Vereniging Martijn - Hof Arnhem-Leeuwarden - Arrest

(Vereniging Martijn) Hof Arnhem-Leeuwarden 02-04-2013, JOR 2013, 134

Onderwerp

Verbodenverklaring en ontbinding rechtspersoon (art. 2:20 lid1 BW).

Casus/feiten:

Vereniging Martijn roept een eenduidig en consistent beeld op van een hechte groep personen die de overtuiging koestert dat kinderen in beginsel gebaat zijn bij seksuele intimiteit met volwassenen. Pedofielen kunnen hier onbeschroomd over hun gevoelens praten, er worden erotische verhalen en foto’s van bijna geheel ontklede kinderen gepubliceerd en er wordt steun gegeven aan de overtuiging van haar leden dat seksuele relaties tussen kinderen en volwassenen puur en goed kunnen zijn. De gevaren hiervan worden gebagatelliseerd en dergelijke contacten worden verheerlijkt. In dit licht is de waarschuwing op de site dat leden geen strafbare feiten moeten plegen, onbetekenend.

Rechtsvraag

Is de werkzaamheid van vereniging Martijn in strijd met de openbare orde?

Rechtbank

De rechtbank oordeelt dat de werkzaamheid van de vereniging in strijd is met de openbare orde omdat die werkzaamheid kinderen bedreigd in hun lichamelijke, emotionele en seksuele integriteit en de rechten en vrijheden van deze kwetsbare groep wordt aangetast.

De rechtbank heeft de vereniging verboden en ontbonden op grond van art. 2:20 BW.

Hof

Bij de beoordeling van de vraag of de vereniging verboden moet worden, stelt het Hof twee vragen centraal. Van belang is of haar werkzaamheid een ernstige aantasting vormt van als wezenlijk ervaren beginselen van ons rechtstelsel? En, zo ja, of die gedragingen onze samenleving kunnen ontwrichten?

Het Hof deelt de opvatting de bescherming van de seksuele integriteit van kinderen één van de algemeen aanvaarde grondvesten vormt van ons rechtsstelsel. Dit alles vormt daarom een daadwerkelijke en ernstige aantasting van het als wezenlijk ervaren beginsel dat de lichamelijke en seksuele integriteit van het kind dient te worden beschermd.

Het Hof is van mening dat dit in brede lagen van de samenleving als verontrustend wordt ervaren, maar deze gedragingen niet de samenleving kunnen ontwrichten. De vereniging kan dus niet op grond van art. 2:20 lid 1 BW verboden en ontbonden worden.

Conclusie

Wat voor kinderen geldt, geldt niet voor de maatschappij waar zij onderdeel van uitmaken. Die samenleving is zelf weerbaar en is in staat teweer te stellen tegen ongewenste uitingen en gedragingen die zij wel als verwerpelijk, maar niet als strafwaardig aanmerkt. De wettelijke bepalingen die wel de integriteit van het kind beogen te schermen, zijn in deze zaak niet aan de orde. De vereniging kan dus niet op grond van art. 2:20 lid 1 BW verboden en ontbonden worden. (Mening van het Hof)

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.