Ongeval bij uitladen van een paard (2012) - Arrest

Ongeval bij uitladen van een paard (Hof Leeuwarden 28 februari 2012, LJN BV7349; JA 2012/73)

 

Hof

Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter. Naar het oordeel van het hof is er wel sprake van bedrijfsmatig gebruik. Volgens het hof moet artikel 6:181 BW, gelet op Loretta, ruim worden uitgelegd.       

Het artikel berust enerzijds op de overweging dat de benadeelde niet behoort te worden belast met de moeilijkheden die inherent zijn aan het onderzoek naar en de bewijslevering betreffende de identiteit van de schuldenaar en anderzijds op de eenheid van onderneming in het kader waarvan het dier wordt gebruikt, het feit dat bedrijfsmatig verrichte activiteiten in beginsel zijn gericht op het verkrijgen van profijt en het feit dat van een ondernemer kan worden gevergd dat hij zijn bedrijfsrisico als één risico verzekert. Bij de beantwoording van de vraag of de aansprakelijkheid van artikel 6:179 BW rust op de bezitter of op degene die het bedrijf uitoefent waarin het dier wordt gebruikt, is niet van belang of degene die het bedrijf uitoefent bezitter dan wel houder van het dier is en ook niet of het doel waartoe het dier aldus wordt gebruikt inmiddels bijna is bereikt. Aan de toepasselijkheid van artikel 6:181 BW mag niet de eis worden gesteld dat het dier duurzaam en ten eigen nutte wordt gebruikt.

Nu het lossen van het paard plaatsvond in het kader van een veiling die door de manege werd georganiseerd, de manege een commercieel belang had bij deze veiling, het paard is aangevoerd in een vrachtwagen van de manege bestuurd door een chauffeur van de manege en het incident heeft plaatsgevonden op het terrein van de manege is er volgens het hof sprake van bedrijfsmatig gebruik. Dat het paard maar kort op het terrein van de manege is geweest doet hier niet aan af; niet als eis mag immers worden gesteld dat het dier duurzaam wordt gebruikt.           

Voor toewijzing van de vordering op grond van artikel 6:179 jo. 6:181 BW dient de werkneemster te bewijzen dat haar hand bij het uitlaten van het paard bekneld is geraakt. Nu de vordering echter toewijsbaar is op grond van artikel 7:658 BW, kan bewijslevering achterwege blijven.

Uit getuigenverklaringen volgt dat het op de manege gebruikelijk was om bij het lossen van paarden aan de achterzijde van het paard te staan. Deze werkwijze is volgens het hof risicovol en de manege behoorde bekend te zijn met het gevaar van deze werkwijze. De werkneemster heeft aangegeven dat er diverse alternatieve losmethoden bestaan die minder gevaarlijk zijn. De op de werkgever rustende zorgplicht brengt mee dat de manege gehouden was om te bevorderen dat zijn werknemers die alternatieve methoden zouden gebruiken. De manege heeft haar werknemers in het geheel niet geïnstrueerd over het lossen van paarden en is hiermee tekortgeschoten in haar zorgplicht. Als de werkneemster al bekend was met het gevaar, dan diende de manege zich te realiseren dat werknemers die bekend zijn met aan het werk verbonden gevaren door de geregelde omgang met die gevaren niet altijd de nodige voorzichtigheid zullen betrachten.

 

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.