HR 15 JANUARI 1999, NJ 1999, 242 ( MASTUM DAKBEDEKKINGEN- NATIONALE  NEDERLANDEN)

Casus
Mastum heeft een overeenkomst gesloten met de gemeente Ouder Amstel tot het renoveren van het dak van de sporthal annex bibliotheek. Tijdens de uitvoering van het werk is brand uitgebroken, waardoor een groot deel van het gebouw is verwoest. De brand is ontstaan als gevolg van werkzaamheden van een dakbedekker met een handbrander. Het gebouw was door de gemeente tegen brand verzekerd bij o.a. Nationale Nederlanden. Het bedrag dat de schade bedroeg is door de verzekeraars aan de gemeente uitgekeerd.
Mastum had bij de overeenkomst algemene voorwaarden opgesteld; uit art. 17 van dit beding bleek een beperking van de aansprakelijkheid. Nationale Nederlanden vorderde veroordeling van Mastum tot betaling van fl. 1.000.000,-, stellende dat de brand was ontstaan door onzorgvuldigheid van de dakbekkers en Mastum voor de gedragingen van die dakbedekkers aansprakelijk was.

De vraag die speelt is of het bedrijf zich kan beroepen op zijn exoneratieclausule en of er sprake is van onzorvuldigheid. De HR oordeelt hier als volgt over:
Voor het antwoord is van belang of de als onzorgvuldig aangemerkte handelinge zijn verricht door het dakbedekkersbedrijf zelf (hieronder is begrepen personen die met de leiding van het bedrijf zijn belast) dan wel door zijn onderschikte of onderaannnemer. Ook is van belang om welke mate van onzorgvuldigheid het gaat.