Schwanen/Hundscheid II - Arrest

Feiten

Het arrest Schwanen/Hundscheid II is een vervolg op het arrest Schwanen/Hundscheid I van 6 december 2002. In Schwanen/Hundscheid I ging het om de vraag hoe partijen met elkaar moeten afrekenen als zij hun overgespaarde inkomen hebben gebruikt voor aflossing van de hypotheekschuld. In Schwanen/Hundscheid I heeft de Hoge Raad bepaald dat de aflossingen op de hypotheek uit overgespaard inkomen van de tijdens het huwelijk geleverde woning worden gezien als een belegging in de woning. In Schwanen/Hundscheid II geeft de Hoge Raad wel aan op welke wijze moet worden verrekend.

 

Oordeel
De Hoge Raad maakt duidelijk dat het betalen van hypotheekrente van een echtelijke woning wordt aangemerkt als het voldoen van kosten van de huishouding. De hypotheekrentebetalingen komen dus niet als onverteerd inkomen voor verrekening in aanmerking. De Hoge Raad oordeelt onder meer dat het in deze zaak niet gaat om verrekening betreffende tijdens het huwelijk met geleend geld verworven aandelen, maar betreffende de tijdens het huwelijk met geleend geld verworven echtelijke woning. In zo’n geval zijn, zoals de man heeft aangevoerd, de rentebetalingen kosten der huishouding in de zin van art. 1:84 lid 1 BW en komen die bedragen dus niet als onverteerd inkomen voor verrekening in aanmerking.

Ten tweede geeft de Hoge Raad de formule voor het berekenen van het te verrekenen vermogen. Het verrekenbaar vermogen bestaat uit het breukdeel, dat vormt gevormd door de aflossingen, gedeeld door de totale schuld en vermenigvuldigd met de waarde van de woning. Deze formule geldt voor de situatie waarin door één van de partijen tijdens het huwelijk een woning is gekocht en op de hypothecaire geldlening uit overgespaarde inkomsten is afgelost.
Bij de door het Hof gevolgde wijze van begroting van het te verrekenen bedrag valt niet in te zien dat het feit dat het om een annuïteitenlening gaat een neerwaartse bijstelling van het in beginsel aan de vrouw toekomende bedrag zou kunnen rechtvaardigen, in zoverre zijn de onderdelen van de klacht gegrond. De Hoge Raad kan, nu de gedingstukken geen andere slotsom toelaten dan dat voor een zodanige bijstelling geen grond bestaat, de zaak zelf afdoen.

 

Conclusie

De Hoge Raad geeft aan, hoe partijen met elkaar moeten afrekenen als zij hun overgespaarde inkomen hebben gebruikt voor aflossing van de hypotheekschuld (en daarmee dat inkomen hebben belegd in een tijdens het huwelijk verworven echtelijke woning). Hiermee is duidelijkheid gekomen over het onderwerp verrekenen en de echtelijke woning.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.