Michael Schwarz - Arrest

Zaak C 291/12, 17 oktober 2013, Michael Schwarz

 

In deze zaak heeft Verwaltungsgericht Gelsenkirchen (Duitsland) bij het Hof een verzoek ingediend om een prejudiciële beslissing te nemen op basis van art. 267 VWEU.

Het verzoek was om een prejudiciële beslissing te nemen t.a.v. de geldigheid van art. 1 lid 2 van verordening (EG) nr. 2252/2004 van de Raad van 13 december 2004. Het ging om normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten. Dit verzoek was ingediend in het kader van een geding tussen de heer Schwarz en de Stadt Bochum.

Stadt Bochum weigerde om aan Schwarz een paspoort af te geven, zonder daarbij tevens zijn vingerafdrukken af te nemen voor opname in dit paspoort. Schwarz weigerde zijn vingerafdrukken te laten afnemen. Aangezien de Stadt Bochum zijn verzoek afwees, heeft Schwarz beroep ingesteld bij de verwijzende rechter waarbij hij vorderde dat deze stad zou worden bevolen hem een paspoort af te geven zonder afname van zijn vingerafdrukken. Schwarz betwist de geldigheid van verordening nr. 2252/2004, waarbij de verplichting is ingevoerd om van de aanvragers van paspoorten vingerafdrukken af te nemen. Hij voerde aan dat deze verordening niet op een passende rechtsgrondslag is gebaseerd en berust op een procedurefout. Bovendien zou art. 1 lid 2 van deze verordening het recht op bescherming van persoonsgegevens schenden, dat is neergelegd enerzijds, in art. 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en, anderzijds, op in art. 8 ervan.

Gezien de omstandigheden heeft het Verwaltungsgericht Gelsenkirchen de behandeling van de zaak geschorst en het Hof de volgende prejudiciële vraag gesteld:

“Is artikel 1, lid 2, van verordening [nr. 2252/2004] geldig?”

Met zijn vraag wenst de verwijzende rechter te achterhalen of art. 1 lid 2 van verordening nr. 2252/2004 ongeldig is op basis van het gegeven dat;
- “zij zou zijn gebaseerd op een niet-passende rechtsgrondslag;
- haar vaststelling zou berusten op een procedurefout,
- en art. 1 lid 2 van diezelfde verordening bepaalde fundamentele rechten zou schenden van houders van overeenkomstig die verordening afgegeven paspoorten.”

 

Conclusie
Gelet op een en ander moet worden vastgesteld dat art. 1 lid 2 van verordening nr. 2252/2004 geen verwerking van vingerafdrukken met zich meebrengt die verder gaat dan noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doelstelling van bescherming van paspoorten tegen frauduleus gebruik ervan.  Hieruit volgt dat de uit dit voortvloeiende aantasting wordt gerechtvaardigd door de doelstelling van bescherming van paspoorten tegen frauduleus gebruik ervan. In antwoord op de prejudiciële vraag; er is niet uit feiten of omstandigheden gebleken dat de geldigheid van art. 1 lid 2 van verordening nr. 2252/2004 kan worden aantasten.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Studeren in het buitenland, stagelopen of onderzoek doen? Check welke verzekeringen voor jou van toepassing zijn via de JoHo Insurances Foundation, of bereid je vertrek naar het buitenland voor

Study or work abroad: check your insurance options

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.