Unitco - Arrest

Unitco (HR 17-01-2014, NJ 2014/61)

Casus

Unitco heeft het faillissement aangevraagd van haar schuldenaar. Deze schuldenaar is door de rechtbank in staat van faillissement verklaard. Volgens de rechtbank was de vordering van Unitco aannemelijk, waren er steunvorderingen en verkeerde de schuldenaar in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen. De schuldenaar gaat in hoger beroep tegen de faillietverklaring. De schuldenaar stelt namelijk dat alle steunvorderingen inmiddels zijn voldaan respectievelijk zijn kwijtgescholden. Volgens de schuldenaar bestaat alleen nog de schuld aan Unitco.

Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Volgens het hof moet in een eenmaal uitgesproken faillissement worden uitgegaan van het bestaan van (nog onbekende) steunvorderingen, tenzij het tegendeel aannemelijk is gemaakt. Volgens het hof is selectieve betaling van steunvorderingen daarvoor niet voldoende. Dit vormt een ontoelaatbare doorbreking van de paritas creditorum. Het doorbreken van de paritas creditorum is ontoelaatbaar en een schending van de rechten van de schuldeisers wier vorderingen onbetaald blijven.

In cassatie wordt duidelijk dat vaststaat dat Unitco een vordering heeft op de schuldenaar en dat voor faillietverklaring is vereist dat de schuldenaar meer dan één schuldeiser heeft en dat het bestaan van de vorderingen summierlijk is gebleken. Als de stellingen van partijen daartoe aanleiding geven, moet de rechter in hoger beroep opnieuw  onderzoeken of aan de vereisten voor faillietverklaring is voldaan. Bij zijn beslissing daarover dient hij uit te gaan van de toestand ten tijde van zijn uitspraak en moet hij dus de op dat moment bestaande omstandigheden in aanmerking nemen.

Hoge Raad

De Hoge Raad stelt het volgende. Indien de stellingen van partijen daartoe aanleiding geven, moet het hof opnieuw onderzoeken of nog aan de vereisten voor faillietverklaring wordt voldaan. Het hof moet dan ook beoordelen of ten tijde van de uitspraak in appel is voldaan aan het vereiste van pluraliteit van schuldeisers. Voor het in hoger beroep handhaven van een faillissement is (evenals voor het uitspreken van een faillissement) vereist dat het bestaan van steunvorderingen summierlijk is gebleken. Het hof had dus naar aanleiding van de stellingen van de schuldenaar moeten onderzoeken of (nog) daadwerkelijk aan dit vereiste was voldaan.

In het algemeen is het niet ontoelaatbaar om tijdens het hoger beroep steunvorderingen te laten voldoen. Dit levert geen doorbreking van de paritas creditorum op. De paritas creditorum geeft schuldeisers namelijk slechts recht op gelijke behandeling bij de voldoening van hun vorderingen uit (de opbrengst van) de goederen van de schuldenaar (art. 3:277 BW).

Voor zover het hof heeft geoordeeld dat het niet kan uitsluiten dat de schuldenaar met derden leningen is aangegaan om de steunvorderingen te betalen, geeft het oordeel ook blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Het hof had immers moeten onderzoeken of summierlijk van zodanige leningen is gebleken.

 

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.