Samenvatting: Critical reasoning, a practical introduction - Thomson

Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.


1. De basis van redeneren

Redeneren is het trekken van conclusies uit feiten, bewijzen, et cetera. Dit boek gaat erover hoe je dit op een kritische, weloverwogen manier kan doen en hoe je redeneringen van anderen kan beoordelen. In het eerste hoofdstuk wordt een uiteenzetting gegeven van de basisvaardigheden bij redeneren.

 

Redeneringen en conclusies herkennen

Redeneringen worden ingezet wanneer mensen anderen willen overtuigen van een standpunt. Om dit te bereiken worden redenen gegeven die het standpunt ondersteunen. Redenen die een standpunt ondersteunen, worden ook wel argumenten genoemd. In de conclusie wordt het standpunt herhaald of gegeven. Bovendien kan er in de conclusie een verwachting worden uitgesproken of een aanbeveling worden gedaan.

 

Om redeneringen op waarde te schatten, is het allereerst belangrijk om ze te herkennen. Hier zijn twee manieren voor:

  • Zoek naar signaalwoorden die een oorzaak-gevolg of een conclusie weergeven.

  • Ga na of er een bewering wordt gegeven die ondersteund wordt door redenen.

 

Redeneringen kunnen vaak herkend worden door bepaalde signaalwoorden. Zo geven de woorden ‘daarom’, ‘dus’, en ‘zodoende’ aan dat er een conclusie volgt. Voorafgaand aan deze conclusie zullen er argumenten zijn gegeven. Woorden als ‘moeten’, kunnen ook een conclusie aangeven. Er ‘moet’ iets gebeuren of veranderen, vanwege bepaalde redenen. Er wordt bij redeneringen echter niet altijd gebruik gemaakt van dergelijke signaalwoorden. Bovendien wordt het standpunt niet altijd aan het einde van een betoog gegeven. Deze kan ook aan het begin of in het midden van een passage staan.

 

Het komt echter ook voor dat een passage op een redenering lijkt, terwijl het dit niet is. Redeneren is niet slechts het weergeven van informatie, maar het trekken van conclusies uit deze informatie. Wanneer er geen conclusie wordt getrokken, is er geen sprake van een redenering.

 

Om te achterhalen of er sprake is van een redenering, kan je jezelf afvragen of de tekst een standpunt bevat die door de rest van de tekst wordt onderbouwd. Dit kan je het beste doen door bij elke zin na te gaan of de rest van de tekst informatie geeft waarom je de informatie uit deze zin zou moeten geloven. Wanneer dit bij geen enkele zin het geval is, is er geen sprake van een redenering. Wanneer dit wel het geval is, dan heb je een conclusie gevonden en is er wel sprake van een redenering. Je kan dit controleren door de tekst te herschrijven met de conclusie aan het einde, voorafgaand door het woord ‘daarom’. Wanneer de tekst een kloppend geheel is, weet je zeker dat de tekst een redenering bevat.

 

Aandachtspunten bij de identificatie van redeneringen

1. Zoek signaalwoorden die een conclusie aangeven of ga na of er zinnen in de tekst

zitten die een conclusie zijn.

2. Wanneer er geen zinnen in de tekst zitten die een conclusie zijn, dan is er geen sprake

van een redenering.

3. Wanneer er wel een zin in de tekst zit die een conclusie is, dan is er waarschijnlijk wel

sprake van een redenering. Controleer dit door de tekst te herschrijven.

 

Redenen herkennen

Redenen kunnen uitleggen waarom iets is gebeurd of waarom iemand iets heeft gedaan, maar ze kunnen ook conclusies ondersteunen. Over deze laatstgenoemde vorm van redenen gaat deze paragraaf. Het gaat dus over redenen die argumenten voor bepaalde standpunten vormen.

Dergelijke redenen kunnen net als de conclusie herkend worden door bepaalde signaalwoorden. Woorden die aangeven dat er sprake is van een reden zijn bijvoorbeeld: ‘omdat’, ‘aangezien’, en ‘vanwege’. Dergelijke signaalwoorden garanderen echter niet dat er een reden volgt. Daarnaast kan er expliciet vermeld worden dat er een reden wordt gegeven, bijvoorbeeld: ‘De reden hiervoor is’. Tenslotte kunnen redenen gemakkelijk herkend worden wanneer ze genummerd zijn, bijvoorbeeld: ‘ten eerste’, ‘ten tweede’, et cetera.

In hypothetische beweringen kunnen ook redenen gevonden worden. Vaak wordt het woord ‘als’ hierbij gebruikt: ‘Als je dit doet, dan gebeurt dat.’ Een dergelijke bewering vormt in zijn geheel een reden en dient niet in tweeën gesplitst te worden.

Het kan echter ook voorkomen dat redenen niet met bepaalde woorden of zinnen worden aangekondigd. In dat geval kun je jezelf afvragen welke redenen voor de conclusie gegeven zouden kunnen worden en of deze in de tekst terug te vinden zijn.

Soms is er slechts één reden die de conclusie ondersteund. Vaak worden er echter meerdere redenen gegeven. Deze redenen kunnen het standpunt gezamenlijk ondersteunen of afzonderlijk. Wanneer ze het standpunt gezamenlijk ondersteunen, dan zijn de redenen op zichzelf onvoldoende om de ander te overtuigen. Verschillende redenen samen kunnen het standpunt daarentegen wel ondersteunen. Onafhankelijke redenen ondersteunen het standpunt afzonderlijk van elkaar. Het kan echter ook voorkomen dat het onduidelijk is of de redenen het standpunt gezamenlijk of onafhankelijk van elkaar ondersteunen.

Redeneringen hebben soms een zeer complexe structuur. Er kunnen bijvoorbeeld redenen voor een bepaalde conclusie gegeven worden, die vervolgens op zichzelf of samen met andere redenen gebruikt wordt om een andere conclusie te trekken. De eerste conclusie wordt ook wel een tussenconclusie genoemd en de tweede de hoofdconclusie. Deze soorten conclusies kunnen echter ook in een andere volgorde staan.

 

Aandachtspunten bij de identificatie van redenen

1. Zoek signaalwoorden die redenen aangeven.

2. Zoek de conclusie en vraag jezelf af wat voor soort redenen deze conclusie zouden

kunnen ondersteunen. Kijk of dergelijke redenen in de tekst te vinden zijn.

3. Houd er rekening mee dat redenen uitspraken kunnen zijn die gebaseerd zijn op

algemene kennis, principes, rapporten, onderzoeken, cijfers, et cetera.

4. Houd er rekening mee dat redenen onderling afhankelijk of onafhankelijk kunnen zijn.

5. Houd er rekening mee dat sommige redenen als tussenconclusies dienen.

 

Premissen herkennen

 

Een premisse is een veronderstelling: informatie of een gedachtengang waarop je een redenering baseert. Het gaat over iets wat als algemeen bekend wordt beschouwd. Het wordt daarom meestal niet expliciet genoemd. Er is dan sprake van een verzwegen premisse. Premissen kunnen, net zoals redenen, gebaseerd zijn op sterke dan wel minder sterke bewijzen.

Redeneringen bestaan vaak uit meerdere premissen. Deze vervullen twee belangrijke rollen:

  • Ze ondersteunen de belangrijkste redenen van een argument.

  • Ze kunnen een extra reden vormen of dienen als een tussenconclusie.

 

Premissen die als extra reden of als tussenconclusie dienen, worden ingezet wanneer de genoemde redenen de conclusie niet volledig ondersteunen of wanneer de redenen niet tot de conclusie leiden. In dit laatste geval dient de premisse als een verbinding tussen de redenen en de conclusie.

De hoeveelheid genoemde premissen hangt af van de kennis van de ander. Als de ander evenveel van het onderwerp weet, dan hoeven er niet veel premissen genoemd te worden. Wanneer de ander minder van het onderwerp weet of de aanwezige kennis van de ander onbekend is, dan moeten er veel premissen genoemd worden. Zonder de premissen zouden de argumenten anders onnavolgbaar worden.

 

Aandachtspunten bij de identificatie van premissen

1. Houd er rekening mee dat een premisse in een redenering soms niet wordt genoemd,

terwijl de redenering hier wel op gebaseerd kan zijn.

2. Houd er rekening mee dat een premisse kan dienen als een hoofdreden, een extra reden

of een tussenconclusie.

3. Houd er rekening mee dat premissen niet per definitie waar zijn.

 

 

2. Redeneringen op waarde schatten

 

Om redeneringen op waarde te schatten, moeten er twee vragen worden beantwoord:

  • Zijn de redenen en de verzwegen premissen waar?

  • Komen de conclusie(s) en eventuele tussenconclusies voort uit de redenen?

 

Wanneer beide vragen bevestigend beantwoord kunnen worden, is er sprake van een goede redenering.

 

Zijn de redenen en de verzwegen premissen waar?

 

Met algemene kennis kan je van veel redenen en premissen al bedenken of deze op de waarheid gebaseerd zijn of niet. Wanneer je onvoldoende kennis over een onderwerp of kwestie hebt, dan kan je de waarheid ook achterhalen door te vertrouwen op informatie van andere personen zoals ooggetuigen en autoriteiten. Dit geeft geen garantie dat je de waarheid zult achterhalen, maar het minimaliseert wel de kans om door anderen misleid te worden.

 

Komt de conclusie voort uit de redenen?

 

Een reden ondersteunt een conclusie wanneer het hier relevant voor is. Hiermee wordt bedoeld dat een reden moet bijdragen aan de aanvaarding van de conclusie. Om het verband tussen de redenen en de conclusie te controleren, moet je dus eerst nagaan of de redenen relevant zijn. Wanneer de conclusie bestaat uit aanbevelingen, kan je bovendien nagaan of het gezien de gegeven redenen verstandig is om deze op te volgen.

Je kan jezelf het volgende afvragen: Is bewezen dat de aanbevelingen het gewenste doel zullen bereiken, dat ze geen negatieve gevolgen hebben en dat er geen andere, betere alternatieven zijn om het doel te bereiken? Wanneer deze vragen positief beantwoord kunnen worden, betekent dit dat de gegeven redenen de conclusie in hoge mate ondersteunen. Vervolgens kan je jezelf afvragen of er andere, niet genoemde bewijzen zijn die de conclusie versterken of juist afzwakken.

Sommige redenen ondersteunen de conclusie niet of nauwelijks. Dit kan komen doordat er een fout in de logica zit (er is dan sprake van een drogreden) of doordat de redenen alleen tot de conclusie leiden wanneer ze worden vergezeld door ongeloofwaardige premissen. Bij het beoordelen van een redenering moet je niet alleen kunnen aantonen dat de conclusie niet voortkomt uit de gegeven redenen, maar ook waarom dit niet het geval is. De waarheid van de redenen hoeft in dat geval niet meer te worden aangevochten. Er wordt volstaan met een uitspraak als: “Zelfs al zijn de beweringen waar, ze geven geen adequate ondersteuning aan de conclusie.” Vervolgens moet wel worden uitgelegd waarom dit het geval is.

 

Veel voorkomende drogredenen

Hieronder volgt een opsomming van foutieve redeneringen die veel voorkomen:

  • Er wordt een algemene uitspraak gedaan die gebaseerd is op een te kleine of niet representatieve steekproef (overhaaste generalisering).

  • Een overeenkomst tussen twee zaken wordt als grondslag voor de redenering genomen, maar een essentieel punt van verschil wordt onbesproken gelaten (valse analogie).

  • Er worden relevante bewijzen weggelaten die tot een andere conclusie zouden leiden (drogreden van uitsluiting).

  • Er wordt beweerd dat er sprake is van een oorzaak en een gevolg omdat twee dingen tegelijkertijd hebben plaatsgevonden. Er is bovendien niet gekeken naar andere mogelijke oorzaken (post hoc ergo proper hoc redenering).

  • Relevante factoren worden weggecijferd of onder de tafel geschoven (drogreden van het achterhouden van informatie).

  • Uit een kleine oorzaak worden vele vergaande gevolgen afgeleid (hellend vlak-redenering).

  • Er wordt irrelevante en/of onjuiste kritiek geleverd op de persoon die een bewering doet (ad hominem redenering).

  • Het standpunt van de tegenpartij wordt een beetje verdraaid, waardoor het makkelijker te betwisten is (stroman-redenering).

  • Het standpunt wordt met andere woorden herhaald in het argument (cirkel redenering).

 

Wanneer je een redenering op waarde probeert te schatten, is het verstandig om niet teveel te vertrouwen op bestaande drogredenen. Hiervoor zijn twee redenen:

  • Redeneringen kunnen incorrect zijn, ondanks dat ze niet voorkomen als drogredenen.

  • Redeneringen kunnen correct zijn, ondanks dat ze op een drogreden lijken.

 

Correcte redeneringen lijken soms op drogredenen, omdat veel drogredenen verkeerd gebruikte redeneringsvormen zijn. De scheidslijn tussen correct gebruikte en verkeerd gebruikte redeneringsvormen is echter vaag. Hierdoor kan een redenering op een drogreden lijken, terwijl het eigenlijk een valide redenering is. Door goed op de context te letten, kan achterhaald worden of de redenering al dan niet klopt.

 

Stappenplan voor het opsporen van fouten in redeneringen

 

1. Achterhaal wat de conclusie is.

2. Achterhaal wat de redenen zijn en op welke manier ze de conclusie ondersteunen.

3. Vraag jezelf af of de conclusie en eventuele tussenconclusies een logisch gevolg zijn van

de redenen.

4. Achterhaal, indien de conclusie niet of onvoldoende voortkomt uit de genoemde redenen,

waarom dit het geval is (ook als de redenen op zichzelf waar zijn). Noem hierbij niet de

naam van de gebruikte drogreden, maar verwoord de gemaakte fout.

 

Tegenovergestelde bewijzen

Vaak proberen tegenstanders de onjuistheid van een betoog aan te tonen door nieuwe informatie te geven, die tot een andere conclusie leidt. In dit geval kan je nagaan of deze informatie waar is. Je kan ook proberen aan te tonen dat, zelfs wanneer deze informatie juist is, de conclusie hierdoor niet wordt aangetast. In dat geval toon je aan dat de genoemde bewijzen die het standpunt ondersteunen nog altijd zwaarder wegen dan de bewijzen die dit betwisten.

Het is echter niet de bedoeling dat je de conclusie koste wat het kost probeert te verdedigen. Dan ben je immers niet meer kritische aan het redeneren. Je moet daarom voorbereid zijn op de mogelijkheid dat extra bewijslast de conclusie kan afzwakken. Soms komen er nieuwe bewijzen boven water over een onderwerp waar je al een mening over had. In dat geval moet je opnieuw een afweging van de bewijslast maken en nagaan of de nieuwe informatie je eerdere redenering afzwakt of juist versterkt.

 

Informatieve uitspraken beoordelen

Sommige stukken in een redenering zijn bedoeld om iets uit te leggen en niet om de ander te overtuigen. Er kunnen dan redenen worden gegeven waarom iets is zoals het is. Dit is anders dan redenen die als doel hebben je iets te laten geloven.

Wanneer je een redenering op waarde probeert te schatten, moet je ook nagaan of de informatieve uitspraken daadwerkelijk waar zijn. Dit kan je doen door te controleren of er geen twijfelachtige premissen ten grondslag liggen aan de uitspraken. Een andere manier om dit te achterhalen is door na te gaan of er mogelijke alternatieve verklaringen zijn en door vervolgens te kijken of je hier bewijzen voor kunt vinden. Wanneer er ergens twee of drie geloofwaardige verklaringen voor bestaan, dan moet je geen van de verklaringen zomaar als de waarheid beschouwen.

 

Stappenplan voor de beoordeling van informatieve uitspraken

1. Achterhaal de premissen die ten grondslag liggen aan de uitleg.

2. Bedenk of er alternatieve verklaringen mogelijk zijn.

3. Ga op zoek naar bewijzen die deze alternatieve verklaringen uitsluiten.

4. Beschouw - indien niet alle alternatieve verklaringen kunnen worden uitgesloten - geen

van de verklaringen als de absolute waarheid totdat er meer bewijzen zijn.

 

Vaardigheden om redeneringen te beoordelen

 

Om redeneringen op waarde te schatten, moet je over verschillende vaardigheden beschikken. Deze vaardigheden moeten gezamenlijk ingezet worden om een redenering goed te kunnen beoordelen. Hieronder is weergegeven welke stappen je achtereenvolgens moet doorlopen.

 

Stappenplan voor de beoordeling van redeneringen

1. Achterhaal wat de conclusie is.

2. Achterhaal welke redenen hiervoor worden gegeven en welke premissen hieraan ten

grondslag liggen.

3. Achterhaal of de redenen en premissen waar zijn door meer informatie te zoeken.

4. Probeer de redenering te versterken of te verzwakken door gebruik te maken van je eigen

kennis en kennis van anderen.

5. Achterhaal de geloofwaardigheid van eventuele informatieve uitspraken en achterhaal of

er nog andere geloofwaardige verklaringen mogelijk zijn.

6. Achterhaal - indien de conclusie niet of onvoldoende wordt onderbouwd door de redenen

en premissen - op welke manier er een fout in de logica zit.

 

 

3. Consequenties van redeneringen achterhalen

 

Conclusies trekken uit redeneringen

Een belangrijke vaardigheid bij redeneren is het vermogen om verder te kijken dan de informatie die gegeven is en te achterhalen welke gevolgen de standpunten van anderen hebben. Dit kan je doen wanneer je een discussie met iemand voert, wanneer je een krant leest of bijvoorbeeld wanneer je naar een politiek debat kijkt. Door veel te oefenen, verbetert de vaardigheid.

Je moet jezelf hierbij altijd afvragen welke conclusies er uit bepaalde informatie getrokken kunnen worden en hoe deze geformuleerd moeten worden. Wanneer ergens meerdere verklaringen voor zijn, dan kan een conclusie bijvoorbeeld beter geformuleerd worden als iets wat ‘waarschijnlijk’ is of als een ‘mogelijk’ gevolg. Je moet dus proberen om van conclusies te achterhalen of ze waar, vals, waarschijnlijk waar of waarschijnlijk vals zijn. Daarnaast kan je tot de conclusie komen dat je over onvoldoende informatie beschikt om het standpunt te accepteren of te verwerpen.

 

De gevolgen van redeneringen herkennen

Soms hebben redeneringen bepaalde gevolgen die verder gaan dan het onderwerp waar de redenering over gaat. Er zijn twee manieren om dergelijke gevolgen te achterhalen.

  • Overeenkomstige foutieve redeneringen zoeken.

  • Principes heroverwegen en aanvechten.

 

Overeenkomstige foutieve redeneringen herkennen

Met behulp van deze vaardigheid kan je fouten herkennen in redeneringen over zaken waar je weinig van af weer. Incorrecte redeneringen zijn vaak makkelijker te herkennen wanneer ze over onderwerpen gaan waar je bekend mee bent. Wanneer je in een redenering een bepaalde structuur herkent, kan je de verschillende elementen vervangen door zaken waar je wel vertrouwd mee bent. Op deze manier kan het makkelijker zijn om fouten te herkennen. Dit kan echter niet met alle redeneringen gedaan worden.

Wanneer je een overeenkomstige foutieve redenering hebt gevonden, kan je reageren door te zeggen: “Zodoende zou je ook kunnen zeggen dat”, gevold door de overeenkomstige foutieve redenering.

 

Principes heroverwegen en aanvechten

Soms zijn redeneringen gebaseerd op algemene principes die in meerdere omstandigheden van toepassing zijn. Hierbij valt te denken aan wetten, morele regels, en regelingen met betrekking tot bedrijfsvoering. Deze kunnen functioneren als redenen, conclusies of premissen. Dit kan terecht of onterecht gebeuren. Daarom moet je achterhalen of de principes die in een redenering genoemd worden bij meerdere omstandigheden van toepassing zijn. Door een bepaald principe op een andere kwestie toe te passen, kan soms worden aangetoond dat dit principe aangepast of zelfs verworpen moet worden.

Een morele regel als ‘je mag anderen niet doden’, heeft bijvoorbeeld een brede toepasbaarheid. Op deze manier geformuleerd, mag je anderen ook niet doden in oorlogstijd of uit zelfverdediging. Wanneer je er echter van overtuigd bent dat doden uit zelfverdediging wel is toegestaan, dan moet het oorspronkelijke principe aangepast worden. Je kan dan kritiek leveren op de redenering waarin een dergelijk principe voorkomt.

 

 

4. De betrouwbaarheid van autoriteiten en uitspraken beoordelen

 

In hoofdstuk twee is aangegeven dat het controleren van een aangehaalde autoriteit één van de stappen is bij het beoordelen van een redenering. Je eigen kennis volstaat echter niet altijd om te beoordelen of de zender als autoriteit of de door hem aangehaalde autoriteiten betrouwbaar zijn. In dit hoofdstuk wordt daarom uitgelegd op welke wijze je dit toch kan nagaan.

 

De betrouwbaarheid van autoriteiten

Wanneer je de betrouwbaarheid van een zender wilt toetsen, moet je niet letten op de karaktereigenschappen van deze persoon, maar op de omstandigheden die de informatie van de zender kunnen beïnvloeden. Er zijn verschillende punten die invloed kunnen hebben op de betrouwbaarheid van een autoriteit: zijn/haar reputatie, zijn/haar belangen, zijn/haar ervaring en kennis en andere factoren die zijn/haar informatie kunnen beïnvloeden. Door deze punten bij langs te gaan, kan je de betrouwbaarheid van de autoriteit toetsen. Daarnaast kan het helpen om de bewijslast van verschillende autoriteiten met elkaar te vergelijken.

 

De reputatie van een autoriteit

Wanneer iemand een reputatie heeft onbetrouwbaar te zijn, dan zal je de informatie van deze persoon minder snel voor waar aannemen dan wanneer iemand de reputatie heeft betrouwbaar te zijn.

 

De belangen van een autoriteit

Soms misleiden mensen anderen uit eigenbelang, bijvoorbeeld wanneer iemand een vergunning dreigt te verliezen op het moment dat hij/zij de waarheid vertelt. Daarom moet je jezelf altijd afvragen of iemand bepaalde (persoonlijke) belangen bij een kwestie heeft. Dit geldt met name wanneer er sprake is van tegenstrijdige bewijslast van verschillende partijen. Het kan ook voorkomen dat beide partijen informatie geven ten gunste van hun eigen belangen. In dat geval kan er beter gezocht worden naar informatie van een derde, neutrale partij.

 

De ervaring en kennis van een autoriteit

Over veel specifieke kwesties kan alleen informatie worden gegeven door experts: mensen die de juiste opleiding of training hebben gevolgd. We zijn van hun afhankelijk. We kunnen experts echter alleen vertrouwen wanneer ze informatie geven over dat onderwerp waarin ze gespecialiseerd zijn.

Dit wil niet zeggen dat de informatie van mensen die geen expert zijn op een bepaald gebied per definitie onbetrouwbaar is. Zij kunnen bronnen van experts hebben bestudeerd en de opgedane informatie met anderen delen. In dat geval moet je erachter zien te komen uit welke bronnen de informatie afkomstig is.

Er zijn ook omstandigheden waarbij alleen ooggetuigen de juiste informatie kunnen geven. Wanneer de informatie van iemand komt die het voorval niet goed kan hebben gezien, bijvoorbeeld doordat hij er te ver van verwijderd was of slechte ogen heeft, dan is de informatie weinig betrouwbaar. Hetzelfde geld voor kwesties waarbij het gaat om geluiden die iemand gehoord zegt te hebben.

 

Factoren die de beoordeling van een autoriteit beïnvloeden

Het kan voorkomen dat een autoriteit de juiste informatie wil geven en over de benodigde kennis beschikt om dit te doen, maar dat de informatie die hij geeft door bepaalde omstandigheden toch onbetrouwbaar is. Wanneer een autoriteit last heeft van stres, alcohol heeft gedronken of wordt afgeleid door een bepaald voorval, kunnen zijn/haar waarnemingen zijn aangetast. Daarnaast kunnen verwachtingen en verlangens van een autoriteit ook een rol spelen bij de correctheid van de gegeven informatie. Hier moet dan ook rekening mee worden gehouden.

 

Informatie van verschillende autoriteiten met elkaar vergelijken

Het kan ook voorkomen dat de bewijslast van meer dan één zender komt. Wanneer de informatie van verschillende autoriteiten overeenkomstig is, kan er worden aangenomen dat de informatie betrouwbaar is. Dit gaat uiteraard niet op wanneer je het idee hebt dat de zenders (bijvoorbeeld de ooggetuigen) je proberen te misleiden of wanneer je vermoed dat de ene zender de andere heeft proberen te beïnvloeden.

 

Stappenplan om de betrouwbaarheid van een autoriteit te beoordelen

 

1. Is het waarschijnlijk dat deze persoon de waarheid vertelt?

Dit kan je achterhalen door je af te vragen of de persoon een goede reputatie heeft; of hij/zij een reden heeft om te liegen; of hij/zij er profijt van kan hebben wanneer hij/zij de verkeerde informatie geeft; of dat hij/zij juist iets kan verliezen door de waarheid te vertellen.

 

2. Is deze persoon in staat om over de juiste informatie te beschikken?

Dit kan je achterhalen door je af te vragen of de persoon een expert is of geïnformeerd is

door een expert. Daarnaast kan je jezelf afvragen of de persoon zelf ervaring met de kwestie kan hebben gehad. Indien het gaat om een ooggetuige, dan kan je nagaan of de persoon daadwerkelijk in staat was om het voorval te zien of te horen.

 

3. Zijn er factoren die de beoordeling van deze persoon kunnen beïnvloeden?

Dit kan je achterhalen door je af te vragen of de persoon last heeft (gehad) van stres; onder invloed was van drugs of alcohol; afgeleid was door een bepaalde gebeurtenis; bepaalde verwachtingen of verlangens had om eerder de ene dan de andere verklaring te geloven; of bepaalde vooroordelen had die van invloed kunnen zijn geweest. In het geval van een ervaringskwestie, kun je bovendien proberen na te gaan of de informatie van de persoon direct na de gebeurtenis is gegeven of dat er een bepaalde tijd tussen heeft gezeten. In het laatste geval kan het zijn dat de waarnemingen in de tussentijd zijn beïnvloed.

 

4. Is er bewijs van een andere bron dat overeenkomt met het bewijs van deze persoon?

Dit kan je achterhalen door de informatie van deze persoon te vergelijken met informatie van andere autoriteiten over hetzelfde onderwerp.

 

De geloofwaardigheid van uitspraken

 

Behalve het controleren van de betrouwbaarheid, moet ook de geloofwaardigheid van de uitspraken worden nagegaan. Dit is iets anders dan de betrouwbaarheid van informatie. Bij geloofwaardigheid gaat het erom of iets ‘waarschijnlijk juist of onjuist’ is. Je vraagt je dan bij verschillende uitspraken (van verschillende mensen / getuigen) af hoe groot de kans is dat ze juist zijn. Vaak kunnen hier alleen genuanceerde conclusies uit voort komen; er kunnen geen harde uitspraken over de juistheid van de uitspraken worden gedaan. Zo kan een conclusie zijn dat iemand ‘waarschijnlijk’ eerlijk is, maar zich wel vergist kan hebben. Toch is het soms mogelijk om de juistheid van uitspraken uit te sluiten. De geloofwaardigheid is dan zeer klein.

 

 

5. Redeneren en taal

 

Kritisch redeneren heeft alles te maken met taalgebruik. Redeneringen zijn immers uitgedrukt in taal. Wanneer je een uitgebreide woordenschat hebt en goed met complexe zinsstructuren overweg kunt, zal je beter in staat zijn om zelf te redeneren en redeneringen van anderen te beoordelen. Andere vaardigheden met betrekking tot taalgebruik die hier een positieve invloed op hebben zijn:

  • (Her)formuleren in heldere taal.

  • Redeneringen samenvatten.

 

Helder taalgebruik

Woorden en zinnen kunnen soms meer dan één betekenis hebben. Dubbelzinnige woorden en zinnen dienen daarom toegelicht te worden. Op die manier kan er geen misverstand ontstaan. Bij het beoordelen van een redenering moet je bovendien alert zijn op dubbelzinnige betekenissen. Deze kunnen door de ander per ongeluk zijn gebruikt. Soms worden dubbelzinnige woorden of zinnen echter ook bewust ingezet bij redeneringen. Mensen die het daadwerkelijke standpunt waarschijnlijk niet zullen accepteren, kunnen op deze manier misleid worden opdat ze het standpunt wel accepteren.

Wanneer er dubbelzinnige woorden of zinnen in een uitspraak zitten, moet je in de tekst zoeken naar aanwijzingen die op een bepaalde interpretatie wijzen. Wanneer dergelijke aanwijzingen onvindbaar zijn, moet je de redenering in het licht van de verschillende interpretaties evalueren en herformuleren. Zodoende kan je achterhalen wat de verschillende betekenissen voor invloed hebben op de redenering.

 

Redeneringen samenvatten

In lange redeneringen, zoals krantenartikelen, is het soms lastig om de verschillende onderdelen (redenen, premissen, tussenconclusies, en conclusies) te herkennen. Je moet dan eerst goed grip op de tekst krijgen. Het maken van een samenvatting kan hierbij op twee manieren helpen:

  • Wanneer je iets in je eigen woorden moet zeggen, word je gedwongen om daadwerkelijk te begrijpen wat er wordt bedoeld.

  • Het maakt het mogelijk om lange argumenten in kleinere delen op te spitsen, waardoor je het geheel makkelijker kan analyseren.

 

Om een samenvatting van een betogende tekst te maken, ga je als volgt te werk:

1. Zoek de hoofdconclusie

Kijk of er signaalwoorden in de tekst staan die wijzen op een hoofdconclusie of vraag jezelf af wat de belangrijkste boodschap is die de tekst je probeert te doen geloven of accepteren.

 

2. Zoek de redenen die de hoofdconclusie ondersteunen

Het kan hierbij gaan om de hoofdredenen en/of tussenconclusies. In deze fase hoef je nog geen opsomming van alle redenen te maken. Je hoeft bijvoorbeeld nog niet uit te werken hoe de tussenconclusies ondersteund worden. Je zoekt alleen de belangrijkste redenen die de hoofdconclusie direct ondersteunen.

 

3. Verwoord de hoofdconclusie en de belangrijkste redenen in je eigen woorden

Schrijf op waar de tekst je van probeert te overtuigen (hoofdconclusie) en waar dit op gebaseerd is (tussenconclusies en hoofdredenen). Je hebt nu een korte eerste samenvatting geschreven die als raamwerk voor je analyse dient.

 

4. Zoek de redenen voor de tussenconclusie(s)

Ga van elke tussenconclusie na of deze wordt ondersteund door de gegeven redenen.

 

5. Maak een analyse van de redeneringen

Onderzoek op welke manier de redenen de tussenconclusies ondersteunen.

 

 

6. Redeneringen analyseren en evalueren

De redeneringen die je tegen kan komen in bijvoorbeeld kranten of tekstboeken, zullen geen duidelijke structuur hebben. Vaak moet je redeneringen uit langere passages halen, waarin de argumenten en conclusies door elkaar staan en waar vaak ook irrelevante informatie in te vinden is. Om dergelijke redeneringen te analyseren en te evalueren, moet je de verschillende vaardigheden die in eerdere hoofdstukken beschreven zijn, gezamenlijk inzetten. In dit hoofdstuk staat beschreven op welke manier je het beste te werk kunt gaan.

 

Deze werkwijze kan ook worden ingezet bij het evalueren van teksten waarin geen algemene conclusie wordt gegeven of waar geen argumenten in voorkomen. Zo kun je geconfronteerd worden met een tekst waarin wel argumenten worden gegeven, maar geen conclusies. De bedoeling van een dergelijke tekst kan zijn dat de lezer zijn eigen conclusies trekt. Het doorlopen van de verschillende stappen kan ook bij zulke teksten verhelderend werken.

 

Stappenplan voor het analyseren en evalueren van redeneringen

 

1. De conclusie en de gegeven redenen identificeren

Allereerst moet achterhalen wat de belangrijkste conclusie is en welke redenen deze ondersteunen. Structuurwoorden kunnen je hierbij helpen. Bij de afwezigheid van dergelijke woorden, kan je de conclusie achterhalen door je af te vragen wat de belangrijkste boodschap van de tekst is. Vervolgens moet je jezelf afvragen welke redenen worden gegeven opdat de boodschap aanvaard wordt. Het schrijven van een korte samenvatting kan hierbij helpen (zie hiervoor hoofdstuk 5). Wanneer je te maken hebt met een erg lange tekst, dan kan het helpen om deze in kleinere stukken op te delen voordat je aan de samenvatting begint.

 

2. De premissen identificeren

De redenen kunnen gebaseerd zijn op verschillende premissen. Deze kunnen de hoofdredenen ondersteunen, als extra redenen of tussenconclusies dienen, de betekenis van woorden of zinnen aanduiden, aangeven dat de ene kwestie vergelijkbaar is met de andere kwestie of aangeven dat een bepaalde verklaring van de bewijslast de enige geloofwaardige verklaring is. Door dergelijke premissen in een redenering te identificeren, krijg je meer inzicht in de achtergrond van de redenering.

 

3. De conclusie, redenen en premissen evalueren

Wanneer je hebt achterhaald wat de conclusie, de redenen en de premissen van een redenering zijn, kan je deze gaan evalueren. Dit doe je door na te gaan in hoeverre ze waar zijn. Extra informatie kan je hier bij helpen.

 

4. De betrouwbaarheid van de bronnen controleren

Nadat je de conclusie, de redenen en de premissen geëvalueerd hebt, moet je nagaan of de informatie afkomstig is van betrouwbare bronnen.

 

5. Gebruik maken van je eigen kennis

Ga na of je met behulp van je eigen kennis de conclusie kan versterken of afzwakken. Verifieer je eigen kennis vervolgens op betrouwbaarheid. Nadat je dit hebt gedaan, denk je na over andere mogelijke argumenten die van invloed kunnen zijn op de conclusie, maar waarvan je niet weet of ze correct zijn.

 

6. De geloofwaardigheid van de uitleg controleren

Wanneer je tekstgedeeltes met uitleg in de redenering hebt gevonden, moet je jezelf afvragen of deze geloofwaardig zijn. Daarnaast moet je nagaan of de gegeven uitleg de enige mogelijke uitleg is. Het kan immers zijn dat bepaalde kwesties op meerdere manieren uitgelegd kunnen worden.

 

7. De toepasselijkheid van vergelijkingen controleren

Wanneer je vergelijkingen in de redenering hebt gevonden, moet je jezelf afvragen of deze toepasselijk zijn. Ze zijn toepasselijk wanneer de dingen die met elkaar vergeleken worden gelijk zijn op de relevante aspecten.

 

8. Nieuwe conclusies trekken

Ga na of je uit de gegeven informatie belangrijke conclusies kan trekken die nog niet genoemd zijn. Wanneer je nieuwe conclusies kan trekken, moet je jezelf afvragen of deze de gegeven redenering ondermijnen.

 

9. Overeenkomstige foutieve redeneringen zoeken

Ga na of de redenering (of een gedeelte van de redenering) gelijk is aan een redenering waarvan je weet dat deze foutief is.

 

10. Principes heroverwegen en aanvechten

Ga na of er redenen of premissen in de redenering zitten die gebaseerd zijn op een algemeen principe. Wanneer dit het geval is, moet je nagaan of de principes in meerdere omstandigheden van toepassing zijn. Zodoende kan je achterhalen of de principes valide zijn of aangepast dan wel verworpen dienen te worden.

 

11. De balans opmaken

De laatste stap is het op waarde schatten van de redenering aan de hand van de voorgaande stappen. Je evalueert in hoeverre de redenen en premissen de conclusie ondersteunen. Wanneer je van mening bent dat de er onvoldoende bewijslast voor de conclusie is, moet je aangeven waarom de redenering foutief is. De stappen 1 tot en met 5 kunnen je hierbij helpen.

 

 

7. Zelf redeneren

 

De vaardigheden die nodig zijn om redeneringen van andere te analyseren en te evalueren, zijn ook nodig wanneer je zelf een redenering schrijft. Twee belangrijk aspecten hierbij zijn:

  • Argumenten formuleren

  • Weloverwogen beslissingen nemen

 

Stappenplan bij het formuleren van argumenten

 

1. Zoek informatie over het onderwerp. Het is belangrijk dat je niet alleen zoekt naar

informatie dat jouw standpunt ondersteunt; je gaat op zoek naar informatie bij

verschillende standpunten ten opzichte van het onderwerp.

 

2. Maak een onderscheid tussen relevante en niet-relevante informatie. Alleen de relevante

informatie bewaar je.

 

3. Controleer de betrouwbaarheid van de relevante informatie. Wanneer informatie niet

betrouwbaar is, heb je twee opties. Je kan ervoor kiezen om de informatie niet te

gebruiken of je kan de informatie in een argument benoemen en uitleggen waarom het

onbetrouwbaar is.

 

4. Sorteer de informatie op bewijslast voor het standpunt, bewijslast tegen het standpunt en

neutrale informatie.

 

5. Ga na welke informatie aan elkaar gerelateerd is. Deze informatie voeg je samen.

 

6. Probeer te achterhalen welke implicaties er aan de verschillende stukken bewijslast of

aan de uitleg van deze bewijslast verbonden zitten.

 

7. Formuleer een algemene conclusie.

 

8. Ga na of de neutrale informatie je standpunt kan ondersteunen. Daarnaast kan je

neutrale informatie selecteren voor de inleiding van de redenering.

 

9. Je hebt nu twee opties voor de opbouw van de redenering. Je kan met de conclusie

beginnen en daarna de redenen geven die deze conclusie ondersteunen; maar je kan

ook met een korte inleiding beginnen, daarna de redenen geven en tenslotte de

conclusie. Door structuurwoorden te gebruiken kan je ervoor zorgen dat de opbouw van

de redenering duidelijk is voor de lezers of luisteraars.

 

10. Maak een opsomming van alle tegenargumenten en beschrijf waarom ze jouw conclusie

niet ondermijnen.

 

11. Wanneer je het idee hebt dat er meer bewijslast nodig is om tot een gefundeerde

conclusie te komen, moet je benoemen wat voor soort informatie nog ontbreekt.

 

12. Op het moment dat je de redenering op papier hebt staan, moet je het nog aan een

kritische evaluatie onderwerpen. Dit doe je op dezelfde wijze als je redeneringen van

anderen beoordeelt (zie hoofdstuk 6).

 

13. De laatste stap is het aanpassen van de redenering (indien hier reden toe is).

 

Weloverwogen beslissingen nemen

 

De vaardigheden die nodig zijn om te redeneren, zijn ook van toepassingen op het nemen van weloverwogen beslissingen. Beslissingen dienen immers gebaseerd te zijn op redenen. Het verschil tussen het nemen van een weloverwogen beslissing en redeneren, is dat je de argumenten bij besluitvorming niet hoeft op te schrijven en dus ook niet hoeft na te denken over je taalgebruik en de formuleringen.

 

Wanneer je een beslissing moet nemen, moet je jezelf eerst afvragen waarom je een beslissing moet nemen. Vervolgens moet je verschillende stappen doorlopen: informatie verzamelen, mogelijke beslissingen identificeren, consequenties van beslissingen uitwerken en een eigen evaluatie maken.

 

1. Informatie verzamelen

Bij het verzamelen van informatie, moet je beoordelen welke informatie relevant is en of deze informatie van betrouwbare bronnen afkomstig is.

 

2. Mogelijke beslissingen identificeren

Met behulp van de geselecteerde bronnen kan je de mogelijke beslissingen of de te nemen acties identificeren. Hierbij moet je ook nagaan of er premissen aan de redenen ten grondslag liggen die je als vanzelfsprekend hebt gezien.

 

3. Consequenties van beslissingen uitwerken

Om de consequenties van de beslissingen in kaart te brengen, moet je conclusies trekken. Je moet nadenken over de betekenis van elke mogelijke beslissing en de mogelijke gevolgen hiervan in kaart brengen. Daarnaast is het belangrijk dat je de waarschijnlijkheid van deze gevolgen nagaat. Tenslotte moet je ook in deze fase weer je eigen premissen expliciteren.

 

4. Eigen evaluatie maken

Je moet jezelf in deze laatste fase een aantal dingen afvragen:

  • Is het waarschijnlijk dat de beslissing of actie het gewenste doel bereikt?

  • Heeft deze beslissing of actie bepaalde negatieve gevolgen en hoe relevant zijn deze?

  • Kunnen er maatregelen worden genomen om relevante onwenselijke gevolgen op te heffen?

  • Zijn er andere, mogelijk betere, manieren om het gewenste doel te bereiken?

 

Nadat deze vragen zijn beantwoord, kan je tot een eindbeoordeling komen en het beste besluit kiezen.

 

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Waarom een account aanmaken?

  • Je WorldSupporter account geeft je toegang tot alle functionaliteiten van het platform
  • Zodra je bent ingelogd kun je onder andere:
    • pagina's aan je lijst met favorieten toevoegen
    • feedback achterlaten
    • deelnemen aan discussies
    • zelf bijdragen delen via de 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Vintage Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.