Social psychology and development aid - Hansen - Artikel


Er leven meer dan een miljard mensen op de wereld in armoede. Deze mensen bezitten weinig en lijden aan honger. Regeringen besteden veel geld aan ontwikkelingshulp projecten die de levensomstandigheden van mensen in arme landen moeten verbeteren. De hulp die geboden wordt moet de sociale, economische, politieke en omgeving gerelateerde ontwikkeling in arme landen verbeteren. Een voorbeeld is het geven van zogenaamde microcredits, zodat mensen een eigen activiteit om een inkomen te kunnen genereren krijgen. Ontwikkelingshulp (developmental aid) probeert om de levensomstandigheden van mensen op lange termijn te verbeteren. Humanitaire hulp (humanitarian aid) heeft juist een focus op de korte termijn. Humanitaire hulp richt zich op het bieden van directe hulp aan mensen die met een natuurramp te maken hebben gehad, zoals een ziekte of een tsunami of die te maken hebben gehad met een ramp die veroorzaakt is door de mens. Humanitaire hulp geeft materiële en logistische hulp (eten, reddingsteams en medische service).

Mensen vragen zich af of ontwikkelingshulp het leven van mensen in arme landen wel echt kan verbeteren. Voorstanders zeggen dat grote investeringen cruciaal zijn om armoede te reduceren. Dit kan volgens de voorstanders, doordat de arme mensen over hun arme positie heen kunnen komen. Tegenstanders zeggen dat hulp juist de situatie verergert, omdat het lokale instituties corrupt kan maken en ondermijnen. Het is daarom belangrijk om te weten of ontwikkelingshulp interventies effectief kunnen zijn. Daarom moeten we weten hoe we de effectiviteit van ontwikkelingshulp interventies kunnen bestuderen en welke factoren de effectiviteit vergroten. Theorieën uit de sociale psychologie kunnen hierbij helpen. Psychologen kunnen ons helpen om in te zien wanneer en hoe ontwikkelingshulp projecten succesvol of niet succesvol zijn.

Het evalueren van ontwikkelingshulp interventies

De meeste ontwikkelingshulp interventies zijn er op gericht om het gedrag van mensen te veranderen. De technieken en producten die gegeven worden aan mensen uit arme landen vragen van die mensen om hun dagelijkse bezigheden te veranderen. Theorieën uit de sociale psychologie kunnen toegepast worden om interventies te ontwerpen of te verbeteren. Daarnaast kunnen onderzoeksmethoden uit de sociale psychologie gebruikt worden om uit te zoeken of het programma de bedoelde effecten had en welke factoren bijgedragen hebben aan het succes (of falen) van een programma. Impact evaluaties kunnen daarvoor gebruikt worden. Deze proberen te bepalen in welke mate verschillende activiteiten van een hulpproject bijgedragen hebben aan het behalen van de doelen. Dit wordt gedaan door te kijken naar de impact (op lange en korte termijn). Goede impact evaluaties zijn belangrijk. Regeringen en donateurs vragen vaak naar een impact evaluatie om te zien hoe hun geld besteed is en of de bedoelde effecten op hebben getreden. De impact evaluaties kunnen belangrijke informatie geven en helpen mensen te beslissen welke projecten voortgezet moeten worden en hoe bepaalde projecten veranderd moeten worden om de effectiviteit te verbeteren. De evaluaties kunnen donateurs overtuigen om een financieel project te steunen.

Project ontwikkelaars gebruiken een zogenaamde result chain om een interventie in de gaten te houden en om het succes van een interventie te evalueren. De result chain helpt een organisatie om verschillende aspecten van een interventie te definiëren. Het laat een grafische weergave zien van de verschillende componenten van een interventie en de relatie die deze componenten met elkaar hebben. Het is belangrijk om de verschillende componenten te definiëren, om zo te begrijpen hoe specifieke activiteiten kunnen leiden tot de bedoelde impacts.

Organisaties ontwikkelen ook een theory of change. Dit is een methodologisch instrument en het is vaak onderdeel van een programma-planning en evaluatie. Hierin wordt de visie van de lange termijn doelen beschreven en ook hoe de projectleider de doelen wil bereiken en welke metingen er gebruikt gaan worden om de voortgang te bekijken. De theory of change verklaart hoe en waarom bepaalde activiteiten de veranderingen die deelnemers willen zullen brengen. Een theory of change laat eerst een causaal verband zien tussen de inputs en activiteiten naar de uitkomsten. Dit wordt gedaan door te specifiëren wat er nodig is om bepaalde doelen te bereiken. Daarna moeten de leiders de onderliggende assumpties articuleren. Deze kunnen gemeten en getest worden. Dit helpt men in te zien of en waarom interventies effectief zijn. Organisaties doen vaak zelf hun impact evaluaties of ze huren een externe consultant in om een interventie te evalueren. Het is cruciaal voor een evaluatie om de specifieke componenten van een interventie te definiëren en om goede metingen te ontwikkelen zodat de inputs en impacts goed bestudeerd kunnen worden.

Het testen van de effectiviteit van een ontwikkelingshulp interventie

Het volgende voorbeeld zal laten zien hoe de effectiviteit van een interventie bestudeerd kan worden met behulp van een experimenteel design. Het voorbeeld laat daarnaast ook zien dat het belangrijk is om goed na te denken over de culturele context wanneer je een interventie ontwikkeld of evalueert.

Verbeterde fornuizen interventie

In armere landen worden vaak traditionele fornuizen gebruikt. Helaas is het zo dat de open vuren in hutjes/woninkjes gezondheidsproblemen (zoals problemen met de longen en luchtwegeninfecties) veroorzaken. Een ontwikkelingshulp interventie voerde nieuwe fornuizen in en de interventie had als doel om de gezondheid te verbeteren, het verlagen van brandstoffen en het verminderen van de luchtverontreiniging binnenshuis. Het nieuwe fornuis werd zo ontworpen, dat het leek op het traditionele fornuis en het was gemaakt uit lokaal materiaal voor een lage prijs. Het nieuwe fornuis zorgde er voor dat de vlammen niet in contact kwamen met het eten en er was ook een schoorsteen aan vast om de rook uit het huis te verwijderen. Het traditionele fornuis kon maar een pan hebben, terwijl het nieuwe fornuis twee pannen kon bevatten. Het fornuis kon dus ook de kooktijd reduceren. Tests lieten zien dat er minder luchtvervuiling binnenshuis was en dat het fornuis minder brandstof gebruikte dan het traditionele fornuis.

Het nieuwe fornuis werd gratis rondgedeeld in een van de armste provincies van India. Er werd een soort van loterij gebruikt om huishoudens in elk dorp op een random manier in te delen in een van de drie condities. Er werd een wachtlijst methode gebruikt. Een derde van de huishoudens in elk dorp kreeg de verbeterde fornuizen aan het begin van het project, een derde kreeg de fornuizen twee jaar nadat de eerste fornuizen gegeven werden en het laatste deel kreeg de fornuizen weer twee jaar later. Mensen uit het dorp kregen informatie over het fornuis tijdens dorpsvergaderingen. 2651 huishoudens in 44 dorpen werden vier jaar nadat de eerste fornuizen weg werden gegeven gevolgd. De assessment van outputs werd gedaan door te kijken naar het aantal gedistribueerde fornuizen en de gegeven trainingen.

De assessment van de impacten werd gedaan door onderzoekers. Zij bezochten de huizen en keken naar drie dingen. Het eerste waar ze naar keken was of de fornuizen gebruikt werden en of de oude fornuizen ook gebruikt werden. Het tweede waar ze naar keken waren gezondheidsindicatoren. De onderzoekers vroegen de dorpsbewoners over hun gezondheidssymptomen, zoals kuchen en verkouden zijn (door self-reports) en ze voerden ook gezondheidschecks uit om longproblemen te diagnosticeren. Het derde waar ze naar keken waren uitgaven aan brandstoffen. De onderzoekers vonden dat maar 70% van de huishoudens die zo’n fornuis ‘wonnen’ het gingen bouwen tijdens het eerste halfjaar van het programma. Ook vonden ze dat het gebruik van de fornuizen afnam met de tijd. Dit kwam vooral door verkeerd onderhoud. De onderzoekers vonden ook een reductie van rook inademing van de primaire kok in het eerste jaar. Er waren geen verdere gezondheidsverbeteringen gevonden over langere periodes. Ook nam het brandstofverbruik niet af. Hoe kan een fornuis dat lovende resultaten tijdens de tests liet zien, niet gebruikt werd in het veld?

Volgens de onderzoekers werden de fornuizen niet genoeg gewaardeerd. De inwoners hebben de voordelen van zo’n fornuis niet goed ingezien. Er was echter niet veel informatie dat kon uitleggen waarom mensen de nieuwe fornuizen niet gebruikten. Er was weinig tevredenheid met de nieuwe fornuizen, maar verder was er geen informatie beschikbaar dat diepe informatie kon geven over de redenen waarom het fornuis niet gebruikt werd.

Experimentele designs

Bij ontwikkelingshulp interventies worden er vaak experimentele designs gebruikt die verschillende groepen die verschillende typen interventies krijgen vergelijken. Experimentele designs proberen te begrijpen welke type interventies het meest efficiënt zijn om bepaalde doelen te bereiken. Er zijn vele studies geweest die een psychologische benadering gebruikten om het menselijk gedrag te beïnvloeden. De meeste studies hebben incentives (stimulansen) gebruikt. Deze incentives kunnen positieve of negatieve uitkomsten hebben. Een studie liet zien dat kleine, niet-financiële incentives (1 kilogram linzen per immunisatie) gegeven aan de moeder de mate van immunisatie van kinderen verbeterde. Het geven van additionele incentives kan er echter toe leiden dat de externe motivatie om gedrag te veranderen van mensen vergroot wordt, maar de interne motivatie niet. Mensen zullen misschien minder bereid zijn om een prikje te halen tegen een andere ziekte in de toekomst wanneer er geen additionele incentives gegeven worden.

Deze twee voorbeelden laten zien dat het belangrijk is om de componenten van een interventie te definiëren en om een robuuste design toe te passen (controle groepen, randomisatie, longitudinale design) om causale conclusies te trekken over de effectiviteit van een interventie. Veel westerse ontwikkelingshulp projecten kijken niet goed naar de lokale culturen. Dit kan cruciale implicaties hebben voor de ontwikkelingsprogramma’s. De interventies of instrumenten die gebruikt worden zijn vaak ontwikkeld in meer moderne en individualistische landen. Ze worden goed voor-getest in deze culturen en de assumpties over het functioneren zijn gebaseerd op psychologische en culturele factoren die relevant zijn in de corresponderende cultuur. Deze interventies worden dan geïntroduceerd in totaal andere culturen, met een arme en collectivistische bevolking. Kwalitatief onderzoek kan helpen om de culturele context beter te begrijpen. Het is belangrijk om meer over de dagelijkse routines van de mensen te leren. Ook is het belangrijk om meer te weten te komen over de psychologische processen. Ook moet er rekening gehouden worden dat elke kleine innovatie van mensen vraagt om gedrag en motivatie te veranderen. Bij het voorgaande voorbeeld kun je bedenken dat vrouwen minder tijd besteden aan het zoeken van hout in het bos, omdat ze een betere fornuis hebben. Dit zouden wij moderne mensen zien als iets positiefs. Echter, misschien vonden de vrouwen in India het wel een leuke activiteit om even lekker te wandelen in het bos. Ze willen misschien even alleen zijn of juist met andere vrouwen kletsen in het bos.

Sociale psychologie en ontwikkelingshulp

Sociaal psychologisch onderzoek kan helpen om interventies en impact evaluaties te verbeteren. Informatie over de culturele context kan inzicht geven in hoe een interventie op een succesvolle manier geïntroduceerd kan worden en hoe impacten op de langere termijn gestimuleerd kunnen worden. Er kan een pre-test gedaan worden met een kleine groep proefpersonen om te zien of en wie het fornuis zouden gebruiken. Kwalitatieve onderzoeksmethoden, zoals interviews of focus groep discussies, kunnen inzicht geven over de redenen waarom mensen een oven wel of niet zouden gebruiken. Mensen uit arme landen zijn ook niet gewend om schaalvragen te beantwoorden en ze kunnen daarnaast vaak niet lezen of schrijven. Het is daarom belangrijk om kwalitatieve methoden te gebruiken. Metingen die kijken naar psychologische factoren (gewoonten, attitudes en sociale normen) kunnen inzicht geven over waarom mensen een nieuw fornuis niet willen gebruiken. Het is goed om verschillende methoden toe te passen. Hieronder zal een voorbeeld gegeven worden over een sociaal psychologisch onderzoek met betrekking tot een gezondheid gerelateerde interventie in ontwikkelingslanden. Dit voorbeeld kijkt wel naar de culturele context.

Voorbeeld

Elk jaar sterven er meer dan een miljoen kinderen voor hun vijfde verjaardag door diarree. De meeste kinderen die hieraan overlijden, leven in arme landen. De meeste diarree-doden kunnen voorkomen worden door veilig drinkwater, hygiëne en sanering. De World Health Organization (WHO) raadt een simpele methode van water disinfectie door de zon (SODIS). Hiermee kunnen mensen hun besmette drinkwater schoon maken. Het besmette water wordt gevuld in een plastic fles en in zonlicht geplaatst voor ten minste zes uur. Het water wordt gedesinfecteerd en kan gedronken worden. Deze methode doodt aan groot aantal pathogenen die het water besmetten. Deze methode verbetert de gezondheid, is makkelijk te gebruiken, niet duur en wordt gepromote sinds 1995. Toch is het niet heel succesvol. Alleen maar een paar mensen gebruiken deze methode en veel stoppen er op een gegeven moment mee. Overheidsorganisaties en niet-overheidsorganisaties hebben verschillende strategieën gebruikt om deze methoden te adopteren. Een voorbeeld is het trainen van mensen om deze methode goed te gebruiken. Er zijn drie typen van promotie strategieën: massa media (radio en TV), gecentraliseerde communicatie of interpersoonlijke communicatie (experts). Het is echter dus wel belangrijk om de culturele context in de gaten te houden. Mensen in arme landen horen vaak in collectivistische culturen. Hun gedrag zal door hun gemeenschap beïnvloed worden.

Onverwachte culturele veranderingen door het gebruik van laptops

Interventies kunnen onverwachte bijeffecten veroorzaken, waar de onderzoekers van tevoren niet bij stil gestaan hebben. De bijeffecten kunnen ook leiden tot culturele verandering. In het volgende stuk zal een voorbeeld gegeven worden over de rol van cultuur en hoe het kan veranderen door ontwikkelingshulp interventies. Eerst moet er echter een aantal termen uitgelegd worden. Cultuur is een collectivistisch fenomeen dat een gemeenschappelijk referentiepunt geeft aan mensen om hun realiteit op te baseren. In een cultuur geven specifieke symbolische concepten zoals de omgeving, sociale systemen, normen en waarden form en richting aan gedrag. Cultuur rust niet alleen in individuen, maar is ook gelokaliseerd in producten, maatschappij en instituties. De socioculturele systemen waarin mensen leven vormen het individu. Culturen kunnen het zelf concept beïnvloeden en informeren en ze kunnen onderscheiden worden in individualisme en collectivisme in een maatschappij en de independence (onafhankelijkheid) en interdependence (afhankelijkheid) in individuen. Mensen die een independent self-construal hebben zien het zelf als een onafhankelijke entiteit. Ze streven naar hun eigen doelen. Mensen die interdependent zijn, bekijken zichzelf in relatie tot anderen en hun relatie met anderen zal hun gedrag beheersen. Onderzoek heeft uitgewezen dat veel arme landen collectivistisch zijn en rijke landen individualistisch. Dit kan implicaties hebben voor het introduceren van een bepaalde innovatie dat gemaakt is in een individualistisch land voor een collectivistisch land.

Een voorbeeld van modernisatie is het introduceren van een laptop in een laag ontwikkeld land (waar maar een paar mensen toegang hebben tot een laptop). Onderzoek heeft uitgewezen dat de introductie van technologie een krachtig instrument is om culturele en sociale verandering teweeg te brengen. Nieuwe technologieën introduceren kan een cultuur vormen. Traditionele samenlevingen kunnen veranderd worden in meer moderne samenlevingen. De modernisatie theorie gaat er van uit dat verschillende aspecten van modernisatie (nieuwe technologieën) culturele en sociale veranderingen kunnen stimuleren. Een van de indicatoren waar onderzoekers naar hebben gekeken zijn waarden. Veranderingen in waarden woorden gezien als tekenen van sociale en culturele veranderingen. Waarden zijn leidende principes in het leven van mensen en ze kunnen het gedrag van mensen beïnvloeden. Onderzoeken hebben uitgewezen dat bepaalde waarden belangrijker worden met de tijd door modernisatie (tolerantie, vertrouwen en participatie). Andere waarden veranderen niet met de tijd (religie en traditie).

Voorbeeld

De modernisatie theorie was getest in de context van een laptopprogramma voor leerlingen in Ethiopië. Dit werd gedaan om de processen van onderliggende culturele veranderingen te bestuderen op een micro-level. De onderzoekers wilden weten of het introduceren van een laptop voor leerlingen leidde tot een bekrachtiging van meer moderne waarden en of het bekrachtigen van specifieke traditionele waarden zou blijven bestaan.

Het onderzoek werd gedaan in een van de armste landen van de wereld, Ethiopië. De meeste kinderen daar hebben niet eens een laptop gezien. Voor deze kinderen is een laptop een stuk modernisatie. Leerlingen uit twee klassen werden een laptop gegeven die zij op school en thuis konden gebruiken. Deze leerlingen werden twee jaar lang gevolgd en ze werden vergeleken met een groep leerlingen zonder laptop. Leerlingen konden hun laptop gebruiken om hun schoolboeken te lezen, teksten te bewerken, dingen uit te rekenen, browsen in een offline database van Wikipedia en plaatjes, geheugenspelletjes spelen, foto’s, video’s en tekeningen maken, muziek maken en chatten met andere laptops binnen 10 meter. De leerlingen hadden geen toegang tot het internet.

De onderzoekers vonden dat er sterk bewijs was voor de verandering in waarden. Kinderen die hun laptop gedurende zes maanden meer gebruikten, onderschreven meer agentic culturele waarden. Dit waren prestatie, universalisme (iedereen met op dezelfde manier behandeld worden), zelf-directie en benevolentie. Het lijkt er ook op dat waarden die gerelateerd zijn aan individuele verbetering en het zorgen voor anderen versterkt werden. De onderzoekers suggereerden dat de leerlingen zich meer realiseerden dat ze in staat waren om invloed uit te oefenen op hun handelingen, keuzes en de loop van gebeurtenissen. De onderzoekers dachten dat dit kwam doordat de leerlingen onafhankelijk van hun docenten of ouders geleerd hadden om om te gaan met de laptop, door nieuwe activiteiten uit te proberen of door anderen uit te leggen hoe een laptop werkt. De leerlingen ontwikkelden ook sterkere attitudes voor gender gelijkheid (jongens en meisjes horen dezelfde kansen in het leven te krijgen). Zowel jongens als meisjes gebruikten de laptop even vaak en ze ontwikkelden dezelfde mate van agentschap. In landelijke gebieden waren de veranderingen sterker dan in stedelijke gebieden. Dat is omdat leerlingen uit landelijke gebieden nooit eerder een laptop hebben gezien, terwijl een paar leerlingen uit de steden al wel een computer hebben gezien. Op het plattenland werd een laptop dus als heel modern beschouwd en het had een sterkere impact op culturele verandering. Zoals verwacht bleven de traditionele waarden (luisteren naar ouders en religieuze regels volgen) wel intact, en namen zelfs een beetje toe.

In een volgende stap wilden de onderzoekers zien of de bevindingen gerepliceerd konden worden met andere maten van culturele expressies en ze wilden onderzoeken of het gebruik of slecht het bezit van een laptop deze effecten aandreef. De onderzoekers hadden nog een vergelijkingsgroep: een jaar na het verschaffen van de laptops waren sommige laptops stuk en konden niet meer gebruikt worden. Toch namen leerlingen deze laptops mee naar school. De leerlingen waren in het bezit van een laptop, maar konden deze niet gebruiken en van de activiteiten van de laptop profiteren. Deze studenten hadden slechts eigendomsrecht. De onderzoekers voorspelden dat de leerlingen die actief gebruikt maakten van de laptop meer individualistische waarden zouden aanhangen en zichzelf meer omschrijven in onafhankelijke termen dan de controle groep. De onderzoekers verwachtten verder geen verschillen in traditionele culturele expressies. Ze vergeleken kinderen die vaak hun laptop gebruikten met een controlegroep van kinderen zonder laptop en kinderen die een gebroken laptop hadden.

De onderzoekers vonden dat alleen studenten die actief hun laptop gebruikten, meer onafhankelijke zelf-constructies en waarden hadden dan de leerlingen zonder laptop. Studenten met een kapotte laptop verschillenden niet significant van leerlingen met laptop of zonder laptop. Ook verschilden de traditionele waarden niet tussen de condities. Beide studies wezen uit dat waarden die verandering uitdrukken belangrijker werden na het gebruiken van een laptop gedurende een bepaalde tijd, terwijl traditionele waarden behouden bleven. Dit gebeurde alleen wanneer leerlingen actief laptops gebruikten en alleen een laptop bezitten leidde niet tot deze effecten.

Toegepaste sociale psychologie in de context

Interdisciplinaire kennis is nodig om de effectiviteit van projecten te verbeteren en te onderzoeken. Sociale psychologen kunnen een helpend perspectief bieden voor het ontwerpen en ontwerpen van ontwikkelingshulp interventies. Ze kunnen je helpen om te ontdekken wanneer en waarom sommige interventies succesvol zijn en andere interventies niet door de sociaal psychologische factoren en culturele verschillen in acht te nemen. Het uitvoeren van onderzoek in arme landen is niet altijd ethisch verantwoord. Een van de ethische implicaties is het toewijzen van personen aan het onderzoek. Sommige mensen kunnen profiteren van de interventies, terwijl de controle groep dat waarschijnlijk niet kan. Organisaties hebben vaak maar een gelimiteerd bedrag dat beschikbaar is voor het onderzoek en dit bedrag kan niet alle deelnemers ondersteunen. Het random toewijzen van proefpersonen kan enigszins voor het eerlijk distribueren van schaarse goederen zorgen. De mensen van de controle groep kunnen wellicht dezelfde voordelen op een later moment (wanneer het onderzoek afgelopen is) ontvangen.

Onderzoek dat gedaan wordt in arme landen kan onderzoekers helpen om te zien of de theorieën generaliseerbaar zijn. De meeste onderzoeken worden uitgevoerd met proefpersonen uit Western, Educated (opgeleide), Industrialized, Rich en Democratic samenlevingen (WEIRD). De meeste participanten zijn jonge studenten uit de VS, die deelnemen aan het onderzoek voor studiepunten. Onderzoek dat gedaan wordt in andere delen van de wereld en met een generale populatie kan onderzoekers meer inzicht geven in de generaliseerbaarheid van de resultaten. Het kan ook licht werpen op de relevante culturele factoren die het verschil tussen culturen uitleggen.

BulletPoint samenvatting

  • Regeringen besteden veel geld aan ontwikkelingshulp projecten die de levensomstandigheden van mensen in arme landen moeten verbeteren. De hulp die geboden wordt moet de sociale, economische, politieke en omgeving gerelateerde ontwikkeling in arme landen verbeteren. Ontwikkelingshulp probeert om de levensomstandigheden van mensen op lange termijn te verbeteren. Humanitaire hulp heeft juist een focus op de korte termijn. Humanitaire hulp richt zich op het bieden van directe hulp aan mensen die met een natuurramp te maken hebben gehad, zoals een ziekte of een tsunami of die te maken hebben gehad met een ramp die veroorzaakt is door de mens. Humanitaire hulp geeft materiële en logistische hulp (eten, reddingsteams en medische service). Mensen vragen zich af of ontwikkelingshulp het leven van mensen in arme landen wel echt kan verbeteren. Voorstanders zeggen dat grote investeringen cruciaal zijn om armoede te reduceren. Dit kan volgens de voorstanders, doordat de arme mensen over hun arme positie heen kunnen komen. Tegenstanders zeggen dat hulp juist de situatie verergert, omdat het lokale instituties corrupt kan maken en ondermijnen. Het is daarom belangrijk om te weten of ontwikkelingshulp interventies effectief kunnen zijn. Daarom moeten we weten hoe we de effectiviteit van ontwikkelingshulp interventies kunnen bestuderen en welke factoren de effectiviteit vergroten. Theorieën uit de sociale psychologie kunnen hierbij helpen. Psychologen kunnen ons helpen om in te zien wanneer en hoe ontwikkelingshulp projecten succesvol of niet succesvol zijn.

  • De meeste ontwikkelingshulp interventies zijn er op gericht om het gedrag van mensen te veranderen. De technieken en producten die gegeven worden aan mensen uit arme landen vragen van die mensen om hun dagelijkse bezigheden te veranderen. Theorieën uit de sociale psychologie kunnen toegepast worden om interventies te ontwerpen of te verbeteren. Daarnaast kunnen onderzoeksmethoden uit de sociale psychologie gebruikt worden om uit te zoeken of het programma de bedoelde effecten had en welke factoren bijgedragen hebben aan het succes (of falen) van een programma. Impact evaluaties kunnen daarvoor gebruikt worden. Deze proberen te bepalen in welke mate verschillende activiteiten van een hulpproject bijgedragen hebben aan het behalen van de doelen. Dit wordt gedaan door te kijken naar de impact (op lange en korte termijn). Goede impact evaluaties zijn belangrijk (dan weten regeringen en donateurs of ze hun geld gaan besteden).

  • Veel westerse ontwikkelingshulp projecten kijken niet goed naar de lokale culturen. Dit kan cruciale implicaties hebben voor de ontwikkelingsprogramma’s. De interventies of instrumenten die gebruikt worden zijn vaak ontwikkeld in meer moderne en individualistische landen. Ze worden goed voor-getest in deze culturen en de assumpties over het functioneren zijn gebaseerd op psychologische en culturele factoren die relevant zijn in de corresponderende cultuur. Deze interventies worden dan geïntroduceerd in totaal andere culturen, met een arme en collectivistische bevolking. Kwalitatief onderzoek kan helpen om de culturele context beter te begrijpen. Interdisciplinaire kennis is nodig om de effectiviteit van projecten te verbeteren en te onderzoeken. Sociale psychologen kunnen een helpend perspectief bieden voor het ontwerpen en evalueren van ontwikkelingshulp interventies.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Psychology Supporter
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.