Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!
HR 18 februari 1994, NJ 1994, 765 (Nordström/Van Nievelt Goudriaan & Co)
Casus
Het gaat in deze zaak om de (maatstaf voor) vernietiging van een arbitraal vonnis wegens strijd met de openbare orde (artikel 1065 lid 1, onder e Rv) in verband met een beroep op het niet onpartijdig of onafhankelijk zijn van een arbiter (artikel 1033 lid 1 Rv).
Hoge Raad
Onder strijd met de openbare orde is begrepen schending van fundamentele beginselen van procesrecht.
Gedurende de loop van een arbitrale procedure kan een partij een arbiter wraken binnen de door de wet gestelde beperkingen. Een als arbiter aangezochte persoon die het vermoeden heeft dat hij zou kunnen worden gewraakt, kan afzien van aanvaarding van zijn benoeming. Een reeds benoemde arbiter kan zich in dat geval verschonen en langs de weg van artikel 1029 lid 2 Rv van zijn opdracht worden ontheven. Bij de beoordeling of er voldoende aanleiding is tot wraking of verschoning, valt onder omstandigheden ook rekening te houden met de uiterlijke schijn.
Nadat het arbitraal vonnis is gewezen, is wraking of verschoning niet meer mogelijk. In de dan ontstane situatie, waarin partijen de arbitrale procedure ten einde toe hebben gevoerd en arbiters hun opdracht hebben voltooid, moet, mede gelet op het algemeen belang bij een effectief functionerende arbitrale rechtspleging, bij de beantwoording van de vraag of het arbitraal vonnis vernietigbaar is wegens strijd met de openbare orde een strengere maatstaf worden aangelegd dan wanneer het gaat om wraking of verschoning. Voor vernietiging van het vonnis wegens strijd met de openbare orde in verband met een beroep op het niet onpartijdig of onafhankelijk zijn van een arbiter is dan alleen plaats wanneer feiten en omstandigheden aan het licht zijn gekomen op grond waarvan moet worden aangenomen dat hetzij een arbiter bij het geven van de arbitrale beslissing in feite niet onpartijdig dan wel niet onafhankelijk was, hetzij omtrent diens toenmalige onpartijdigheid of onafhankelijkheid in zo ernstige mate twijfel mogelijk is dat het, de overige omstandigheden van het geval mede in aanmerking genomen, onaanvaardbaar zou zijn van de partij die in de arbitrage in het ongelijk is gesteld, te vergen dat zij zich bij de uitspraak neerlegt.
Een partij kan in een zodanige vordering tot vernietiging slechts slagen, indien de door hem aan zijn vordering ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden hem gedurende de arbitrale procedure niet bekend zijn geweest en het hem niet valt toe te rekenen dat hij daarmee in dat stadium niet bekend was. Valt dit hem wel toe te rekenen of was hij daarmee reeds vóór het arbitraal vonnis bekend, dan heeft voor hem de weg van wraking van de betreffende arbiter opengestaan, hetgeen een vordering tot vernietiging van het arbitraal vonnis op grond van deze feiten en omstandigheden uitsluit.
- for free to follow other supporters, see more content and use the tools
- for €10,- by becoming a member to see all content
Why create an account?
- Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
- Once you are logged in, you can:
- Save pages to your favorites
- Give feedback or share contributions
- participate in discussions
- share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
- 1 of 1882
- next ›
Add new contribution