‘een verklaring voor recht’ of ‘declaratoir vonnis’, art. 3:302 BW.

Vereist hiervoor is dat er een voldoende belang aanwezig is, art. 3:303 BW. In de jurisprudentie heerst er terughoudend bij de vorderingen tot vaststelling van recht. Bijzondere omstandigheden zijn altijd nodig om een verklaring voor recht te krijgen. De Hoge Raad heeft vrij grote vrijheid om op basis van inhoudelijke argumenten tot een oplossing te komen binnen deze problematiek.

De Hoge Raad overweegt vaak de volgende belangen:

  • Inventarisatie van maatschappelijke belangen die een rol spelen. Achtergrond voor de terughoudendheid van de vaststelling van recht bij de rechter is omdat rechtspraak als kostbaar en schaars wordt beschouwd en slechts doelmatig moet worden ingezet. De prioriteit van de rechter ligt bij gevallen waarin hij daadwerkelijk een verandering moet aanbrengen in de situatie van partijen. Verruiming van de mogelijkheden anderen in rechte verantwoordelijk te stellen, kan echter wel een verbetering van de preventieve werking van het aansprakelijkheidsrecht betekenen. Ook belangen van de gedaagde spelen een rol (proceskosten). Vaststelling kan helpen bij verwerking, genoegdoening, enz. Dit soort belangen zullen over het algemeen parallel lopen met een door het recht erkend belang bij schadevergoeding. Juist bij aanspraken van nabestaanden ontbreekt die samenloop, omdat de aanspraken op schadevergoeding zeer beperkt zijn. Het is een soort uitzonderingscategorie van een zeer traumatische ervaring waarbij in beginsel geen vermogensrechtelijke aanspraak ontstaat. Het gaat wel om een beperkte categorie gevallen: het slachtoffer is vaak geen kostwinner. Vaak worden letselschadeclaims buiten de rechter om afgedaan (week 7). Bovendien heeft regelmatig maar een deel van de betrokken nabestaanden behoefte aan deze wijze van genoegdoening.

  • Opvattingen over de weging van deze belangen in de juridische literatuur.

  • Rechtsvergelijking. De vraag hangt samen met de positie van nabestaanden in het aansprakelijkheidsrecht in bredere zin. De ontwikkeling lijkt ook in andere landen te gaan in verruiming van aanspraken van nabestaanden.

  • Andere relevante gegevens en opvattingen. In de literatuur is veel aandacht over geschiloplossing voor het aanbieden van verontschuldigingen als bijdrage tot het oplossen van conflicten en belemmeringen die daarvoor in het rechtssysteem bestaan.

Mogelijke oplossingen zijn:

  • Hof: zuiver emotionele belangen zijn onvoldoende voor een civielrechtelijke vordering.

  • Het is aan de eiser te bepalen of hij een schadeclaim zo belangrijk vindt om aan de rechter voor te leggen. Hierdoor is er een rem op het instellen van vorderingen.

  • Slechts aannemelijk emotionele belangen van een zekere zwaarte zijn voldoende reden te beschouwen om een verklaring voor recht te vorderen.

  • Wel een symbolische schadevergoeding of beperkt smartengeld mogelijk maken.

  • Adresseren van mogelijk achterliggende behoeften aan erkenning van belangen en aan een optimale omgang met traumatische ervaringen van patiënten en hun naasten.

De Hoge Raad acht de opvatting van het hof, hoe goed die ook is in te passen in de civielrechtelijke traditie waarin vermogensrechten op de voorgrond staan, in de huidige tijd niet langer juist. Inhoudelijke maar ook emotionele en relationele belangen zijn relevant voor het welzijn van mensen en hebben een duidelijke plaats in de omgang tussen individuen. Waar het privaatrecht normen geeft voor die omgang, kan dat recht in deze situaties niet achterblijven. In de rechtspraak is bovendien toenemende aandacht hiervoor wat zich uit in bejegening in de rechtszaal, mediation, etc. Nu de wetgever bezig is de aanspraken van nabestaanden te verruimen, acht de Hoge Raad het niet op zijn weg om die oplossingsrichting te kiezen. Zij stelt daarom dat nabestaanden in de eerste lijn en levenspartners een verklaring voor recht kunnen vorderen waarin de rechter aansprakelijkheid vaststelt. De Hoge Raad wijst er nog op dat van ziekenhuizen en vergelijkbare instellingen mag worden verwacht dat zij een procedure hebben voor de wijze waarop wordt omgegaan met een situatie waarin na de behandeling van een patiënt een verslechtering van diens gezondheidstoestand optreedt. Barendrecht pleit voor meer aandacht voor het onderwerp.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.