Schenker/Prorail, HR 8 februari 2013, NJ 2013, 107 - Arrest

Schenker/Prorail, HR 8 februari 2013, NJ 2013, 107

Jaar:

2013

(Pagina) nummer

107

Casus

Prorail is een organisatie die zorg draagt voor de instandhouding van de railinfrastructuur in Nederland. DB Schenker is een railtransportbedrijf. Op 4 oktober 2004 te Venlo zijn ertswagons van DB Schenker van het spoor geraakt waardoor er schade aan het spoor is ontstaan. Prorail heeft geëist dat DB Schenker de schade zou vergoeden en de rechtbank heeft bij tussenvonnis geoordeeld dat op DB Schenker een risicoaansprakelijkheid rust (art. 6:173 en 6:181 BW).

De Rechtbank heeft een deskundige aangewezen om te onderzoeken of DB Schenker aansprakelijk is. De deskundige heeft gevraagd om het Brondocument van Lloyd's Register Rail wat betrekking heeft op het onderzoek. DB Schenker weigert het Brondocument te overhandigen. De deskundige geeft aan bij de rechtbank dat het Brondocument noodzakelijk is voor het onderzoek.

Prorail vordert DB Schenker in kort geding dat zij alsnog het Brondocument overhandigen (art. 843a Rv) en de voorzieningenrechter heeft DB Schenker bevolen een afschrift van het Brondocument af te geven.

Hot hof bekrachtigd het vonnis van de voorzieningenrechter en stelt dat de vordering van Prorail in kort geding kan. Daaraan doet niet af dat toewijzing van de vordering kan leiden tot een onomkeerbaar gevolg doordat een eenmaal gegeven advies niet meer ongedaan kan worden gemaakt zegt het hof (rov. 3.1).

DB Schenker haalt aan dat er geen plaats is voor een vordering op basis van art. 843a Rv in een apart kort geding tijdens een lopende bodemprocedure.

Noch in art. 843a Rv als in de literatuur staat een beperking beschreven wat betreft een kort geding tijdens een lopende bodemprocedure. Wel wordt er gesteld dat de kortgedingrechter zich in dat geval bij de inhoudelijke beoordeling van de vordering terughoudend dienen op te stellen en zich dienen te richten naar een genomen (tussen)beslissing(en) van de rechter in de bodemzaak.

 

Conclusie

In de wet en literatuur wordt niet gesteld dat een vordering niet mogelijk is, dus die aanklacht van DB Schenker faalt. Ook de andere aanklachten van DB Schenker leiden niet tot cassatie.

Hoge Raad

De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt DB Schenker in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Prorail begroot op € 799,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Datum uitspraak

8 februari 2013

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.