Ongewenste confrontatie, BC 20 januari 2004, kenmerk: 03/2832/ GV

Rechtsregel:

In geval van geringe kans op slachtofferconfrontatie en gelet op de v.i.-datum en positief gedrag binnen de inrichting, dient aan het belang van klager (tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof) doorslaggevende betekenis te worden gegeven.

Casus:

Klager heeft voor de tweede maal een verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof ingediend. Dit verlof is voor de tweede maal afgewezen. De BC moet beslissen of de afwijzing rechtens juist is.

Beoordeling BC:

Het verzoek tot verlof van klager is afgewezen door De Minister omdat klager is veroordeeld voor een ernstig zedendelict en er bestaat een mogelijkheid tot ongewenste slachtofferconfrontatie. Bovendien heeft het Openbaar Ministerie een negatief advies uitgebracht. Gebleken is echter dat het slachtoffer niet in dezelfde plaats verblijft waar klager zijn verlof wil doorbrengen. Ook gelet op klagers v.i.-datum en zijn positieve gedrag in de inrichting meent de BC dat aan het belang van klager doorslaggevende betekenis dient te worden gegeven. Bij het verlof kan het vermijden van confrontatie met het slachtoffer als bijzondere voorwaarde bij het verlof worden opgelegd.

Oordeel BC:

De BC verklaart het beroep gegrond en vernietigd de beslissing van De Minister. Zij draagt De Minister op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie.