Rb. Leeuwarden 19 november 2008, LJN BG4914 - Arrest

Rb. Leeuwarden 19 november 2008, LJN BG4914      

 

Casus  

In maart 2005 overleed erflaatster, achterlatende haar vier kinderen als haar enige erfgenamen. Eiseres, één van de erfgenamen, was gehuwd met gedaagde en is na het overlijden van erflaatster van hem gescheiden. Haar huwelijk met gedaagde is ontbonden, maar tot op heden is er geen overeenstemming bereikt over de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. Het erfdeel van eiseres is deel uit gaan maken van de ontbonden huwelijksgemeenschap. Zowel de notaris als de gemachtigde van eiseres hebben gedaagde verzocht zijn medewerking te verlenen aan de verdeling. Gedaagde heeft in reactie hierop aangegeven zijn medewerking wel te willen verlenen, maar onder voorwaarden.

 

Rechtsvraag

Kan van gedaagde  worden gevraagd zijn medewerking te verlenen aan de verdeling van de nalatenschap zoals tussen de erfgenamen is overeengekomen, zonder dat voldaan is aan de voorwaarden die hij aan het verlenen van deze medewerking verbindt?

 

Rechtbank

Volgens de voorzieningenrechter dient allereerst te worden onderzocht of voor de verdeling van de nalatenschap de medewerking van gedaagde is vereist. Vast staat dat het erfdeel van eiseres in de ontbonden huwelijksgemeenschap van eiseres en gedaagde is gevallen. Dit betekent echter niet dat voor de verdeling van de nalatenschap de medewerking van gedaagde is vereist.

Het is in strijd met de grondbeginselen van het erfrecht dat een niet-erfgenaam als deelgenoot optreedt in een nalatenschap op de enkele grond dat hij met een erfgenaam in gemeenschap van goederen gehuwd is of was. Er is sprake van twee elkaar deels overlappende gemeenschappen (de ontbonden huwelijksgemeenschap en de nalatenschapsgemeenschap). Het vereisen van medewerking van gedaagde aan de verdeling van de nalatenschapsgemeenschap zou in strijd zijn met de ongeschreven regel dat de oudere en de jongere gemeenschap onafhankelijk van elkaar moeten worden behandeld.

De ontbinding van de huwelijksgemeenschap heeft in beginsel tot gevolg dat de gemeenschappelijke goederen onder collectief bestuur van de ex-echtelieden vallen, omdat de bestuursregeling van artikel 1:97 BW is uitgewerkt.           

Mede gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, is de voorzieningenrechter echter voorshands van oordeel dat vorenbedoeld erfdeel zodanig aan eiseres is verknocht, dat deze verknochtheid zich verzet tegen collectief bestuur over het erfdeel. Het erfdeel valt derhalve, gelet op het bepaalde in artikel 1:94 lid 3 BW, wel in de gemeenschap, maar onder de beperking dat enkel eiseres er bestuursmacht over heeft. Dit betekent dat enkel eiseres haar medewerking hoeft te verlenen aan de verdeling van de nalatenschap.   

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.