SANDERS - SANDERS, 15-04-1966, NJ 1966, 302

CASUS
Sanders junior komt met zijn vader overeen, dat hij in verband met zijn huwelijk een schuur die op het erf  van zijn vader staat en eigendom van de laatste is, op eigen kosten mag verbouwen en uitbreiden, om aldus een woning voor hem en zijn gezin te verkrijgen. De kosten van onderhoud voor de woning zouden ten laste van Sanders junior komen, waar tegenover stond dat hij voor de woning niets aan zijn vader zou zijn verschuldigd. Aan de verbouwing en uitbreiding van de schuur besteedt de zoon een belangrijk bedrag, en met toestemming van zijn vader bouwt hij nog een schuur en een garage op het erf. De verstandhouding verslechtert echter, en na een bewoning van 8 jaar wordt de zoon het gebruik van de schuur met een termijn van drie maanden opgezegd.

HR
De HR overweegt ten dien aanzien, 'dat nu, al zal naar de aard van dergelijke bruikleenovereenkomsten de billijkheid in het algemeen meebrengen dat de uitlener de overeenkomst met inachtneming van een redelijke, aan de omstandigheden aangepaste termijn kan opzeggen, wanneer hem dit goeddunkt, de onderhavige overeenkomst, waarbij de gebruiker zelf de kosten heeft gedragen die nodig waren om de zaken in de vorm waarin hij deze thans gebruikt, tot stand te brengen en daaraan bovendien veel arbeid heeft besteed, ook indien deze als bruikleenovereenkomst moet worden beschouwd, zodanig afwijkt van de figuren die zich bij een bruikleenovereenkomst in het algemeen voordoen, dat een dergelijke opzeggingsbevoegdheid daarin niet past en mede met oog op de verdere door het Hof vastgestelde omstandigheden moet worden aangenomen dat de opzegging slechts kan plaatsvinden om redenen als door het Hof in zijn door het tweede middel bestreden beslissing zijn omschreven'.