Psychological stress in childhood and susceptibility to the chronic diseases of ageing - Miller et al (2011) - Artikel


Achtergrond: stress in de jeugd en ziekte in de volwassenheid

Mensen die in de kindertijd aan grote psychologische stressoren worden blootgesteld, kunnen hiervan problemen ondervinden in de volwassenheid. Een verhoogde kwetsbaarheid voor ziekte en overlijden wordt in verband gebracht met deze ernstige stressoren. In dit artikel wordt het ‘Biological Embedding Model’ aangehaald om verklaringen te geven voor deze verhoogde kwetsbaarheid.

De doelstellingen van dit artikel zijn:

  1. Een overzicht geven van de bestaande literatuur op het gebied van psychosociale stress in de kindertijd en de kwetsbaarheid voor chronische ziekten die zich ontwikkelt in de volwassenheid.

  2. Het ‘Biological Embedding Model’ aanhalen om verklaringen te geven voor de verhoogde kans op ziekte en overlijden na blootstelling aan hoge stressoren in de kindertijd.

Lange termijn effecten van mishandeling op gezondheid

Bewijs

Een recente meta-analyse onderzocht de lange termijn gevolgen van kindermishandeling op gezondheid in de volwassenheid met behulp van zelfrapportage. Deze mensen hadden een verhoogde kans op hart- en vaatziekten, metabole, spier-, en auto-immuunziekten.

In de Adverse Childhood Experiences (ACE) Study werden respondenten gevraagd naar ervaringen van mishandeling, verwaarlozing en disfunctioneren van het gezin in de kindertijd. Ook is de medische geschiedenis van deze personen bekeken. Er werd een verband gevonden tussen het ervaren van stressoren in de kindertijd en een verhoogd risico op hart- en vaatziekten in de volwassenheid. Ook is er gekeken naar sterftegevallen van familieleden. Dit is gedaan met het oog op het disfunctioneren van het gezin, want ook deze familieleden zouden hierdoor schadelijke fysieke effecten ondervinden. De familieleden bleken, zoals verwacht, een verhoogde kans te hebben op vroegtijdig overlijden ongeacht leeftijd, geslacht, ras en sociaal economische status.
 

Interpretatie

Een zwak punt in bovengenoemd onderzoek is het gebruik van retrospectieve zelfrapportage. Dit is een onbetrouwbare bron van informatie door de subjectieve aard. Bij de ACE-Study is echter een betrouwbaar design gebruikt waaruit alsnog lange termijn effecten van vroeg ervaren stressoren bleken voor de gezondheid. Er kan dus worden geconcludeerd dat kindermishandeling lange termijn effecten heeft op de gezondheid. Ondanks dat de bevindingen los stonden van leeftijd, geslacht, ras en sociaal economische status, kunnen andere factoren een verklarende rol spelen, zoals genetische eigenschappen binnen een familie.

Lange termijn effecten van lage sociaal economische status op gezondheid

Bewijs

Uit een review naar de effecten van sociaal economische status in de kindertijd op overlijden in de volwassenheid kwam het risico van sociaal economische status op gezondheid naar voren. Het hebben van een lage sociaal economische status bleek een risicofactor voor sterfte door hart- en vaatziekten. Voor mannen kwam binnen deze groep meer sterfte door geweld, ongevallen en middelengebruik. Ook bestaat er enig bewijs dat een lage sociaal economische status in de kindertijd een verhoogd risico geeft op sterfte door kanker.

Interpretatie

Een sterk punt van deze studie is dat er gebruik is gemaakt van informatie binnen meerdere continenten, waardoor cultuur gerelateerde factoren kunnen worden uitgesloten. Ook is er gebruik gemaakt van een prospectief karakter, objectieve indicatoren voor sociaal economische status en evaluatie van uitkomsten met behulp van medische dossiers. Een zwak punt van het onderzoek is de observationele opzet. Observaties kunnen mogelijk verklaard worden door gemeenschappelijke genetische factoren. Deze factoren zorgen dat latere generaties worden blootgesteld aan een lage sociaal economische status en een slechte gezondheid. Om ethische redenen is het echter niet mogelijk experimenten uit te voeren waarbij kinderen worden toegewezen aan hoge of lage sociaal economische omstandigheden. Experimenten met dieren bieden een uitkomst, waarbij de timing van de blootstelling kan worden gemanipuleerd om na te gaan of sensitieve perioden bestaan.

Vroege stress en gezondheid van volwassen dieren

Conclusies

Uit de geëvalueerde literatuur kan worden geconcludeerd dat vroege stresservaringen, zoals mishandeling en een lage sociaal economische status, een verhoogde kans geven op het ontwikkelen van ziekten in de volwassenheid. Experimenten met dieren geven bouwstenen voor het leggen van causale verbanden van stress- en ontwikkelingsuitkomsten bij de mens.

Biologische component van het ‘Childhood Adversity Model’

Het ‘Childhood Adversity Model’ stelt dat een verhoogd risico op chronische ziekten in de volwassenheid zich voordoet door ervaren stress in de kindertijd. Voor het verklaren hiervan zijn twee aandachtspunten nodig. Allereerst moet de manier waarop stress in de kindertijd wordt vertaald naar verhoogde risico’s op ziekten in de volwassenheid op het gebied van weefsels en organen worden verklaard. Ten tweede moet het model de tijd die verstrekt tussen de ervaren stress in de kindertijd en de ziekten op latere leeftijd (incubatietijd) verklaren.

Overzicht van het model

Het uitgangspunt van het ‘Biological Embedding Model’ is dat als een stresservaring optreed tijdens een sensitieve periode, die invloed heeft op de manier waarop bepaalde lichamelijke systemen zullen werken. Dit wordt biologische programmering genoemd. De focus ligt op hoe stresssystemen de reactie van cellen (monocyten en macrofagen) beïnvloeden. Monocyten en macrofagen spelen een rol bij ontstekingsprocessen in het lichaam die ten grondslag liggen aan bepaalde ziekten die horen bij veroudering.

Het model gaat ervan uit dat stressoren in de kindertijd macrofagen en monocyten beïnvloeden via drie mechanismen: epigenetische programmering, posttranslationele wijzigingen en ombouw van weefsel. Hierdoor ontstaan meer ontstekingsbevorderende ontwikkelingen. De macrofagen zorgen dan voor verhoogde cytokine reacties en een verminderde gevoeligheid voor stressremmende signalen zoals cortisol. Dit kan leiden tot een verhoogde kans op het ontwikkelen van een chronische ziekte.

Door de ontregeling van gedrag en hormonen nemen de ontstekingsbevorderende ontwikkelingen toe.

Functionele significantie

Het menselijk lichaam heeft een systeem dat zorgt voor aanpassingen aan de omgeving. Dit wordt verklaard door het concept van de ‘voorspellende adaptieve responsen’ (PAR). Door middel van biologische aanpassingsreacties op onverwachte veranderingen in de omgeving vergroot een organisme zijn overlevingskansen. Deze aanpassingsreacties vinden plaats in gevoelige perioden van de ontwikkeling, want dan bezitten lichaamsweefsels een maximale plasticiteit om zich aan te passen. Bij organismen met verhoogde ontstekingsbevorderende ontwikkelingen worden mechanismen geactiveerd die de ontsteking remmen. Dit vergroot de overlevingskansen, omdat deze mechanismen de genezing van wonden en infecties bevorderen. De systemen van het immuunsysteem blijven geactiveerd door het ervaren van hoge stressoren in de kindertijd. Dit gebeurd volgens het concept van de ‘voorspellende adaptieve responsen’. Constante activatie van het immuunsysteem geeft een hoger risico op het krijgen van chronische ziekten.

Inzichten van andere modellen

Het ‘Biological Embedding Model’ richt zich op een aantal inzichten van andere modellen.

Foetale-oorsprong hypothese

Een foetus kan via aanpassingsmechanismen invloeden ondervinden van de moeder. Als de moeder ondervoed is, reageert de foetus hierop. Ondanks het voedseltekort zorgt de foetus ervoor dat de belangrijkste organen in het lichaam zoals het hart, de hersenen en de alvleesklier zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen. Dit gaat ten koste van de andere lichaamssystemen, waardoor de gevolgen gedurende het hele leven blijven bestaan.

Levensloopregeling model

Dit model benadrukt de trajecten van ervaringen uit de kindertijd die de mens vormen. Dit model beschrijft dat tegenslagen in de jeugd volgende tegenslagen uitlokken. Een kind dat in een lage sociaal economische status opgroeit, heeft meer kans om later nog steeds in een lage sociaal economische status te leven. In het ‘Biological Embedding Model’ wordt gesteld dat mensen die stress ervaren via psychologische mechanismen de sociale omgeving beïnvloeden waarin zij leven.

Model van risicogezinnen

Sommige gezinnen zijn een risicovolle opgroeiomgeving voor kinderen. Door onstabiliteit, gebrek aan warmte en sociale steun en het gebruik van harde discipline kan het kind zich niet optimaal ontwikkelen op gebied van sociale competentie en emotieregulatie. Dit leidt tot verhoogde stressreacties. Deze stressreacties zorgen voor steeds meer hormonale ontregelingen waardoor er slijtage, ook wel allostatische belasting, van het lichaam plaatsvindt. Deze slijtage resulteert in het ontwikkelen van gezondheidsproblemen.

Allostatische belasting concept

Het ‘Biological Embedding Model’ richt zich op de allostatische belasting van het lichaam door het ervaren van aanhoudende stressoren in de kindertijd.

Stressoren in de kindertijd kunnen leiden tot levenslange gedragingen zoals waakzaamheid voor dreiging, zwakke sociale relaties, gebrek aan zelfregulering en een ongezonde levensstijl. Deze factoren verhogen de activatie van stresssystemen in het lichaam, waardoor aanpassingen in het immuunsysteem worden gemaakt. De betrokken cellen in dit systeem worden dan geprogrammeerd om steeds heftiger te reageren en uiteindelijk altijd actief te blijven.

Evalueren van het model

Sociaal klimaat van stressoren

Ouderschap

Ouders met een lagere sociaal economische status ervaren vaker omstandigheden die de kwaliteit en kwantiteit van de tijd die zij kunnen doorbrengen met hun kinderen beïnvloeden.

Ze ervaren stress door werkomstandigheden, woonomstandigheden, psychische problemen en ze zijn vaker alleenstaand. Door deze factoren brengen deze ouders minder tijd door met hun kinderen en zijn zij minder in staat om in de behoeften van hun kinderen te voorzien.

Strengheid, conflict en geweld

Ouders met een lage sociaal economische status gebruiken vaker hardere disciplines en zijn vaker inconsistent op gebied van opvoeding. Ook bestaat er in deze gezinnen een verhoogde kans op het escaleren van situaties met verbaal of fysiek geweld.

Kinderen uit een lage sociaal economische status ondervinden meer conflicten buitenshuis en ervaren de buurt als meer stressvol. De helft van deze kinderen is in hun tienerjaren weleens blootgesteld aan geweld en 24% is slachtoffer geweest van fysiek geweld. Vaak worden deze kinderen door hun ouders binnen gehouden door dit buurtgeweld, waardoor de kinderen meer worden blootgesteld aan huiselijk geweld.

Hulpmiddelen

Een lage sociaal economische status bestaat uit het hebben van beperkte materiële middelen. Vaak is er sprake van een slechte woonomstandigheden, beperkte cognitieve stimulering en een tekort aan gezonde voeding. In deze setting komt dan ook meer verwaarlozing voor door gebrek aan voldoende middelen om in de behoeften te voorzien.

Programmering van ontstekingsbevorderende systemen

De werking van ontstekingsreacties

Wanneer het lichaamsweefsel wordt geïnfecteerd door een trauma, ontstaat een ontstekingsreactie van het immuunsysteem. Dit systeem zorgt via witte bloedcellen (macrofagen en monocyten) dat de ziekteverwekker wordt verwijderd, het geïnfecteerde deel hersteld en dat het lichaam geneest. Cytokines komen vrij bij beschadigd lichaamsweefsel en zorgen dat de herstelreactie plaatsvindt. Als een ontsteking actief blijft (in het geval van een chronische stressor), blijft de ontstekingsreactie bestaan. Het lichaam raakt dan ongevoelig voor cortisol, een remmende factor bij stressreacties.

Verhoogde microbiologische reactiviteit

Uit een onderzoek naar de witte bloedcellen van mensen uit verschillende economische statussen bleek dat kinderen uit een lage sociaal economische status hogere ontstekingsreacties hadden dan kinderen uit een hoge sociaal economische status. Er is dus sprake van een verhoogde microbiologische reactiviteit bij mensen die zijn blootgesteld aan een stressor in de kindertijd.

Weerstand tegen remmende signalen

Het ‘Biological Embedding Model’ geeft ook aan dat stress in de kindertijd de macrofagen relatief ongevoelig maakt voor remmende hormonale signalen. De ontstekingsreacties van de monocyten werden steeds resistenter voor remming door cortisol. Deze associaties hielden stand bij nagaan van aanpassingen voor SES, demografische en biomedische karakteristieken en depressie. Omdat de bevindingen komen van prospectieve longitudinale analyses, geven ze sterk bewijs dat vroege stress het ontstekingsfenotype kan vaststellen.

Consequenties van chronische ontsteking

Het model suggereert dat door de reactie te programmeren in macrofagen, stress uit de kindertijd leidt tot een chronische ontstekingsstaat in het lichaam. Hoewel de exacte biologische activiteiten niet helemaal duidelijk zijn, wordt CRP gebruikt als een kenbare stof voor ontsteking. Onderzoek naar familieklimaat heeft bewijs gegeven voor een link tussen tegenspoed in de jeugd en daarop volgende ontsteking.

Conclusies

Het model schetst dat stress in de kindertijd macrofagen programmeert, die tot ontstekingsbevorderende systemen leiden.

Adaptieve immuniteit

Hoewel het model focust op hoe stress in de kindertijd de functie van macrofagen beïnvloedt, is het belangrijk om in het achterhoofd te houden dat deze cellen niet geïsoleerd functioneren. Hoe cellen reageren op stimuli heeft belangrijke consequenties voor het gedrag van andere leukocyten. Er is bewijs uit dieronderzoek dat blootstelling aan stress in het vroege leven adaptieve immuun functies kan onderbreken. Stress in de kindertijd zou dus ook blijvende effecten kunnen hebben op het adaptieve immuunsysteem, maar dit bewijs is indirect en moet nog bevestigd worden met specifieke metingen van cel functioneren.

Uitsluitende mechanismen

Er zal nu besproken worden hoe de programmering mechanisch werkt aan de hand van drie mechanismen die hieronder besproken worden.

Epigenetische trajecten

Epigenetica beschrijft stabiele veranderingen in de activiteit van een gen die ontstaan zonder veranderingen aan de DNA-sequentie. Een primaire functie van epigenetische wijzigingen is het in staat stellen van cellen om gespecialiseerde functies te ontwikkelen en te behouden. DNA dient als een blauwprint voor transformatie, het proces waarbij cellen RNA moleculen synthetiseren. Dit proces wordt ook wel gen expressie genoemd. Epigenetische wijzigingen gebeuren op twee manieren: door methylatie van DNA of door het remodelleren van de structuur van de chromatine. Tijdens de ontwikkeling ondergaat DNA verscheidene fasen van epigenetische herstructurering. Dit proces zorgt ervoor dat het organisme de activatie van specifieke gen expressie routines kan moduleren. Epigenetische wijzigingen zijn de laatste jaren steeds belangrijke geworden voor onderzoekers, omdat er bewijs is dat het opgewekt kan worden door sommige fysieke en sociale risico’s in het vroege leven.

Posttranslatie wijzigingen

Nadat proteïne moleculen gesynthetiseerd zijn, ondergaan ze vaak chemische wijzigingen, ook wel bekend als posttranslatie modificatie (PTMs), die hun functionele repertoire uitbreiden. Een vraag die ontstaat over de rol van PTMs is hoe ze in stand blijven door de tijd heen. De meeste cellen in het lichaam, met uitzondering van de cellen in het centrale zenuwstelsel, worden al snel weer omgezet. Het meest logische antwoord lijkt, dat PTMs positieve feedback tot stand brengen in cellen, die zelfvoorzienend worden.

Weefsel herstructurering

Een derde mechanisme waardoor vroege stress kan worden ingebouwd in macrofagen is weefsel herstructurering. Er is bewijs dat in bepaald lichamelijk weefsel, blootstelling tijdens sensitieve periodes van ontwikkeling een lokaal herstructureringsproces kan prikkelen. Behalve de vorming van het brein zelf, kan stress in de kindertijd ook functionele verbindingen tussen het zenuwstelsel en de lymfoïde (de lymfeknopen, beenmerg of thymus) organen beïnvloeden. Een vorm van herstructurering die hier relevant is, is innervatie (zenuwwerking) van beenmerg.

Tegenspoed in de jeugd leidt tot gedragstendensen de ontstekingen verergeren

Een tweede belangrijk uitgangspunt in het model is, dat stress in de kindertijd leidt tot gedragsneigingen die standhouden gedurende het leven en de tendensen accentueren die zijn geprogrammeerd in macrofagen. Dit proces zal chronische ontsteking verergeren.

Corticolimbisch circuit, waakzaamheid en wantrouwen

Het model suggereert dat door bewerking van de reactietendensen van de corticolimbische gebieden van het brein, stress in de kindertijd zal leiden tot waakzaamheid voor bedreiging en wantrouwen van anderen. Door deze tendensen zullen mensen eerder bedreiging in dubbelzinnige situaties zien, meer sensitief zijn voor herkenning en reacties op woede en cynisch zijn over intenties en gedragingen van anderen. Hoewel meerdere hersendelen betrokken zijn bij de verwerking van bedreiging, wordt vooral het corticolimbische gebied benadrukt. Van groot belang in dit gebied is de amygdala. Deze speelt een rol bij biologische en emotionele stimuli. De amygdala bestaat uit meerdere verbonden kernen. De laterale, basale en bijbehorende kernen krijgen de meeste amygdala input. Onderzoek suggereert dat corticolimbische circuits belangrijke rijping in de vroege postnatale jaren ondergaan en onderworpen zijn aan zowel ervaring verwachting en ervaring afhankelijke modulatie. Er is structurele variatie in de timing en de duur van dit proces.

Waakzaamheid voor bedreiging. Op het gebied van gedrag stelt het model dat tegenspoed in de jeugd een verhoogde waakzaamheid voor dreiging veroorzaakt in de corticolimbische gebieden. Ook mishandeling in de kindertijd is geassocieerd met een grotere waakzaamheid. Lichamelijk mishandelde kinderen ontwikkelen een verhoogde perceptuele gevoeligheid voor woede. Ze kunnen deze emotie gemakkelijker en sneller herkennen in andere gezichten, zelfs wanneer er weinig contextuele informatie beschikbaar is om deze beslissingen te steunen. Omdat kinderen uit een lage SES frequent worden blootgesteld aan gebeurtenissen die oncontroleerbaar en onvoorspelbaar zijn, gaan ze de wereld zien als een bedreigende plaats die hoge waakzaamheid vereist.

Wantrouwen ten aanzien van anderen. Het model stelt dat kinderen die zijn opgevoed in een stressvolle situatie negatieve ideeën zullen ontwikkelen over anderen. Zowel kinderen uit een lage SES als kinderen uit mindere buurten tonen dat leven in een omgeving met weinig middelen leidt tot wantrouwen in anderen.

Invloeden op sociale interacties. Kwetsbaarheid voor wantrouwen van anderen vormt de start van slechte sociale relaties. Het idee hierbij is dat deze eigenschappen ervoor zorgen dat mensen eerder conflicten hebben en afwijzing meemaken en dat ze minder goed in staat zijn sociale steun en warmte van anderen te ontvangen.

Consequenties voor sociale relaties. Personen die worden blootgesteld aan stress in de kindertijd hebben problemen met het ontwikkelen en behouden van sociale banden van hoge kwaliteit. Dit is het resultaat van de manier waarop ze betrokken zijn in de sociale wereld.

Onderzoek laat zien dat kinderen die worden opgevoed in hardere gezinnen kleinere sociale netwerken, meer conflicten met familie en vrienden hebben en minder sociale ondersteuning ervaren. Deze effecten blijven bestaan gedurende de levensloop.

Consequenties voor ontsteking. Het model suggereert dat waakzaamheid en wantrouwen, en de sociale problemen die ze creëren, de tendensen zullen accentueren die geprogrammeerd zijn in monocyten/macrofagen en daarmee de chronische ontsteking versterken.

Conclusies. De studies in deze sectie zijn consistent met de voorspellingen in het embedding model. Er is echter verder onderzoek nodig.

Corticostriale circuit en appetitieve gedragingen. Het model stelt dat stress in de kindertijd ook de functie van het neurale circuit vormt dat ten grondslag ligt aan zelfregulatie van appetitieve gedragingen. Dit vormgevingsproces leidt tot een fenotype dat de toekomst disconteert, zich gedraagt op een impulsieve manier en gemakkelijk zoekt naar appetitieve stimuli. Als het gevolg daarvan heeft het individu de neiging tot het uitoefenen van gedragingen die een afbreuk doen op de gezondheid, zoals het roken van sigaretten, eten van voedsel met veel vet, fysieke activiteit vermijden en excessief alcohol gebruik. Uit verschillende dieronderzoeken blijkt dat corticostriale circuits een rol spelen bij het mediëren in een reeks processen die zijn betrokken bij de zelfregulatie van appetitief gedrag.

Manifestaties in impulsiviteit. Het model stelt voor dat bij het vormen van het corticostriale circuit, vroege stress een neiging tot impulsief gedrag brengt. Er is steeds meer bewijs voor deze benadering.

Implicaties voor gezondheidspraktijken. Er is robuust bewijs dat de voorkeuren voor huidige in plaats van toekomstige beloningen gevolgen hebben voor gezondheidsgedragingen. Kinderen die meer op de toekomstig zijn gericht zijn minder geneigd tot het gebruik van alcohol en drugs, adolescenten met meer impulsiviteit zijn meer geneigd tot roken en alcohol drinken.

Consequenties voor ontsteking. Het model stelt voor dat ongezonde leefstijlen de chronische stress versterken die werd gevonden bij personen die waren blootgesteld aan stress in de kindertijd.

Conclusies. De onderzoeken die zijn beschreven zijn consistent met de voorstellen in het model.

Tegenslagen in de kindertijd verwekt een pro ontstekend hormonaal milieu

De laatste grote premisse van het model is dat stress in de kindertijd een blijvende invloed heeft op dagelijkse patronen van autonome en endocrine afscheiding. Als gevolg zijn de tonische afgiftepatronen van verschillende hormonen, transmitters en peptiden ontregelt, verzenden de monocyten/macrofagen om te opereren in een milieu dat hun pro ontstekende neigingen accentueert.

Er worden 5 moleculen besproken waarvan stress hun activiteit kan moduleren en waarvan elke een verwante receptor in of op macrofagen hebben. Hierdoor is het mogelijk om de omvang van de ontstekende respons op uitdagingen te reguleren.

Cortisol

Volgens het model heeft stress in de kindertijd een voortdurende invloed op de HPA activiteit, wat ontregelde patronen van cortisol output gedurende het leven als gevolg heeft. Wat zijn de consequenties van ontstekend reageren? Lage kindertijd SES maakt de monocyten voor de cortisol anti ontstekende vaardigheden minder gevoelig. Hierdoor ‘horen’ de genomen van deze cellen minder cortisol signaal dan wat je zou verwachten op basis van de hormonale beschikbaarheid. Pro ontstekende transcriptie factoren zijn wederzijds geactiveerd. In onderzoeken komen verschillende bevindingen naar voren over de consequenties voor ontstekingen.

Catecholamines

Het model suggereert ook dat stress in de kindertijd blijvende invloed heeft op het Centrale Zenuwstelsel, resulterend in een grotere tonische afgifte van de catecholamine eindproducten epinephrine en norepinephrine. Verschillende onderzoeken rapporteren hogere tonische epinephrone en norepinephrone bij volwassenen met een geschiedenis van kindermishandeling. Er is echter veel comorbiditeit met psychiatrische stoornissen bij de proefpersonen.

Cholinergische activiteit

Stress in de kindertijd kan voortdurende effecten op het immuun milieu hebben door het vormen van cholinergische ontlading van het parasympatisch zenuwstelsel.

Oxytocine

Oxytocine is een neuropeptide die betrokken is bij een wijde reeks van inter-persoonlijke processen. Er is bewijs dat suggereert dat OT niveaus in perifere circulatie omhoog gaan als mensen gevoelens van warmte, veiligheid en vertrouwen ervaren. Dit zijn precies de staten waarvan het model suggereert dat ze missen in de interne levens van personen die opgroeien in stress. Consistent met deze redenering, hebben een handvol recente onderzoeken tekorten gevonden in OT vrijlating en/of signalering bij personen die waren blootgesteld aan stress. Meer centraal naar het model, gereduceerde OT in lymfoïde compartimenten kunnen een milieu permissief van ontsteking bevorderen. OT heeft anti-ontstekende vaardigheden.

Conclusies

Er is bewijs dat stress in de kindertijd een blijvende invloed heeft op dagelijkse patronen van endocrine en autonome ontlading. Dit resulteert in gewijzigde hoeveelheden van cortisol. Epinephrine, norepinephrine en oxytocine in circulatie. Er is ook overtuigend bewijs dat deze moleculen een regulerende invloed hebben op ontsteking, gemedieerd aan de hand van effecten van verdeling en activering van monocyten/macrofagen.

Ontsteking en ziekte

Het laatste aspect van het model veronderstelt dat chronische ontsteking pathogene mechanismen voortstuwt die leiden tot ziekte. Wetenschappers erkennen buitensporige en persistente ontstekingen nu als een bijdrage aan het metabolische syndroom, hart en vaatziekten en beroerte, auto-immuunziekten, sommige vormen van kanker en voortijdige veroudering. Metabolisch syndroom: cluster van kenmerken, waaronder hoge bloeddruk, verzwakte glucose controle, lipide disregulatie en abdominale adipositas.

Beperkingen van het model

  • Ondanks dat het model suggereert dat stress in de kindertijd monocyten/macrofagen kalibreert gedurende een sensitieve periode, is het niet duidelijke welke ramen het model open en sluit.

  • Het model toont unidirectionele relaties tussen de componenten.

  • Het model erkent een groot aantal fysieke blootstellingen niet die de effecten van stress in het vroege leven kunnen mediëren.

  • Het model faalt in het overwegen van erfelijke invloeden.

  • Het model gaat niet in op veerkracht, of waarom sommigen individuen die worden blootgesteld aan stress wel gezond blijven.

  • De evaluatie van het model was enkel gebaseerd op nadelen en mishandeling.

Conclusie

Ondanks de beperkingen heeft het model belangrijke sterke punten. Het model suggereert een cascade aan gebeurtenissen waardoor stress ‘onder de huid komt’ op het niveau van weefsels en organen. Deze gebeurtenissen culmineren in een milde maar persistente ontsteking die in samenwerking met de genetische samenstelling van de gastheer leidt tot chronische ziekten bij volwassen. Het suggereert ook een aannemelijke mechanistische oplossing voor het incubatieprobleem, het markeert het vermogen van epigenetische processen, posttranslationele modificaties, en weefselombouw om blijvende veranderingen in de werking van monocyten/macrofagen tot stand te brengen.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Psychology Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.