Ontbreken machtiging ter doorzoeking - Arrest

Ontbreken machtiging ter doorzoeking (HR 08-05-2012, NJ 2012, 300)

Relevante artikelen

Artt. 97 en 359a Sv

Casus

De verdachte haalt met hoge snelheid een politieauto in en vertoont gevaarlijk rijgedrag door andere auto’s rechts en links in te halen. De verbalisant rijdt achter de verdachte aan om hem te laten stoppen. Het blijkt dat de verdachte in het verleden zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie. Bij de politieambtenaar ontstond een vermoeden dat de verdachte ook nu in het bezit zou kunnen zijn van drugs en/of vuurwapens. Op grond van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie wordt de auto van de verdachte onderzocht. Er worden verdovende middelen aangetroffen. Er is een dringende noodzaak voor een doorzoeking van de woning van de verdachte als bedoeld in art. 97 Sv. De rechter-commissaris geeft hiervoor een mondelinge machtiging.

Rechtsvraag

Moet er in casu aan het vormverzuim (het ontbreken van een schriftelijke machtiging van de rechter commissaris) een rechtsgevolg in de zin van art. 359a lid 1 Sv worden verbonden?

Rechtsgang

Het hof oordeelt dat, gelet op de aangetroffen heroïne in de auto, er een dringende noodzaak bestond voor een doorzoeking van de woning. Uit ervaring blijkt dat bij uitstel de in de woning eventueel aanwezige verdovende middelen niet of met moeite te achterhalen zijn. Het staat vast dat de rechter-commissaris de hulpofficier van justitie mondeling heeft gemachtigd de woning te doorzoeken. In het dossier zit geen met redenen omklede machtiging van de rechter commissaris zoals bedoeld in art. 97 lid 2 Sv. Dit levert vormverzuim op in de zin van art. 359a Sv, waar het hof geen rechtsgevolgen aan verbindt.

Ook volgens de Hoge Raad heeft het hof mogen oordelen dat er aan het vormverzuim (in het dossier bevond zich geen met redenen omklede machtiging, art. 97 lid 2 Sv) geen rechtsgevolgen behoefden te worden verbonden. De constatering van het vormverzuim is voldoende, het hof heeft namelijk vastgesteld dat hoe dan ook de rechter-commissaris een machtiging voor de doorzoeking heeft gegeven, zij het mondeling.

Conclusie

Nu het hof heeft vastgesteld dat de rechter commissaris de hulpofficier van justitie mondeling had gemachtigd de woning te doorzoeken, kon het oordelen dat aan het vormverzuim (art. 97 lid 2) geen rechtsgevolgen behoefden te worden verbonden. Constatering van het vormverzuim is voldoende.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.