Van hees/Esbeek - Arrest

van Hees - Esbeek (gasbuis), HR 1 Juli 1977, NJ 1978, 84 

 

Onderwerp

causaal verband, onrechtmatig handelen

Casus

Eiser tot cassatie, Van Hees, voert op 28 oktober 1969 graafwerkzaamheden, waarbij een machinist in dienst van Van hees betrokken is. Door een onoplettendheidje brengt de machinist plotseling schade toe aan een aardgastransportleiding, wat tot gevolg heeft dat de toevoer van aardgas naar het bedrijf van Esbeek tijdelijk gestaakt is. Esbeek, in casu verweerder in cassatie, ondervindt hierdoor bedrijfsschade. Esbeek stelt de machinist van Van Esbeek aansprakelijk voor de schade, omdat de machinist zonder bouwtekeningen aan het werk is gegaan. Normaliter moeten de werknemers beschikken over een bouwtekening, waarop de leidingen te zien zijn. Aangezien de machinist zonder deze tekeningen werkte, kon hij niet op de voorgeschreven afstand van de aardgastransportleidingen blijven, waardoor hij schade aan heeft kunnen richten. Esbeek stelt Van Hees aansprakelijk voor de door hun machinist aangerichte schade. 

Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelde dat de schade die door personen wordt geleden niet te ver verwijderd moet liggen van de oorzaak. De persoon die de schade heeft veroorzaakt moet wel kunnen verwachten wat voor een soort schade zijn daad teweeg brengt. Als er geen samenhangend gevolg meer te verwachten valt door de persoon die de schade heeft veroorzaakt, dan kan hij daarvoor niet worden aangesproken. De schade die Esbeek had geleden was van zulk bijzondere aard, dat het samenhangende verband door het hof moest worden vastgesteld. Toch kan Esbeek van Hees wel aansprakelijk stellen voor de door Esbeek geleden schade. 

Opmerking: belangrijke punten uit dit arrest:
1. de rechtsnorm die beschadiging van eens anders goed verbiedt, kan geacht worden bij ten algemene nutte strekkende objecten, mede degene te beschermen die aan die objecten een direct gebruikersbelang ontlenen.
2. de mogelijkheid van een veelheid van aanspraken en omvangrijke aansprakelijkheid is geen grond om stagnatieschade als de onderhavige niet toe te kennen.
3. voor de toerekeningsvraag kan van belang zijn of schade het redelijkerwijs te verwachten gevolg was van de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid berust; tevens moet worden gelet op andere omstandigheden van het geval.
4. de afhankelijkheid van de bedrijfsvoering van de openbare gasvoorziening is niet een omstandigheid die het verband tussen fout en schade doorbreekt.
5. de vraag of deze afhankelijkheid van zo bijzondere aard was, dat de steenfabriek van tevoren maatregelen had moeten nemen ter voorkoming van schade als thans geleden vindt geen beantwoording omdat dienaangaande niets gesteld is.
6. de Hoge Raad laat zich niet uit over de vraag of de mate van schuld een omstandigheid is waarop bij vaststelling van het vereiste verband mede moet worden gelet.
7. terwijl A-G Berger in zijn conclusie betoogd had dat de onderbreking van de gastoevoer eerder tot het bedrijfsrisico van de aannemer dan tot dat van de steenfabriek behoort, vindt men hierover geen woord terug in het arrest.

Het adequatie-criterium wordt hier verlaten. Er moet gelet worden op andere omstandigheden.
 

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.