Verknochtheid en schadevergoeding - Arrest

Verknochtheid en schadevergoeding (HR 03-11-2006, ECLI:NL:HR:2006:AX8843)

Feiten

Partijen zijn in mei 1990 in algehele gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd. Hun huwelijk is in 2001 door echtscheiding ontbonden.

In oktober 1990 heeft de vrouw een verkeersongeval gehad waardoor zij een whiplashtrauma heeft gekregen. De WAM-verzekeraar van de veroorzaker van het ongeval heeft aansprakelijkheid erkend en heeft, haar tijdens het huwelijk een schadevergoeding uitbetaald van ƒ 270.000,--, waarvan een gedeelte van ƒ 32.500,-- voor immateriële schade.  Later hebben partijen bouwgrond gekocht waarop zij een woning hebben laten bouwen. Partijen hebben de woning in 2000 verkocht en de netto-opbrengst hiervan van ƒ 773.009,52 tussen hen bij helfte verdeeld.

Partijen hebben over en weer vorderingen tegen elkaar ingesteld ter zake van de verdeling van de gemeenschap. Kern van hun geschil is de vraag of het genoemde bedrag van ƒ 147.500,- in de gemeenschap is gevallen, zoals de man stelt, dan wel wegens verknochtheid aan de vrouw daarbuiten is gebleven, zoals de vrouw aan haar (reconventionele) vordering tot betaling van de helft van dat bedrag (ƒ 73.750,--), ten grondslag heeft gelegd.

In cassatie gaat het dan ook om de vraag of het Hof bij zijn oordeel dat een ontvangen vergoeding van materiële schade ten gevolge van het verkeersongeval bij de verdeling van een gemeenschap van goederen buiten beschouwing moet blijven als verknocht aan één der echtgenoten, is uitgegaan van een juiste rechtsopvatting.

Hoge Raad

Het hof heeft volgens de Hoge Raad terecht als uitgangspunt genomen dat het antwoord op de vragen of een goed op bijzondere wijze aan één der echtgenoten is verknocht en, zo ja, in hoeverre die verknochtheid zich ertegen verzet dat het goed in de gemeenschap valt (een en ander als bedoeld in art. 1:94 lid 3 BW) afhangt van de aard van dat goed, zoals deze aard mede door de maatschappelijke opvattingen wordt bepaald.

Door invloed toe te kennen aan de maatschappelijke opvattingen, een objectieve maatstaf die tevens de rechtszekerheid dient met het oog op eventuele rechten van derden, is de redelijkheid en billijkheid die de rechtsverhouding tussen de deelgenoten beheerst reeds verdisconteerd, volgens de Hoge Raad. Het onderdeel dat klaagt dat het Hof een onjuiste maatstaf heeft aangelegd door bij de beantwoording van de vraag of er reden is verknochtheid aan te nemen uitsluitend rekening te houden met de aard van het betrokken goed en niet met de omstandigheden van het geval, berust dus op een onjuiste rechtsopvatting en faalt.

De Hoge Raad verwerpt het beroep

Conclusie: of een goed op bijzondere wijze aan een der echtgenoten verknocht is en, zo ja, in hoeverre die verknochtheid zich ertegen verzet dat het goed in de gemeenschap valt zijn de redelijkheid en billijkheid reeds verdisconteerd door de invloed die worden toegekend aan de maatschappelijke opvattingen. 

 

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.