Wat houdt de wetenschap 'psychologie' in? - Chapter 1


Wat is psychologische wetenschap?

Psychologie omvat de studie naar mentale activiteit en gedrag. De term psycholoog wordt gebruikt om iemand te omschrijven wiens carrière het begrijpen van het mentale leven of het voorspellen van gedrag omvat.

Psychologische wetenschap is de studie, door het doen van onderzoek, naar de geest, hersenen en gedrag. De geest verwijst naar mentale activiteit. Dit omvat perceptuele ervaringen zoals smaak en aanrakingen, die we hebben wanneer we met de wereld interacteren. De geest is ook verantwoordelijk voor herinneringen, gedachten en gevoelens. Mentale activiteit is het resultaat van biologische processen in de hersenen. Gedrag omschrijft het geheel aan observeerbare menselijke of dierlijke acties. 

Een van de belangrijkste kenmerken van een goede wetenschapper is 'amiable skepticism'. Deze eigenschap combineert openheid en behoedzaamheid. De vaardigheid om op deze manier te denken wordt 'kritisch denken' genoemd. Een kritische denker zijn betekent zoeken naar gaten in bewijs, het gebruik van logica en redeneren en alternatieve verklaringen overwegen. 

Het denken op niet kritische wijze kan leiden tot foutieve conclusies. Deze fouten en biases ontstaan niet door een gebrek aan intelligentie of motivatie, maar meestal juist omdat we gemotiveerd zijn om onze intelligentie te gebruiken. Foutieve overtuigingen kunnen leiden tot gevaarlijke acties. Kennis van biases in het denken kan je ook helpen het beter te doen op school. Een aantal belangrijke biases zijn:

  • Het negeren van bewijs (confirmation bias): mensen hebben een sterke neiging om groot belang te hechten aan bewijs dat hun overtuigingen ondersteunt. Ze hechten minder waarde aan bewijs dat niet overeenkomt met hun overtuigingen. 

  • Het zien van relaties die er niet zijn: dit is de misperceptie dat twee gebeurtenissen die tegelijk plaatsvinden op de een of andere manier gerelateerd moeten zijn. Dit komt voort uit ons verlangen om voorspelbaarheid te vinden in de wereld. 

  • Acceptatie van verklaringen na het feit: mensen bedenken vaak verklaringen voor waarom gebeurtenissen gebeuren. Ze doen dit ook als ze onvoldoende informatie hebben. Wanneer we een uitkomst weten, interpreteren we en herinterpreteren we oud bewijs om de uitkomst te begrijpen. 

  • Mentale 'shortcuts' nemen: mensen volgen vaak simpele regels, heuristieken genoemd, om beslissingen te maken. Dit kan leiden tot inaccurate beoordelingen en gebiasde uitkomsten. 

Een andere bias in het denken is dat mensen hun eigen tekortkomingen niet zien. Mensen willen zich graag goed voelen over zichzelf. Veel mensen geloven dat zij beter zijn dan gemiddeld op een aantal dimensies. 

Wat zijn de wetenschappelijke funderingen van psychologie?

Psychologie komt voort uit filosofie. In 1800 begonnen psychologen wetenschappelijke methodes te gebruiken om de geest, het brein en het gedrag te bestuderen. Het nature/nurture debat begon al in de Oude Griekse tijd. Psychologen weten nu dat zowel nature als nurture dynamisch samenwerken in de menselijke psychologische ontwikkeling. Het lichaam/geest probleem gaat over de vraag of de geest en het lichaam gescheiden zijn of dat de geest de subjectieve ervaring is van hersenactiviteit. Vroeger was er de sterke overtuiging dat de geest los stond van het lichaam. Dit kwam grotendeels door de sterke theologische overtuiging dat een goddelijke en onsterfelijke ziel de mensen onderscheidt van dieren. Da Vinci dacht dat alle sensorische berichten binnen kwamen op één plek in het brein. Hij noemde dit de sensus communis en dacht dat dit de bron was van gedachten en beoordeling. In de jaren 1600 promootte Descartes de invloedrijke theorie van het dualisme. Deze term verwijst naar het idee dat de geest en het lichaam gescheiden zijn, maar wel samenwerken. Volgens hem was het lichaam niets meer dan een organische machine die werd geleid door reflexen. Mentale functies waren het gevolg van lichamelijke functies. Descartes concludeerde dat de rationele geest goddelijk was en gescheiden was van het lichaam. Tegenwoordig wordt het dualisme verworpen. 

Halverwege de 19e eeuw ontstond psychologie als een wetenschap gebaseerd op de experimentele methode. Volgens John Stuart Mill zou de geest alleen begrepen kunnen worden door de methoden van de wetenschap. In 1879 stichtte Wilhelm Wundt het eerste psychologische laboratorium en instituut. Wundt trainde hier veel vroege psychologen. Wundt gebruikte een methode, de reactietijd, om te beoordelen hoe snel mensen kunnen reageren op een gebeurtenis. Hij ontwikkelde ook de methode van introspectie: een systematische beoordeling van mentale ervaringen die vereist dat mensen de inhoud van hun eigen gedachten inspecteren en erover rapporteren. 

Edward Titchener was een student van Wundt en de grondlegger van het structuralisme. Dit is gebaseerd op het idee dat bewuste ervaring opgedeeld kan worden in basale onderliggende componenten. Hij gebruikte hier ook introspectie voor. Het probleem met introspectie is dat ervaring subjectief is. Iedereen brengt een uniek perceptueel systeem bij introspectie, en het is moeilijk voor onderzoekers om te bepalen of iedere participant in een onderzoek introspectie op gelijke wijze toepast. Ook verandert het rapporteren over de ervaring de ervaring op zichzelf. Later werd introspectie dan ook steeds minder gebruikt, omdat het geen betrouwbare methode was voor het begrijpen van psychologische processen. Een criticus van het structuralisme was William James.

In 1873 stopte James zijn geneeskundige carrière en ging lesgeven in natuurkunde. James was vooral geïnteresseerd in de bewuste ervaring. Hij schreef een analyse van de menselijke geest, Principles of Psychology (1890). Het was het meest invloedrijke boek in de vroege geschiedenis van de psychologie. Veel centrale ideeën uit dit boek zijn overeind gebleven. James beweerde dat de geest veel complexer is dan zijn elementen en daarom niet opgebroken kan worden.

Hij beweerde bijvoorbeeld dat de geest bestaat uit een eeuwig veranderende, continue serie van gedachten. Deze stream of consciousness kan niet bevroren worden, dus volgens James was de structuralistische techniek steriel en kunstmatig. James beweerde dat psychologen moeten onderzoeken hoe de geest werkt. Dit werd bekend als het functionalisme. 

Naturalist Charles Darwin had veel invloed op het functionalisme. In 1859 publiceerde hij zijn revolutionaire boek On the Origin of Species, waarin hij de evolutionaire theorie presenteerde. Hij beweerde dat soorten veranderen over tijd. Sommige van deze veranderingen vergroten individuele kansen op overleving en reproduceren. Overleven en reproduceren verzekeren vervolgens dat deze veranderingen worden doorgegeven aan toekomstige generaties. Deze veranderingen worden adaptaties genoemd.

Darwin noemde zijn mechanisme natuurlijke selectie: het proces waardoor veranderingen die adaptief zijn (en dus overleving en reproductie stimuleren) door worden gegeven en veranderingen die niet adaptief zijn niet worden doorgegeven. Dit idee heet ook wel survival of the fittest. Fittest gaat hierbij over reproductief succes en overleving en niet puur over fysieke kracht. 

Wat waren de verschillende perspectieven op de geest, het brein en gedrag?

De psychologie in de 20e eeuw werd vooral beïnvloed door Sigmund Freud. Freud werkte met mensen met neurologische stoornissen, maar ontdekte dat hierbij de medische oorzaak soms ontbrak. Hij dacht dat hun condities vaak veroorzaakt werden door psychologische factoren. Freud dacht dat veel van het menselijke gedrag bepaald werd door mentale processen die op onbewust niveau optraden. Hij dacht dat onbewuste mentale krachten, vaak seksueel en in conflict met elkaar, psychologische spanningen en soms zelfs psychologische stoornissen creëerden. Volgens Freud lag de oorzaak voor deze onbewuste conflicten vaak in ervaringen in de kindertijd die de persoon probeert te verdringen.

Freud ontwikkelde de psychoanalyse. In deze therapeutische methode werken de therapeut en patiënt samen om de inhoud van het onbewuste van de patiënt in het bewustzijn te brengen. Hij gebruikte vrije associatie, waarbij een patiënt moest praten over alles waar hij of zij over wilde praten, zo lang als hij of zij wilde. Freud geloofde dat iemand uiteindelijk onbewuste conflicten zou ontwikkelen die psychologische problemen veroorzaken tijdens vrije associatie. Ook analyseerde hij de inhoud van dromen van patiënten, op zoek naar verborgen conflicten. Freud had veel invloed, maar zijn ideeën zijn niet wetenschappelijk te onderzoeken. 

In 1913 geloofde de psycholoog John B. Watson dat als de psychologie een wetenschap moest zijn; het moest stoppen met het bestuderen van mentale gebeurtenissen die niet direct geobserveerd kunnen worden. Hij ontwikkelde het behaviorisme. Deze benadering benadrukt omgevingsinvloeden op observeerbaar gedrag. Voor Watson en andere behavioristen werd alles bepaald door nurture en was er geen invloed van nature.

Watson geloofde dat dieren en mensen alle gedragingen leren door ervaring. Daarom moeten we stimuli, of triggers, uit de omgeving bestuderen in specifieke situaties. Door de stimuli te begrijpen, kunnen we gedragsmatige reacties in deze situaties voorspellen. Skinner werd de meest bekende en invloedrijke behaviorist. Volgens hem waren mentale staten slechts een andere vorm van gedrag. Hij wilde begrijpen hoe gedragingen beïnvloed worden door de gebeurtenissen of gevolgen die erop volgen. Het behaviorisme was tot 1960 de dominante stroming. 

De Gestalt school was het niet eens met het structuralisme. De school werd gesticht door Max Wertheimer in 1912. Volgens de Gestalt theorie is de gehele menselijke ervaring niet simpelweg de som van de verschillende elementen. Hiermee beweerden zij dat de perceptie van objecten subjectief is en afhankelijk van de context. Twee mensen kunnen naar één object kijken en verschillende dingen zien. 

In 1950 zagen de meeste gedachtenscholen gedrag als het resultaat van gebeurtenissen buiten de menselijke controle. Psychologen als Abraham Maslow en Carl Rogers richtten zich juist op het feit dat mensen vrij zijn om activiteiten te kiezen die ze blij maken en voldoening geven. Dit positieve perspectief werd bekend als de humanistische psychologie. Deze benadering benadrukt de goedheid van mensen.

Het humanisme richt zich er op dat mensen zichzelf moeten accepteren, moeten werken aan persoonlijke doelen en proberen hun volledige potentiaal als mens te vervullen. Hierop voortbordurend werd de beweging van de positieve psychologie bekend gemaakt door psycholoog Martin Seligman. Seligman moedigde de wetenschappelijke studie aan vanwege kwaliteiten als hoop, waarden, creativiteit en moed. Het benadrukt de kwaliteit van relaties en plezier halen uit mijlpalen in het leven. 

Er werd meer onderzoek gedaan naar geheugen, taal en ontwikkeling van kinderen. Bevindingen van deze onderzoeken wezen uit dat mentale functies belangrijk zijn bij het begrijpen van gedrag en dat een puur behavioristische aanpak van psychologie beperkingen kent. George A. Miller en collega's begonnen de cognitieve revolutie in de psychologie. Na 1980 ontstond de cognitieve neurowetenschap, waarbij de neurale mechanismen die ten grondslag liggen aan gedachten, leren, perceptie, taal en geheugen worden bestudeerd. 

Wat zijn de meest recente ontwikkelingen in de psychologie?

Er is veel vooruitgang in het begrijpen van de scheikundige processen in het brein. Ook zijn er grote vooruitgangen in brain imaging methoden, waardoor het brein kan worden bestudeerd wanneer het vitale psychologische functies uitvoert. In 2010 is het Humane Connectome Project begonnen om onderzoek te doen naar connectiviteit in de hersenen. Wetenschappers hebben ook veel vooruitgang geboekt in het begrijpen van het menselijk genoom. Bijna alle biologische en psychologische processen worden beïnvloed door de acties van meerdere genen. Wetenschappers beginnen de relatie tussen situatie, genen en gedrag te begrijpen. 

Het veld van de evolutionaire psychologie probeert mentale eigenschappen te verklaren als producten van natuurlijke selectie. Functies als geheugen, perceptie en taal worden gezien als aanpassingen. Er is bewijs dat de geest zich ook aanpast. De geest past zich aan aan culturele invloeden, waardoor individuen om kunnen gaan met specifieke uitdagingen. Kennis van de uitdagingen die onze vroege voorouders moesten doorstaan, helpt ons ons huidige gedrag te begrijpen. Tegenwoordig hebben mensen moeite met het weerstaan van junkfood. Vroeger was dit voedsel zeldzaam en had het eten hiervan grote overlevingswaarde. 

Voor mensen is de meest uitdagende uitdaging het omgaan met andere mensen. Interacties met mensen zijn complex in menselijke samenlevingen. Culturele aspecten worden van de ene generatie op de andere doorgegeven door te leren. De culturele evolutie gaat veel sneller dan de biologische evolutie. De laatste decennia beseffen mensen dat cultuur een belangrijke rol speelt in het redeneren over de wereld om mensen heen, en dat mensen uit verschillende culturen heel andere geesten hebben. De cultuur vormt dus ons dagelijks leven. Culturele regels worden geleerd als normen, die aangeven hoe mensen zich zouden moeten gedragen in verschillende contexten. Psychologen hebben een belangrijke rol gespeeld in ons begrip van de complexe relaties tussen culturen en gedrag. 

Tegenwoordig wordt gedrag uitgelegd aan de hand van verschillende niveaus van analyse. Deze vier niveaus zijn:

  1. Het biologische niveau van analyse gaat over hoe het fysieke lichaam bijdraagt aan geest en gedrag. 

  2. Het individuele niveau van analyse gaat over individuele verschillen in persoonlijkheid en in de mentale processen die beïnvloeden hoe mensen waarnemen en de wereld leren kennen. 

  3. Het sociale niveau van analyse gaat over hoe groepscontexten de manier beïnvloeden waarop mensen met elkaar omgaan en elkaar beïnvloeden. 

  4. Het culturele niveau van analyse gaat over hoe gedachten, gevoelens en acties van verschillende mensen gelijk zijn of verschillen per cultuur. 

Psychologische wetenschap moedigt steeds meer aan om gedrag te onderzoeken op meerdere niveaus, op een integratieve manier. Vaak werken psychologen samen met onderzoekers uit andere wetenschappelijke velden. Dit wordt interdisciplinair genoemd. 

Hoe beïnvloeden de niveaus van analyse het werk als psycholoog?

Psychologen werken in verschillende settings. Dit is afhankelijk van of de primaire focus ligt op onderzoek, lesgeven, of het toepassen van wetenschappelijke bevindingen om de kwaliteit van het dagelijks leven te verbeteren. De scheiding tussen wetenschap en praktijk is soms onduidelijk, omdat veel wetenschappers ook in de praktijk werken. 

Veel psychologen volgen een interdisciplinaire benadering, zoals mensen die de methoden van neurowetenschappen gebruiken om onderwerpen te bestuderen die normaal door sociaal psychologen worden onderzocht. 

In feite is kennis van psychologie in bijna iedere carrière relevant. Het helpt je om jezelf te begrijpen en je werk dus beter te doen. 

Voor toegang tot deze pagina kan je inloggen

 

Voor volledige toegang tot deze pagina kan je inloggen

 

Inloggen (als je al bij JoHo bent aangesloten)

   Aansluiten   (voor online toegang tot alle webpagina's)

 

Hoe het werkt

 

Aanmelden bij JoHo

 

 

  Chapters 

Teksten & Informatie

JoHo: paginawijzer

JoHo 'chapter 'pagina

 

Wat vind je op een JoHo 'chapter' pagina?

  •   JoHo chapters zijn tekstblokken en hoofdstukken rond een specifieke vraag of een deelonderwerp

Crossroad: volgen

  • Via een beperkt aantal geselecteerde webpagina's kan je verder reizen op de JoHo website

Crossroad: kiezen

  • Via alle aan het chapter verbonden webpagina's kan je verder lezen in een volgend hoofdstuk of tekstonderdeel.

Footprints: bewaren

  • Je kunt deze pagina bewaren in je persoonlijke lijsten zoals: je eigen paginabundel, je to-do-list, je checklist of bijvoorbeeld je meeneem(pack)lijst. Je vindt jouw persoonlijke  lijsten onderaan vrijwel elke webpagina of op je userpage
  • Dit is een service voor JoHo donateurs en abonnees.

Abonnement: nemen

  • Hier kun je naar de pagina om je aan te sluiten bij JoHo, JoHo te steunen en zelf en volledig gebruik te kunnen maken van alle teksten en tools.

Abonnement: checken

  • Hier vind je wat jouw status is als JoHo donateur of abonnee

Prints: maken

  • Dit is een service voor wie bij JoHo is aangesloten. Wil je een tekst overzichtelijk printen, gebruik dan deze knop.
JoHo: footprint achterlaten