Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!
Kampvuur Castricum (HR 29-06-2010, NJ 2010, 674)
Onderwerp
Kampvuur in Castricum, uitleg van het woord ‘schuld’ ivm art. 308 Sr.
Art. 308 Sr. Dit artikel luidt:
- Hij aan wiens schuld te wijten is dat een ander zwaar lichamelijk letsel bekomt of zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van zijn ambts- of beroepsbezigheden ontstaat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.
- Indien de schuld bestaat in roekeloosheid, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Casus
Aan verdachte is tenlastegelegd dat: Hij in 2006 roekeloos, althans aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onoplettend een (illegaal) kampvuur heeft gemaakt en er wasbenzine op heeft gesprenkeld, waarna de fles wasbenzine ontplofte. De steekvlammen hiervan hebben drie scholieren zwaar lichamelijk letsel toegebracht.
Rechtbank en Hof
Gerechtshof te Amsterdam heeft verdachte vrijgesproken. Het Hof meent – na deskundigenonderzoek – dat als de deskundigen al verrast waren door de horizontale steekvlam (volgens hen zijn deze effecten ook niet in de literatuur beschreven), dat de verdachte als leek zulks niet heeft kunnen en moeten voorzien.
Dus hoewel verdachte onvoorzichtig is geweest en er een waarschuwing op de fles wasbenzine staat, kan niet worden gezegd dat hem op grond daarvan een zodanig strafrechtelijk verwijt kan worden gemaakt dat dit schuld in strafrechtelijke zin met betrekking tot de tenlastengelegde gevolgen oplevert.
Hoge Raad
Advocaat-Generaal gaat hiertegen in cassatie, omdat deze meent dat het begrip ‘schuld’ van art. 308 Sr. niet juist is uitgelegd/toegepast/begrepen/gebruikt.
De Hoge Raad stelt dat bij de beoordeling moet worden vooropgesteld dat onder schuld een min of meer grove of aanmerkelijke schuld moet worden verstaan. Het Hof heeft gemeend dat de verdachte niet aan deze eis voldoet. De verdachte heeft onvoorzichtig gehandeld, maar niet – omdat niet gezegd kan worden dat hij de gevolgen van zijn handelen had kunnen en moeten voorzien – dat hij zich roekeloos, althans aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onoplettend heeft gedragen, zoals is tenlastegelegd.
Anders dan het middel betoogt, blijkt uit ’s Hofs overwegingen niet van een onjuiste rechtsopvatting, in het bijzonder niet wat betreft het begrip ‘schuld’ in de zin van art. 308 Sr. Het middel faalt en de Hoge Raad verwerpt het beroep.
- for free to follow other supporters, see more content and use the tools
- for €10,- by becoming a member to see all content
Why create an account?
- Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
- Once you are logged in, you can:
- Save pages to your favorites
- Give feedback or share contributions
- participate in discussions
- share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
- 1 of 1883
- next ›
Add new contribution