Struikelen over een hondje (Rb. ’s-Hertogenbosch 25 april 2007, LJN BA3271; JA 2007/85)        

Gevaarzetting; onrechtmatige daad of o.s.v.o.?         

Casus

Tijdens een verhuizing heeft het verhuisbedrijf een ‘hondje’ (een liggende plank met daaronder zwenkwielen, waarop zware meubels worden vervoerd) in de hal laten staan. Hierover is de vrouw des huizes gestruikeld, waardoor letsel is ontstaan. De vrouw heeft het verhuisbedrijf aangesproken. 

Rechtbank

De rechtbank roept allereerst de in Kelderluik gegeven maatstaf in herinnering. De rechtbank laat hierbij meewegen dat de verhuizing al enkele dagen bezig was, waardoor de vrouw er dan ook rekening mee had moeten houden dat er door het huis diverse spullen konden staan op plaatsen die ze niet verwachtte. Dat gold in het bijzonder voor de hal, nu van daaruit alle vertrekken van de bungalow konden worden bereikt. Tevens kon niet van het verhuisbedrijf worden verwacht dat het hondje na gebruik direct op zijn kant werd gezet. Dit zou betekenen dat de verhuizers het vervoerde meubel eerst op de grond moesten zetten om vervolgens het hondje op zijn kant te zetten. Een dergelijke werkwijze is zodanig bezwaarlijk dat deze niet van de verhuizers verwacht kon worden.          

In de gegeven omstandigheden van het geval kan niet worden gezegd dat de verhuizers onzorgvuldig zijn geweest bij de uitvoering van hun werkzaamheden of onrechtmatig hebben gehandeld door bij hun werkzaamheden gebruik te maken van hondjes en deze tijdens hun werkzaamheden gedurende enige tijd op de wielen in de hal te laten staan. De gevolgen van deze val zijn te wijten zijn aan een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Van aansprakelijkheid is dan ook geen sprake.