Overlappende gemeenschappen - Arrest

Overlappende gemeenschappen (Rb. Utrecht 12 mei 2010, LJN BM4456)   

 

Casus

Erflaatster is in 2002 overleden, zonder bij testament over haar nalatenschap te hebben beschikt. Haar twee kinderen (een zoon en een dochter) zijn de enige erfgenamen. De dochter was ten tijde van het overlijden van haar moeder in algehele gemeenschap van goederen gehuwd met X. Dit huwelijk is in 2006 door echtscheiding geëindigd. De verdeling van de nalatenschap geschiedt in 2009, door de zoon en de dochter. De inmiddels ex-echtgenoot van de dochter is daarbij niet betrokken.

Rechtbank

De rechtbank overweegt dat de nalatenschap opengevallen is op het moment dat X nog met de dochter in gemeenschap van goederen was gehuwd. 

De verdeling heeft plaatsgevonden op het moment dat de huwelijksgemeenschap al was ontbonden. Dat betekent dat de dochter, aan wiens zijde het aandeel in de nalatenschap in de gemeenschap van goederen was gevallen, niet langer als enige het bestuur had over dit aandeel in de nalatenschap als bedoeld in artikel 1:97 BW. Door de ontbinding van de gemeenschap is artikel 3:170 BW van toepassing dat – kort samengevat – bepaalt dat het beheer over de gemeenschappelijke goederen (in dit geval het onverdeelde aandeel in de nalatenschap) door de deelgenoten tezamen geschiedt. Dat betekent dat de dochter samen met X de verdeling van de nalatenschap met haar broer had moeten vaststellen.  

X voert terecht aan dat de verdelingsovereenkomst niet geldig is en dat er een nieuwe verdeling vastgesteld moet worden waaraan ook X zal deelnemen. Artikel 3:195 BW bepaalt immers dat een verdeling waaraan niet alle deelgenoten en alle andere personen wier medewerking vereist was, hebben deelgenomen, nietig is tenzij zij is geschied bij een notariële akte, in welk geval zij slechts kan worden vernietigd op vordering van degene die niet aan de verdeling heeft deelgenomen. De verdelingsovereenkomst is weliswaar tot stand gekomen ten overstaan van een notaris maar betreft niet een notariële maar een onderhandse akte (zo bevat deze geen waarnemingen door de notaris en is deze alleen door partijen getekend), zodat deze nietig is op grond van art. 3:195 BW.

 

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.