Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
Het gaat in deze zaak om het aanwezig zijn van kruisbeelden in openbare Italiaanse scholen. Volgens de eisers was dit onverenigbaar met de verplichting van de Staat om in het onderwijs, het recht van de ouders te respecteren inzake het eigen religieuze overtuiging.
De verzoekers zijn de Italianen, mw. Lautsi en haar twee zoons (D. and S. Albertin). In het schooljaar 2001-2002 gaan de zonen naar de openbare school “Istituto comprensivo statale Vittorino da Feltre” in Abano Terme. In elk klaslokaal hing een kruisbeeld aan de wand.
Tijdens een overleg met schooldirectie stelt mw. Lautsi enkele vragen over het aanwezig zijn van religieuze symbolen (met name de kruisbeelden) in de klaslokalen en verzoekt deze weg te halen. De school gaat daar niet in mee en mw. Lautsi brengt de zaak aan bij de rechter in Veneto. Zij voert hierbij aan dat er sprake is van schending van het beginsel van secularisme.
Het ministerie van onderwijs voegt zich bij de procedure en stelt dat de aanwezigheid van de kruisbeelden in scholen is toegestaan op grond van twee oude Koninklijke besluiten.
De rechter stelt mw. Lautsi in het ongelijk, daar de regels van de Koninklijke besluiten in kwestie nog steeds van kracht waren en dat de aanwezigheid van kruisbeelden in openbare scholen
geen schending van het secularismebeginsel meebracht. Immers, volgens de rechter is een kruisbeeld een symbool van het christendom in het algemeen, en een historisch en cultureel symbool dat een bepaalde link met de Italiaanse identiteit toont.
Dit wordt in hoger beroep bevestigd door de Consiglio di Stato (Raad van State). Waarop mw. Lautsi op grond van artikel 2 Protocol No. 1 (recht op onderwijs) en artikel 9 (godsdiensvrijheid)
samen met de twee kinderen aanvoert dat zij, als niet-katholieken, discriminatoir waren behandeld (artikel 14) in vergelijking met de katholieke ouders en hun kinderen.
De Grote Kamer van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens komt tot het oordeel dat de Italiaanse traditie van kruisbeelden op openbare scholen valt binnen de appreciatiemarge die Italië als lidstaat toekomt.
Artikel 2 Protocool No. 1 geeft aan dat Lidstaten de religieuze en filosofische overtuigingen van ouders moeten respecteren. Volgens de Grand Chamber heeft de Italiaanse regering door kruisbeelden verplicht te stellen op alle scholen in Italië, geen inbreuk gemaakt op dit artikel. Het hof stelt dat de Italiaanse autoriteiten, door kruisbeelden zelfs op openbare scholen verplicht te stellen, handelden binnen de grenzen van de ‘margin of appreciation’.
Het kruisbeeld heeft niet alleen een religieuze betekenis, maar is ook een teken van identiteit. Het kruisbeeld staat volgens de Italiaanse regering ook voor traditie en voor de ‘beginselen en waarden die de oorsprong van de democratie en westerse beschaving vormen’. Daarom is de aanwezigheid van het kruisbeeld in klaslokalen gerechtvaardigd (zie rechtsoverweging 67).
Voorts stelt het Hof over de mogelijk indoctrinerende werking die van een kruisbeeld aan de muur kan uitgaan, dat het in beginsel gaat om een passief symbool. Daarom is het principe van neutraliteit toch gewaarborgd. Het Hof stelt voorts dat ‘it cannot be deemed to have influence on pupils comparable to that of didactic speech or participation in religious activities.’ (zie rechtsoverweging 73).
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
Add new contribution