Voorzieningenrechter rb. Amsterdam 11-3-2011, JOR 2011, nr. 141 - Arrest

Onderwerp: sluiting van een concernonderdeel

 

Feiten:

Merck heeft een dochteronderneming (Organon Biosciences) en deze heeft een dochteronderneming, Organon. Door een nieuwe netwerkstrategie kan Organon geen researchwerk meer verrichten voor Merck.

De RvC en de OR hebben verklaard niet met het besluit van Merck in te stemmen. De OR heeft in 2010 een procedure ex art. 26 WOR gestart bij de Ondernemingskamer. Na een aantal overleggen heeft Merck met de RvC en OR een overeenkomst gesloten, waar ook de vakbonden bij worden aangesloten.

Hieruit vloeide een aantal voorstellen voort van partij X aan Merck gedaan, die voor Merck niet aanvaardbaar waren.

 

Voorzieningenrechter:

Eisers (o.a. de RvC en OR van Organon) vorderen dat Merck wordt veroordeeld tot nakoming van de overeenkomst en dientengevolge ook het bod van partij X. Verder vorderen eisers dat de onderhandelingen met partij X te goeder trouw worden voortgezet, en dat dat ingestelde Advisory Body gehandhaaft blijft, met haar bevoegdheden.

Eisers stellen dat Merck in strijd handelt met de overeenkomst door zonder vooraf advies te vragen het bod van partij X definitief af te wijzen. Merck stelt dat de overeenkomst onverlet laat dat zij uiteindelijk mag beslissen of een bod al dan niet zou worden aanvaard.

De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Partijen verschillen van mening over de uitleg van artikel 1b en 1e van de Overeenkomst. Volgens vaste jurisprudentie dient voor de beantwoording van de vraag welke uitleg aan een overeenkomst moet worden gegeven te worden gekeken naar de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan een bepaling mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Uit de bewoordingen van de overeenkomst kan worden afgeleid dat de rol van de eisers een adviserende was.

Wel is het zo dat de Advisory Body de kans zou moeten krijgen om te adviseren, en dit onderdeel van de overeenkomst is niet nagekomen.

De voorzieningenrechter wijst toe dat Merck wordt veroordeeld tot het voorleggen van haar voorgenomen besluit aan de Advisory Body, maar de vordering van eisers dat het bod van partij X moet worden aanvaard zal worden afgewezen.

Dat Merck niet te goeder trouw heeft onderhandeld is niet en/of kan niet bewezen worden. Het staat Merck ook vrij om tijdens de onderhandelingen andere inschattingen te maken.

De Advisory Body moet minimaal blijven bestaan tot Merck haar besluit om niet verder te onderhandelen met partij X aan de Advisory Body heeft voorgelegd ter advisering. Daarna hangt het bestaan af van de reactie van Merck.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
WorldSupporter Resources
Arresten & Jurisprudentie: leren, studeren en kennis delen - Startpagina