Ontbinding koopovereenkomst - Arrest

HR 9 december 2011, LJN BU7412

Casus

X heeft medio 2006 door tussenkomst van een makelaar zijn huis te koop aangeboden.

Y heeft een bod uitgebracht. Dit bod werd geweigerd maar een tweede bod van Y is door X aanvaard. Hierna heeft de makelaar van X aan beide partijen de concept-koopovereenkomst toegezonden. Hierin is opgenomen dat partijen overeenstemming over de koopprijs hebben bereikt en ook is de datum van de levering vermeld. Partijen hebben het concept niet ondertekend omdat X heeft laten weten de financiering van de koop van een ander huis niet rond te krijgen. De advocaat van Y heeft X gesommeerd het concept te ondertekenen maar X heeft hier geen gehoor aan gegeven. Daarom heeft de advocaat van Y aan X meegedeeld dat Y afziet van nakoming van de koopovereenkomst en vergoeding van de geleden schade claimt. X heeft dit geweigerd.

Y heeft X voor de rechter gedagvaard en gevorderd de ontbinding van de koopovereenkomst tussen partijen en veroordeling van X tot vergoeding van de geleden schade.

 

Rechtbank

De rechtbank stelt dat partijen op 20 juli 2006 wel mondeling overeenstemming hebben bereikt over de essentialia van de koop maar komt tot afwijzing van beide vorderingen.

 

Hoge Raad

In cassatie staat de vraag centraal over de ontbinding van een koopovereenkomst. Hoe moet art. 7:2 lid 1 BW worden uitgelegd als mondeling overeenstemming is bereikt over de verkoop van een woonhuis aan een particuliere koper, maar de verkoper weigert zijn medewerking te verlenen aan het opmaken en ondertekenen van een koopakte.

De Hoge Raad overweegt in de r.o. 3.8 - 3.10 dat als partijen mondeling overeenstemming hebben bereikt over de verkoop van een woonhuis en de verkoper weigert zijn medewerking te verlenen aan het opmaken en ondertekenen van een koopakte, dan de verkoper zich er op mag beroepen dat deze mondelinge overeenstemming geen rechtsgevolg heeft.

Hij kan tot medewerking niet door een rechterlijk vonnis worden gedwongen omdat uit de wet volgt dat hij niet tot zodanige medewerking is verplicht (vgl. art. 3:296 lid 1 BW). Voor toewijzing van een vordering tot schadevergoeding is om dezelfde reden geen ruimte.

Onder zeer bijzondere omstandigheden kan echter een beroep op het ontbreken van een schriftelijke vastlegging van de bereikte wilsovereenstemming onaanvaardbaar zijn (art. 6:2 lid 2 BW). De weigerende partij kan dan wel worden veroordeeld tot vergoeding van de schade die haar wederpartij door deze weigering lijdt.

De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.