Vervalste handtekeningen - Arrest

Vervalste handtekeningen (HR 13-09-1988, NJ 1989, 231)

Casus

Aan verdachte is tenlastegelegd 'valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.' Als bewijsmateriaal wordt gebruikt een pv inhoudende een verklaring van Lensen alsmede een verklaring van Maljers. Deze verklaringen zijn volgens verdachte onterecht gebruikt als bewijsmateriaal omdat de verklaringen een mening of gissing behelzen die niet als mededeling van zelf waargenomen feiten of omstandigheden kunnen worden aangemerkt, wat wel vereist is krachtens art. 344 lid 1 onder 2 Sv. De verklaringen van Lensen en Maljers bevatten onder andere de zinsnede 'ik vermoed dat verdachte…' Hieruit blijkt volgens verdachte dat het gaat om een gissing. Berusten de verklaringen van Lensen en Maljers op zelf waargenomen feiten of omstandigheden ex art. 344 lid 1 onder 2 Sv of berusten zij op een gissing zodat de verklaringen niet als bewijs hadden mogen dienen?

NB. In casu wordt art. 344 Sv gebruikt en niet art. 342 Sv, omdat het bewijsmiddel in deze zaak een pv is. Verbalisanten hebben niet art. 344 Sv overtreden, want zij hebben zelf waargenomen dat de getuigen iets vermoeden. Echter, een pv mag ook geen vermoedens bevatten. De verklaring in het pv moet voldoen aan bepaalde eisen van art. 342 Sv.

Rechtbank en Hof

De Rechtbank en het Hof hebben verdachte veroordeeld wegens valsheid in geschift, meermalen gepleegd. Hun oordeel berust op verklaringen van Lensen en Maljers en op verklaringen van de verdachte zelf.

Hoge Raad

Volgens de HR faalt het beroep van verdachte op het feit dat de verklaringen van Lensen op een gissing of een mening berusten. Het Hof heeft de verklaringen kennelijk verstaan als behelzende mededelingen van die Lensen nopens de gedachten die bij haar zijn opgekomen. De betrokken volzinnen ('ik herken het handschrift van verdachte' en 'alleen verdachte kan bij de bescheiden') bevatten niets wat niet vatbaar is voor eigen waarneming en ondervinding. De verklaring van Maljers ('ik vermoed dat verdachte deze van mij heeft weggenomen en deze van een valse handtekening heeft voorzien') kan niet worden geacht een mededeling te behelzen omtrent feiten of omstandigheden die Maljers zelf heeft waargenomen of ondervonden. De bewezenverklaring is in zoverre niet naar de eis der wet met redenen omkleed. De verklaring van Maljers kan dus niet als bewijs dienen en de verklaring van Lensen wel.

 

Vragen

Vraag 1

Stelling: ten onrechte klaagt het middel over schending van art. 344 Sv. Het middel gaat immers over verklaringen van getuigen, niet over hetgeen  opsporingsambtenaren zelf hebben waargenomen of ondervonden. Is deze stelling juist of geheel of gedeeltelijk onjuist? Motiveer uw antwoord.

Vraag 2

De passages uit de verklaring van mevr. Lensen vinden wel genade in de ogen van de Hoge Raad, de verklaringen van mevr. Koster-Maljers niet. Waardoor is dit verschil in de overwegingen van de Hoge Raad te verklaren?

Vraag 3

Wat is de consequentie van dit arrest voor het verdere verloop van deze strafzaak voor het Hof Amsterdam, waarnaar wordt verwezen?

Antwoordindicatie

Vraag 1

De stelling is gedeeltelijk (on)juist. Het klopt dat het gaat om een getuigenverklaring en niet over wat een opsporingsambtenaar zelf heeft waargenomen. Doordat de verklaring van de getuige tegenover verbalisant is in het proces-verbaal opgenomen, valt dit echter wel onder art. 344 lid 1 sub 2 Sv. Art. 342 lid 1 Sv werkt in dit geval door, want het gaat om een de auditu-verklaring (verklaring van horen zeggen). Het horen van de getuige door de verbalisant is een vorm van waarneming door de verbalisant. Koster-Maljers ontoelaatbare gissingen maakt het bewijsmiddel niet onwettig, maar niet redengevend.

Vraag 2

De HR plaatst de verklaring van mevrouw Lensen in de context van haar gehele verklaring. Het desbetreffende stukje is een conclusie van het voorgaande, maar is zo nauw verweven met de door haar waargenomen feiten en omstandigheden dat de rechter er waarschijnlijk geen ‘conclusie’ in juridische zin in zal zien (ro. 5.1). De verklaring van mevrouw Koster-Maljers omvat daarentegen geen omstandigheden of feiten die zij zelf heeft waargenomen, dan wel ondervonden. Haar verklaring is te zien als een gissing/vermoeden die in haar geval als het ware ‘in de lucht hangt’ (ro. 5.2). Deze laatste is wel een wettig bewijsmiddel, maar is dus niet redengevend.

Vraag 3

Het Hof Amsterdam zal waarschijnlijk nagaan of er ook zonder de verklaring van mevrouw Koster-Maljers voldoende bewijs voorhanden is. Mocht er sprake zijn van bewijsnood dan zal het Hof tevens willen onderzoeken of de verklaring van mevrouw Koster-Maljers toch als bewijsmiddel kan dienen. Daartoe kan het Hof haar bijvoorbeeld ter terechtzitting oproepen als getuige (haar ter terechtzitting afgelegde verklaring kan dan een bewijsmiddel ex artikel 342 lid 1 Sv opleveren).

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
WorldSupporter Resources
Arresten & Jurisprudentie: leren, studeren en kennis delen - Startpagina