Dit betreft een nieuwe De Minimis Bekendmaking die de Europese Commissie in 2014 heeft gepubliceerd. Om duidelijk te maken welke marginale overeenkomsten kunnen profiteren van deze nieuwe bekendmaking, heeft de Europese Commissie ook richtsnoeren gepubliceerd met daarin een lijst met afspraken die het doel hebben de mededinging te beperken.

De oude Minimis bekendmaking dateert uit 2011.

De Europese Commissie heeft de herziene regels (de zogenaamde "De Minimis-bekendmaking") vervaardigd voor de beoordeling van geringe akkoorden tussen bedrijven die niet door het algemene verbod van concurrentiebeperkende praktijken onder het EU-mededingingsrecht vallen.

De aankondiging vergemakkelijkt de beoordeling van de naleving van de EU antitrust-regels door bedrijven, vooral voor kleine en middelgrote ondernemingen. Daarnaast kan de Commissie haar middelen dan concentreren op de overeenkomsten met een hoger risico van concurrentievervalsing op de interne markt.

Artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) verbiedt overeenkomsten die gericht zijn op of leiden tot aanzienlijke beperkingen van de mededinging. De herziene de Minimis-bekendmaking bepaalt wat de Commissie niet beschouwt als een merkbare beperking van de concurrentie door verwijzing naar de marktaandeeldrempels. Het creëert een "safe harbour" voor bedrijven met een bepaald marktaandeel. Er geldt een ‘veilige haven’ voor bedrijven wiens marktaandeel grofweg niet boven de 10% uitkomt (als zij concurrenten zijn), danwel niet boven de 15% uitkomt (als zij geen concurrenten zijn). Dit zijn ongewijzigd ten opzichte van de voorafgaande kennisgeving.

De belangrijkste verandering in de herziene bekendmaking is dat het duidelijk maakt dat de overeenkomsten gericht op beperking van de concurrentie (zogenaamde beperkingen "by object", omdat ze een anti-concurrerende object hebben) niet kan worden beschouwd als gering, en vormt dus altijd een merkbare beperking van de concurrentie, in strijd met artikel 101(1) VWEU. Deze overeenkomsten kunnen nooit profiteren van deze safe harbour. Dit werd bevestigd door het Hof van Justitie van de Europese Unie in de zaak C-226/11 Expedia-arrest.

M.a.w. een overeenkomst die tot doel heeft de concurrentie te beperken en de handel tussen lidstaten beïnvloedt naar haar aard merkbaar is. De toepasselijkheid van art. 101 VWEU is dan gegeven. De Europese Commissie heeft toen de Bekendmaking inzake overeenkomsten van geringe betekenis die de mededinging niet merkbaar beperken (De minimis Bekendmaking) aan te passen.

Om bedrijven te assisteren gaat de mededeling vergezeld van een werkdocument met meer informatie.