Rechtbank Gelderland, 16-10-2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:6783

Casus

Verzoeker is per 1 april 2015 in dienst gereden bij verweerder in de functie van logistiek medewerker voor 14 uur per week tegen een salaris van €525,37 bruto per maand, inclusief vakantietoeslag en vakantiedagen. De arbeidsovereenkomst is aangegaan voor een bepaalde tijd van 6 maanden. In artikel 4 van de arbeidsovereenkomst is bepaald dat zowel werkgever, als werknemer, bevoegd is om de arbeidsovereenkomst tussentijds schriftelijk op te zeggen, tegen het einde van de kalendermaand, met inachtneming van de wettelijke bepalingen en opzegtermijnen. Op 27 juli 2015 heeft verzoeker een ontslagbrief ontvangen met daarin dat zijn contract met onmiddellijke ingang is beëindigd. De laatste werkdag van verzoeker was vastgesteld op 6 juli 2015. Volgens verzoeker was deze opzegging onrechtmatig op grond van artikel 7:672 lid 9 BW.

Rechtbank

Verwerende partij heeft de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd op 27 juli 2015, met terugwerkende kracht, tussentijds schriftelijk opgezegd. Dit is in strijd met het bepaalde in artikel 4 van de arbeidsovereenkomst en met artikel 7:672 lid 1 en lid 2 sub a BW, enerzijds omdat niet tegen het einde van de kalendermaand is opgezegd en anderzijds omdat geen opzegtermijn van één maand in acht is genomen. Verwerende partij had, indien zij op regelmatige wijze zou hebben opgezegd, de overeenkomst pas tegen 1 september 2015 kunnen opzeggen. Verweerder wordt veroordeeld in de kosten.