Transvermij/Graphe - Arrest

Transvermij/Graphe, HR 25-10-1996, NJ 1998, 16.

 

Casus
Een personenauto is in Rotterdam gestolen. De auto is overgedragen aan Transvermij. Enige tijd later is de auto weer aangetroffen door adviesbureau, de rechtsvorganger van Graphé. Nadat het Adviesbureau het kenteken van de auto aan de European Car register (ECR) had doorgegeven, heeft het ECR aan het adviesbureau doorgegeven dat de auto een gestolen auto is. Diezelfde dag heeft het Adviesbureau van het aantreffen van de auto aangifte gedaan bij de politie met het verzoek de auto in bewaring te nemen.

Het gaat in dit geding om de vraag of Graphé zich kan beroepen op de in art. 5.5 BW neergelegde regeling betreffende het vinden van onbeheerde zaken. De Rechtbank heeft deze vraag ontkennend beantwoord op de grond dat de aangetroffen auto niet een onbeheerde zaak in de zin van art. 5.5 was. Het Hof heeft haar daarentegen bevestigend beantwoord. Het heeft de vorderingen in conventie van Transvermij tot afgifte van de auto en schadevergoeding wegens waardevermindering afgewezen en in reconventie naast een kostenvergoeding een beloning van 10% van de dagwaarde van de auto redelijk geacht en transvermij veroordeeld tot betaling aan Graphé.
 

De Hoge Raad

De strekking van art. 5:5 e.v BW laat zich aldus samenvatten dat daarmee beoogd is te bevorderen dat degene die de zaak verloren heeft haar zo veel mogelijk zal kunnen terugvinden, en voor het geval de verliezer niet meer komt opdagen een oplossing te geven, welke mogelijk maakt dat de zaak binnen afzienbare tijd weer in het rechtsverkeer wordt gebracht of in gebruik genomen. Met die strekking strookt het begrip vinden in art. 5.5, in overeenstemming met zijn taalkundige betekenis, in ruime zin uit te leggen. Daarmee zou slecht te verenigen zijn dat zou moeten worden aangenomen dat niet van vinden sprake is, indien de zaak niet bij toeval is ontdekt, maar daarnaar is gezocht en handelingen zijn verricht die als het opsporen daarvan kan worden beschouwd. Aan toepasselijkheid van deze regeling staat evenmin in de weg dat de vinder mede ter behartiging van zijn eigen belang optreedt. Aangenomen moet dan ook worden dat die toepasselijkheid niet is uitgesloten indien de vinder beroepsmatig optreedt en het oogmerk heeft om , zo aan de overige vereisten is voldaan, in aanmerking te komen voor het in art. 5.10 lid 2 bedoelde vindersloon.

Wil de vinder in aanmerking komen voor een beloning, dan is vereist dat de aangetroffen zaak onbeheerd was, maar niet ook dat de vinder dit ten tijde van het aantreffen wist.
De vraag of een aangetroffen zaak als onbeheerd moet worden aangemerkt, moet worden beantwoord aan de hand van de omstandigheden van het geval, waarbij het niet ter zake doet of het gaat om omstandigheden die eerst na het ontdekken van de zaak zijn gebleken. Zie het arrest over wat van een vinder van een gestolen auto mag worden verwacht in het licht van zijn in art. 5.5 lid 1 genoemde verplichtingen

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.