Vrijspraak Piet S. (Hof ‘s-Gravenshage 2 december 1987, NJ 1988/433) - Arrest

Casus:

I.c. gaat het om een bank waar zwarte dekkingen voorkomen. Dat betekend dat op de bescheiden die worden verleend voor het verstrekken van Algemene krediet overeenkomsten (AKO’s) onjuiste en/of onvolledige gegevens worden vermeld.

Verdachte wordt gedagvaard ter zake van een groot aantal gevallen van valsheid in geschriften, gepleegd door een rechtspersoon (een bank) waarvan hij voorzitter van de Raad van Bestuur was (art. 51 lid 2 jo. 225 WvSr). De raad van bestuur had onder verdachtes leiding het standpunt genomen dat zwarte dekkingen e.d. verboden waren. De vraag is dan of van de verdachte kon en mocht worden verlangd dat hij, na het besluit er op toe zou zien, en zou controleren of de onregelmatigheden daadwerkelijk werden bestreden.

 

Rechtsregel:

In dit arrest was door de Hof beslist dat van feitelijk leidinggeven in de zin van art. 51 lid 1 WvSr onder omstandigheden sprake kan zijn indien de betreffende functionaris – hoewel daartoe bevoegd en redelijkerwijs gehouden – maatregelen ter voorkoming van de verboden gedragingen achterwege laat en bewust de aanmerkelijke kans aanvaardt dat de verboden gedragingen zich zullen voordoen (zie Slavenburg II). In deze situatie wordt die functionaris geacht opzettelijk de verboden gedragingen te bevorderen. Een dergelijke bewuste aanvaarding van de bedoelde aanmerkelijke kans kan zich voordoen, indien hetgeen de verdachte bekend was omtrent het begaan van de strafbare feiten door de bank, rechtstreeks verband hield met de in de tenlastelegging omschreven verboden gedragingen. Op grond van deze interpretatie van art. 51 WvSr. kan van feitelijk leidinggeven eerst sprake zijn vanaf het moment waarop bedoelde bekendheid bij de betreffende functionaris aanwezig was. Het Hof kwam tot het oordeel dat na de verbodenverklaring deze regels ook zou worden nageleefd. Onder deze specifieke omstandigheden kon niet verlang worden dat hij ook nog op de naleving zou toezien.

 

Volgens het Hof hoeft dus van de voorzitter niet worden verlangd dat hij, nadat de Rvb had besloten om de onregelmatigheden aan te pakken, zou controleren of de onregelmatigheden slagvaardig werden bestreden. Dit omdat er een bepaalde taakverdeling was binnen de raad van bestuur en de onregelmatigheden zich niet voordeden binnen de sector waarvoor de voorzitter verantwoordelijk was. Ook was niet aangetoond dat de voorzitter signalen had ontvangen waaruit hij moest afleiden dat de onregelmatigheden niet voldoende werden bestreden.

M.a.w. er is niet bewezen dat de verdachte feitelijk leiding heeft gegeven in de zin van art. 51 aan eventuele verboden gedragingen van de bank.

 

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
WorldSupporter Resources
Arresten & Jurisprudentie: leren, studeren en kennis delen - Startpagina