Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!
Krizan, Zaaknummer C-416/10
Een nationale rechter is ex artikel 267 VWEU (ook dan) verplicht ambtshalve een prejudiciële vraag te stellen wanneer de zaak na de vernietiging van zijn eerste beslissing en terugverwijzing door de constitutionele rechter van de betrokken lidstaat aan hem wordt voorgelegd en hij op grond van een nationaal voorschrift verplicht is om bij zijn beslissing de rechtsopvatting te volgen van die constitutionele rechter:
het feit dat partijen in het hoofdgeding voor de verwijzende rechter geen vraag van Unierecht hebben opgeworpen, verzet zich er niet tegen dat de verwijzende rechter zich tot het Hof wendt;
het bestaan van een nationale procedureregel doet niet af aan de bevoegdheid van de nationale rechterlijke instanties om het Hof prejudiciële vragen te stellen wanneer zij twijfels koesteren over de uitleg van het Unierecht;
een regel van nationaal recht op grond waarvan het rechtsoordeel van een hogere rechterlijke instantie bindend is voor een andere nationale rechter ontneemt laatstgenoemde rechter niet de bevoegdheid het Hof vragen voor te leggen over de uitlegging van het Unierecht waar bedoeld oordeel betrekking op heeft. Het moet de nationale rechter immers vrijstaan zich met zijn vragen tot het Hof te wenden indien hij meent dat het rechtsoordeel van de hogere rechter hem tot een met het Unierecht strijdig vonnis zou kunnen brengen;
het zou onaanvaardbaar zijn dat nationale rechtsregels, ook al zijn deze van grondwettelijke aard, afbreuk zouden doen aan de eenheid en de werking van het Unierecht;
uit de mogelijkheid om bij de constitutionele rechter van de betrokken lidstaat beroep tegen de beslissingen van een nationale rechter in te stellen dat is beperkt tot de vraag of er sprake is van een eventuele schending van door de nationale constitutie of een internationale overeenkomst gewaarborgde rechten en vrijheden, kan niet worden geconcludeerd dat die nationale rechter niet kan worden aangemerkt als een rechterlijke instantie waarvan de beslissingen volgens het nationale recht niet vatbaar zijn hoger beroep in de zin van artikel 267, 3e alinea VWEU.
- for free to follow other supporters, see more content and use the tools
- for €10,- by becoming a member to see all content
Why create an account?
- Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
- Once you are logged in, you can:
- Save pages to your favorites
- Give feedback or share contributions
- participate in discussions
- share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
- 1 of 1877
- next ›
Add new contribution