Passiviteit bij Maaspoort - Arrest

Passiviteit bij Maaspoort (HR 26-09-2006, ECLI:NL:HR:2006:AX9405)

Leerstuk

Deelneming (art. 47 Sr): medeplegen.

Rechtsvraag

Is in casu sprake van passieve aanwezigheid van de verdachte bij de vrijheidsberoving, dat er sprake is van medeplegen in de zin van art. 47 Sr?

Casus

De verdachte kende de betrokkene. Hij kwam hem tegen. De betrokkene was met zijn auto en de verdachte was ingestapt, waarna ze zomaar wat rondreden. Ze gingen naar de cafetaria De Maaspoort. Tijdens die autorit vertelde de betrokkene dat hij een keer was verraden. Eenmaal aangekomen bij de cafetaria, stond daar het slachtoffer. In de portiek kreeg de betrokkene een woordenwisseling met het slachtoffer over het verraad. Verdachte zag dat de betrokken het slachtoffer bij zijn arm vastpakte en vasthield en met hem naar de auto liep. Door de wijze waarop ze naar de auto liepen, begreep de verdachte dat het slachtoffer niet vrijwillig (achterin) instapte. De betrokkene ging op de bestuurdersplaats zitten en de verdachte daarnaast. Bij de Maaspoorthal is verdachte met het slachtoffer uit de auto gestapt en er volgende een woordenwisseling tussen hen. De betrokkene heeft het slachtoffer in de kofferbak van de auto gestopt. De verdachte zag dat de betrokkene een schroevendraaier in de hand had. De betrokkene bedreigde het slachtoffer te steken met de schroevendraaier. Het slachtoffer is onder dwang en tegen zijn wil in de kofferbak ingestapt.

Hof

In hoger beroep heeft de verdachte verklaard dat hij vooraf aan de ontmoeting met het slachtoffer met de betrokkene in zijn auto hadden gesproken over het feit dat deze was verraden, maar dat hij op dat moment nog niet wist door wie. De verdachte heeft ook verklaard dat hij uit de woordenwisseling uit de portiek heeft begrepen dat het slachtoffer de persoon was die de betrokkene had verraden en daarvoor ter verantwoording werd geroepen. De verdachte heeft volgens het Hof eraan bijgedragen dat de betrokkene vervolgens de handelingen kon verrichten en dat het slachtoffer niet vrij was om te gaan en te staan waar hij wilde. Er was dus sprake van de voor medeplegen vereiste bewuste samenwerking en gezamenlijke uitvoering.

Advocaat-Generaal

In casu is de verdachte toevallig bij de omstandigheden betrokken geraakt. Er was geen vooraf beraamd plan en evenmin van stilzwijgende instemming door bij de vrijheidsberoving aanwezig te blijven. Een zodanige nauwe en volledige samenwerking valt niet zelfstandig af te leiden uit de omstandigheid dat de verdachte, die geen van de uitvoeringshandelingen heeft verricht, zich daar van niet heeft gedistantieerd. Anders zou de intense samenwerking als wezenskenmerk van medeplegen ontbreken.

Hoge Raad

Ten aanzien van al het bewijs uit de relevante feiten blijkt dat de verdachte eraan heeft bijgedragen dat de betrokkene de handelingen kon verrichten en dat het slachtoffer niet vrij was te gaan en te staan waar hij wilde. Er was dus sprake van de voor medeplegen vereiste bewuste samenwerking en gezamenlijke uitvoering. De Hoge Raad is het dus eens met de overwegingen van het Hof.

Conclusie

Om van medeplegen van doodslag te kunnen spreken is er nauwe en volledige samenwerking tussen de verdachte en zijn mededaders vereist. Deze samenwerking moet gericht zijn op het doden van het slachtoffer.

 

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.