Onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter - Smits - Artikel


Rechtsbronnen

De onafhankelijkheid en onpartijdigheid zijn essentieel voor een eerlijk proces. In elke instantie van de rechtspraak moeten deze pijlers aanwezig zijn. Als één van de pijlers ergens ontbreekt, moet er een mogelijkheid zijn tot latere controle door een rechterlijk orgaan dat alle waarborgen van art. 6 EVRM bezit. Nationale bronnen van onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter staan onder andere in art. 116 lid 2 en art. 117 Gw, nader uitgewerkt in Wet organisatie bestuur en gerechten, de Wet Raad voor de Rechtspraak, de Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO) en de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Wrra). De gerechten voeren zowel bestuurs- als beheerstaken uit en staan onder toezicht van de Raad voor de rechtspraak. Dit met uitzondering van de Hoge Raad, die onder toezicht staat van de Minister van Justitie. Voor

de uitoefening van de bevoegdheden en taken geldt een zogenaamde onafhankelijkheidsexceptie. Dit is geregeld in art. 23 lid 2 en 24 lid 2 Wet RO voor gerechtsbesturen, 96 Wet RO voor de Raad voor de rechtspraak en 109 Wet RO voor de Minister van Justitie. Het houdt in dat deze organen niet mogen treden in uitoefening van procesrechtelijke behandeling, inhoudelijke beoordeling en/of beslissing in een concrete zaken (of categorieën van zaken).

De werving, selectie, aanstelling, benoeming en opleiding van het personeel bij de gerechten is in eerste instantie ingevolge art. 91 lid 1 onder f Wet RO neergelegd bij de Raad voor de rechtspraak. Dit orgaan behoort niet tot de rechterlijke macht, zij het dat de minister aanwijzingen kan geven, 93 lid 1 Wet RO en de regering de rechters formeel voor het leven

benoemd, 117 lid 1 Gw. De tuchtregeling staat in de Wrra en het ontslag van een rechter vindt plaats via de Hoge Raad. In art. 26 Wet RO is een klachtenregeling vastgelegd die in eerste instantie is opgedragen aan het bestuur van een gerecht. Onpartijdigheidswaarborgen staan onder andere in art. 36-41 Rv (verschoning en wraking van burgerlijke rechters) en art. 12 Wet RO en 44 Wrra (incompatibiliteitenregeling). Ook zijn waarborgen gelegen in de rechterlijke eed en zelfs in de regels betreffende het rechterlijk ambtskleed (toga).

Het verschil tussen onafhankelijkheid en onpartijdigheid is dat onafhankelijkheid ziet op de rechter als instituut (constitutionele onafhankelijkheid) en onpartijdigheid is van de rechter als persoon. Beide begrippen zijn echter moeilijk te onderscheiden en er bestaat overlapping.

Onpartijdigheid veronderstelt immers onafhankelijkheid en onafhankelijkheid is bestaansvoorwaarde voor onpartijdigheid. Historisch ging onpartijdigheid aan onafhankelijkheid vooraf. De rol van de rechter (en diens onafhankelijkheid en onpartijdigheid) is de laatste decennia in de Westerse landen zeer toegenomen. Oorzaken hiervoor zijn: i) de door het individualisme toegenomen proceslust van burgers ii) de – door open/vage regelgeving-toegenomen interpretenderende en politieke rol van de rechter bij het nemen van beslissingen en iii) de actievere rol van de rechter in de rechtszaal.

Betekenis en kenmerken van de onpartijdigheid en onafhankelijkheid

In tegenstelling tot onpartijdigheid is onafhankelijkheid te beschouwen als middel van diverse doelen, maar geen doel op zichzelf. Het is een uitvloeisel van de machtenscheiding, checks and balances (zie de gedachtengang van Montesqieu). Onpartijdigheid beoogt dat de rechter zijn beslissing zo objectief mogelijk doet en is wel direct een doel (denk aan het gelijkheidsbeginsel).

Onafhankelijkheid beoogt eerlijke rechtspraak, onpartijdige rechtspraak is eerlijke rechtspraak. Het onpartijdigheidsbeginsel is ook een symbolisch ideaalbeeld waarnaar gestreefd moet worden. Brenninkmeijer stelt:

‘De onafhankelijkheid van de rechter houdt in dat deze als een zelfstandig overheidsorgaan geconstitueerd is waaraan een exclusieve rechtsprekende bevoegdheid is toegekend. Gewaarborgd dient te zijn dat de rechter tot een zelfstandige oordeelsvorming kan komen en gewaarborgd dient te zijn dat de rechter dit met voldoende onpartijdigheid doet. De rechter is gebonden aan het recht, doch heeft het een eigen rechtsvormende taak’.

Een belangrijk kenmerk van onpartijdigheid en onafhankelijkheid is de vrije gebondenheid van de rechter aan het recht: hij moet rechtspreken aan de hand van de door de wetgever gestelde wetten, maar hij heeft bij interpretatie en invulling daarvan een zekere vrijheid.

In de literatuur wordt door De Waard bepleit dat er behoefte is aan een extra ‘onbevangenheidscategorie’ als waarborg van de onpartijdige en onafhankelijke rechter, maar Smits ziet hier het belang niet van in.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.