Renault v. Maxicar - Arrest

 

HvJ EG 11 mei 2000 (Renault v. Maxicar)

Aan de zaak ten grondslag ligt een geschil tussen het Franse Renault en het Italiaanse Maxicar en Formento. Het Franse Cour d'appel de Dijon had de Italiaanse partijen veroordeeld tot betaling van een geldboete en schadevergoeding wegens namaak, omdat zij niet originele vervangingsonderdelen voor auto's van het merk Renault zonder toestemming van Renault (houder van het desbetreffende recht van industriële eigendom) in Italië hadden vervaardigd en in Frankrijk hadden ingevoerd.

 

In casu stelt de Turijnse rechter van het Corte d'appello di Torino het Hof enkele vragen over de uitleg van het Verdrag van 27 september 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna: „Executieverdrag"), en van de artikelen 30 en 36 EG-Verdrag (thans, na wijziging, de artikelen 28 EG en 30 EG) en artikel 86 EG-Verdrag (thans artikel 82 EG). De Italiaanse rechter wil weten of een in Frankrijk gewezen arrest dat volgens hem in strijd is met de beginselen van het vrije verkeer van goederen en van de vrije mededinging, op grond van het Executieverdrag in Italië ten uitvoer moet worden gelegd.

 

Het Hof van Justitie stelt dat „Een beslissing van een rechter van een lidstaat kan in een andere lidstaat niet met de openbare orde in de zin van artikel 27, punt 1, Executieverdrag in strijd worden geacht op de enkele grond, dat daarbij het bestaan wordt erkend van een recht van industriële of intellectuele eigendom op losse onderdelen die tezamen de carrosserie van een auto vormen, en de houder van dat uitsluitende recht bescherming wordt verleend in de vorm van een verbod aan derden, te weten marktdeelnemers uit een andere lidstaat, om die losse onderdelen in de lidstaat waar de beslissing werd gegeven, te fabriceren, te verkopen, in te voeren of daaruit uit te voeren, een en ander onder bedreiging. Dit geldt ook wanneer die mogelijkheid in de rechtsorde van de andere lidstaat (de aangezochte staat) niet bestaat, of wanneer in de beslissing waarvan de tenuitvoerlegging wordt gevraagd, het gemeenschapsrecht verkeerd is uitgelegd, aangezien slechts in uitzonderlijke gevallen sprake is van strijd met de openbare orde, namelijk alleen wanneer fundamentele rechtsbeginselen zijn geschonden."

 Een beroep op de openbare orde mag dus alleen in uitzonderlijke gevallen worden toegepast.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.