Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
Kerk van Satan
NJ 1987, 173, HR 31-10-1986
Leerstuk: art. 6 Gw
Onderwerp: vrijheid van godsdienst
Casus:
Sint Walburga is een seksclub, en zegt een zelfstandig onderdeel te zijn van het kerkgenootschap de Kerk van Satan.
Sint Walburga heeft de Staat gevorderd zich te onthouden van het geven van opdrachten aan ambtenaren van politie tot regelmatig, routinematig onderzoek in het klooster van Sint Walburga, zonder dat er ernstig concreet vermoeden van misdrijf is gerezen, alles totdat een voorlopig getuigenverhoor is gehouden om de vraag te beslechten of de publieke ceremonieën in voormeld klooster al dan niet religieuze rituelen zijn. Zij stellen dat art. 6 Gw geschonden is. Zij beroept zich op art. 123 onder 2e SV, waarin is bepaald dat lokalen voor de godsdienst bestemd, gedurende de godsdienstuitoefening niet worden betreden behoudens in geval van ontdekking op heterdaad.
Rechtsvraag:
Hebben de activiteiten van Sint Walburga het karakter van een godsdienstuitoefening in de zin van art. 123 onder 2e SV(oud)?
Rechtsgang:
Het Hof heeft de vordering van Sint Walburga afgewezen. Het Hof is van oordeel dat het OM en de politie een zeer grote vrijheid behoren te genieten bij de wijze waarop zij hun taak uitoefenen.
Het cassatiemiddel komt in zijn geheel neer op de klacht dat het Hof heeft blijk gegeven van een te beperkte opvatting van het begrip ‘godsdienst’ en daarmee van het begrip ‘godsdienstoefening’ in de zin van art. 123 onder 2e Sv.
Hoge Raad:
Het Hof heeft uit de door de Staat overgelegde processen-verbaal van politie afgeleid dat de activiteiten van Sint Walburga zich niet onderscheiden van die van een gewone sexclub en dat noch bij de betalende bezoekers noch bij de door Sint Walburga als ‘zusters’ aangeduide optredende vrouwen enigerlei religieuze ervaring is waar te nemen.
Sint Walburga heeft die processen-verbaal slechts op detailpunten weersproken en in hoger beroep op dit punt slechts betoogd dat haar rituelen zijn ontleend aan een lange traditie van satanisme, vruchtbaarheidscultus, zwarte magie en zwarte misvieringen, heksendom en soortgelijke verschijnselen.
Art. 123 aanhef en onder 2e, mist hier toepassing. De activiteiten hebben het karakter van een seksinrichting en niet van een godsdienstuitoefening, ook de lokalen kunnen niet worden aangemerkt als lokalen voor de godsdienst bestemd. Het Hof heeft geen blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting. Sint Walburga kan zich niet beroepen op art. 6 Gw.
Conclusie:
Activiteteiten die zich in niets onderscheiden van een gewone sexclub kunnen niet worden beschouwd als een godsdienstuitoefening. Er moet in objectieve zin sprake zijn van een godsdienstuitoefening. De rechter kan op grond van uiterlijke waarnemingen tot het oordeel komen dat van een godsdienstuitoefening in de zin van art. 123 onder 2e SV geen sprake is.
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
Add new contribution