Spin

HR 12 april 2005 (NJ 2005, 577)

Casus

Op een avond in september zijn L en Van V gezamenlijk naar het slachtoffer gegaan en hebben daar koffie gedronken. Enige tijd later zijn zij gezamenlijk weer vertrokken. In deze tijd is het slachtoffer gewurgd met een spin (snelbinder), waarna hij is overleden. Uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat Van V de wurging heeft uitgevoerd. L heeft vervolgens een brief aan zijn vrouw geschreven, waarin hij verklaart dat alleen L en Van V weten wat er die avond gebeurd is. Vraag is nu of L ook strafbaar is wegens medeplegen.

Hoge Raad

Voor medeplegen is een bewuste, nauwe en volledige samenwerking vereist welke is gericht op het voltooien van het strafbare feit, in casu de dood van het slachtoffer. Hiervoor zijn eventueel gemaakte afspraken niet doorslaggevend, er kan immers ook een stilzwijgende samenwerking bestaan.

Het feit dat L gelijktijdig met Van V de woning heeft betreden en weer is weggegaan, houdt in dat L bij de wurging aanwezig was, L heeft van V niet tegengehouden en/of zich er niet van gedistantieerd. Het feit dat L daarnaast een brief aan zijn vrouw heeft geschreven, is voldoende om aan te nemen dat sprake is van deelneming. L is dus ook strafbaar verklaard.