Kuijpers/Wijnveen - Arrest

HR 12-01-2001, NJ 2001, 157 Kuijpers/Wijnveen

Rechtsvraag

Kan de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid ook worden gewekt door een niet-doen oftewel nalaten?

Feiten (casus)

Kuijpers BV gaat in het voorjaar van 1992 in onderhandeling met Wijnveen Ede BV over de aankoop van een 25 tons bulkoplegger. De onderhandelingen voor Kuijpers worden gevoerd door Steijvers, die zich voordoet als 'de man van het bulktransport in het bedrijf', terwijl de directeur, Kuijpers, soms bij de onderhandelingen aanwezig is. De onderhandelingen worden met succes afgerond, met als koopprijs 195000 gulden. De levering zal in oktober 1992 geschieden. Wijnveen stuurt 29 april 1992 een orderbevestiging naar Kuijpers, met de vraag om het getekend terug te sturen. Kuijpers ziet de orderbevestiging, maar legt deze naast zich neer. Wijnveen begint met de fabricage van de bulkoplegger, en in het najaar van 1992 heeft Steijvers nog een aantal keren contact met werknemers van Wijnveen over de bulkoplegger. Bij de levering door Wijnveen weigert Kuijpers echter ontvangst en betaling. Kuijpers beroept zich hierbij op de vertegenwoordigingsonbevoegdheid van Steijvers. Deze zou slechts bevoegd zijn om administratieve handelingen te verrichten en kleine verplichtingen aan te gaan beneden de 1000 gulden. Hierop verkoopt Wijnveen de bulkoplegger aan een derde met een verlies van 35000 gulden. Wijnveen vordert vervolgens dat bedrag als schadevergoeding van Kuijpers.

Nadat de Rechtbank Wijnveen in het gelijk heeft gesteld, gaat Kuijpers in hoger beroep.

Uitspraak Hof

Het Hof wijst de vordering, evenals de Rechtbank, aan Wijnveen toe. Het Hof acht dat er sprake was van schijn van verlening van volmacht, althans van bekrachtiging, van Steijvers door Kuijpers en Wijnveen mag aannemen dat Steijvers een toereikende volmacht is verleend.

Kuijpers stelt hiertegen cassatie in.

Uitspraak Hoge Raad

De Hoge Raad stelt vast dat het Hof in zijn arrest tot uitdrukking heeft gebracht dat sprake was van schijn van verlening van volmacht, althans van bekrachtiging. De Hoge Raad stelt verder dat deze schijn van vertegenwoordiging inderdaad ook door een nalaten kan worden gewekt, verwerpt het beroep en veroordeelt Kuijpers BV in de kosten van het geding in cassatie.
 

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.