Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!
SOLLEVELD II HR 24 oktober 1980, NJ 1981/265
Rechtsartikelen
Art(t). 3:94, 97 BW
Rechtsregel
Toekomstige vorderingen zijn vatbaar voor cessie indien zij hun grondslag vinden in een ten tijde van de cessie bestaande rechtsverhouding.
Feiten
Mevrouw Solleveld leent aan haar zoon A. op 4 oktober 150 duizend gulden. Op 5 oktober leent A. dit bedrag aan zijn BV. Tot zekerheid van de geldiening had A al op 4 oktober zijn vordering op de BV aan zijn moeder gecedeerd.
De BV failleert. De curatoren stellen dat de vordering van A. op de BV op 5 oktober is ontstaan en dat die vordering dus niet op 4 oktober gecedeerd kon worden.
Beslissing
Voor de cessie van een vordering is nodig dat de vordering reeds ten tijde van de cessie naar inhoud en in voldoende mate door de akte van cessie bepaald wordt Dat brengt mee aat vorderingen die ten tijde van de cessie nog moeten ontstaan hun onmiddelijke grondslag moeten hebben in een rechtsverhouding die op dat moment reeds bestond. Lc. is aan dit vereiste voldaan nu dit uit de akte van cessie blijkt.
- for free to follow other supporters, see more content and use the tools
- for €10,- by becoming a member to see all content
Why create an account?
- Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
- Once you are logged in, you can:
- Save pages to your favorites
- Give feedback or share contributions
- participate in discussions
- share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
- 1 of 1882
- next ›
Add new contribution