Rechtbank Arnhem - wijziging gezamenlijk gezag - Arrest

LJN BI3381 en 6 mei 2009 LJN BI3336 met noot J.H. de Graaf

Feiten

Tussen partijen is de echtscheiding uitgesproken en geen gezagsvoorziening getroffen waardoor beiden belast zijn met het ouderlijk gezag over het minderjarige kind. Ze verblijft bij de moeder. De moeder verzoekt later haar alleen te belasten met de uitoefening van het gezag over de minderjarige. Zij stelt namelijk dat zij meermalen heeft geprobeerd contact tussen het kind en de vader tot stand te brengen maar hij kwam afspraken slechts incidenteel na. Sinds september 2005 heeft de vader geen contact meer gezocht met de minderjarige en verder is hij ook verhuist zonder dat te laten weten. De moeder heeft geen zicht op het leven van de vader en hij is in het verleden gokverslaafd geweest. Zij vreest dat de vader haar zal belemmeren in het uitoefenen van het ouderlijk gezag. Zij baseert haar vermoeden op de wijze waarop de vader in het verleden heeft gereageerd op het verzoek om alimentatie van de moeder. De vader heeft de moeder toen laten weten dat indien zij dat door zou zetten hij een verzoek om omgang in zou indienen.

 

Rechtbank

De rechtbank stelt dat het uitgangspunt van de wet is dat het in het belang van het kind is dat na de echtscheiding het gezag gezamenlijk door de ouders wordt uitgeoefend, en dat slechts in uitzonderingsgevallen kan worden aangenomen dat het belang van het kind vereist dat een van de ouders met het gezag wordt belast. Zie art. 1:251a BW. De rechtbank is van oordeel dat er i.c. sprake is van een wijziging van omstandigheden, omdat de vader sinds september 2005 op geen enkele wijze invulling heeft gegeven aan zijn ouderlijk gezag. Er is sindsdien geen contact geweest tussen de vader en de minderjarige, noch tussen de vader en de moeder en hij heeft de moeder niet op de hoogte gesteld van zijn verhuizing en nieuwe woonadres. Blijkens de door de vader ondertekende referteverklaring verzet hij zich niet tegen het door de moeder verzochte en ziet hij af van zijn recht om te worden gehoord. Daarmee is ook voor de afzienbare toekomst een andere opstelling van de vader niet te verwachten.

 

De rechtbank acht het in het belang van de minderjarige noodzakelijk de moeder alleen te belasten met de uitoefening van het gezag over de minderjarige. Er bestaat gegronde vrees dat de moeder, doordat de vader geen invulling geeft aan zijn ouderlijke verantwoordelijkheid, zal worden belemmerd in de uitoefening van het gezamenlijke ouderlijke gezag.

 

De rechtbank wijst het verzoek van de moeder toe.

 

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.