Rb. ’s-Gravenhage zp. Arnhem 14 april 2011, LJN: BQ1202   

Binnenlands vluchtalternatief

Indien de minister een vestigingsalternatief tegenwerpt, is het aan de minister om aannemelijk te maken dat aan de in het betrokken beleid geformuleerde voorwaarden kan worden voldaan. Het ligt daarom op de weg van de minister aannemelijk te maken op welke wijze dit vestigingsalternatief op veilige wijze kan worden bereikt bereiken.           

Dat, zoals de minister stelt, het internationale vliegveld en de weg naar het vliegveld in veilige handen is, maakt naar het oordeel van de rechtbank nog niet aannemelijk dat een veilige terugreis op die wijze mogelijk is, te meer wanneer er in delen van dat land sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 15 lid 1, aanhef en onder c van de Definitierichtlijn.