Wat is ontwikkelingspsychologie? - Chapter 1

Hoe ziet het werkveld van de ontwikkelingspsychologie eruit?

Het onderzoeksveld van ontwikkelingspsychologie bestaat uit het bestuderen van de ontwikkelingsprocessen van de mens. Het focust zich op de wetenschappelijke studie van systematische processen van verandering, maar ook van stabiliteit.

Het werk van ontwikkelingspsychologen heeft een grote impact op het leven van mensen. Resultaten van onderzoek zijn vaak toepasbaar op verschillende werkvlakken, waaronder onderwijs, opvoeding, gezondheid en sociale politiek. Een voorbeeld hiervan is een onderzoek dat is gedaan naar de relatie tussen het hebben van honger en de schoolprestatie. Het onderzoek van Hoyland, Dye and Lawton (2009) liet zien dat kinderen die met honger naar school gaan, lagere cijfers en meer emotionele en gedragsproblemen hebben dan hun kinderen die zonder honger naar school gaan. Dit effect is vooral te zien in achtergestelde milieus. Het inbrengen van een ontbijtprogramma blijkt te helpen met het verbeteren van schoolresultaten. Al met al blijkt dat als mensen meer begrip hebben voor de ontwikkeling, zij ook beter begrijpen hoe mensen omgaan met het leven.

In vroegere jaren bestudeerden ontwikkelingswetenschappers voornamelijk de babyjaren, omdat in die jaren je een hele grote spurt in verandering ziet. Tegenwoordig zien onderzoekers life-span development (levensloopontwikkeling) als iets wat duurt van ‘womb to tomb’ (van baarmoeder naar graf). Ook erkennen ze dat ontwikkeling zowel positief als negatief kan zijn. Om deze redenen zijn er ook meer onderwerpen aan onderzoek toegevoegd zoals de timing van opvoeding of het werken van moeders tijdens de zwangerschap.

Tegelijkertijd met de ontwikkelingen op het gebied van onderzoek naar de levensloop, veranderen ook de doelen van dit onderzoek. De doelen zijn het omschrijven (bijv. omschrijven wanneer kinderen hun eerste woordjes zeggen), verklaren (hoe kinderen taal verkrijgen), voorspellen (de kans dat een kind serieuze taalproblemen ontwikkelt) en interventie (een kind spraaktherapie geven). Meerdere werkvelden zijn betrokken bij het onderzoek naar de ontwikkeling, zoals psychiatrie, sociologie, antropologie en genetica.

Wat zijn belangrijke basisconcepten van de ontwikkelingspsychologie?

Ontwikkelingswetenschappers bestuderen drie grote domeinen:

  • Lichamelijke ontwikkeling: De groei van het lichaam en brein, waaronder het bestuderen van verandering in sensorische capaciteiten, motorische vaardigheden en gezondheid.
  • Cognitieve ontwikkeling: Patronen van verandering in mentale vaardigheden, zoals: leren, aandacht, geheugen, taal, denken, redeneren en creativiteit.
  • Psychosociale ontwikkeling: Patronen van verandering in emoties, persoonlijkheid en sociale relaties.

Alhoewel vaak apart besproken, zijn deze domeinen toch erg met elkaar verbonden. Lichamelijke ontwikkeling heeft een grote invloed op de cognitieve en psychologische ontwikkeling. Een kind met veel oorontsteking kan bijvoorbeeld een achterstand hebben met het ontwikkelen van taal. Andersom kunnen cognitieve ontwikkelingen een effect hebben op de lichamelijke en psychosociale ontwikkeling. Een kind dat zich erg bewust is van zijn taalontwikkeling kan positieve reacties van anderen krijgen en daardoor meer zelfvertrouwen ontwikkelen. Als laatste kan psychosociale ontwikkeling een effect hebben op zowel de lichamelijke als de cognitieve ontwikkeling. Een kind met weinig sociale contacten kan bijvoorbeeld last krijgen van mentale en fysieke klachten.

Het onderverdelen van de levensloop in verschillende periodes is een sociale constructie. Dit betekent dat het eigenlijk een uitvinding is van een bepaalde cultuur of gemeenschap. Het concept van de kinderjaren kan dus per cultuur verschillend zijn. Wat ook erg veranderlijk is over de wereld heen is het concept van adolescentie. Dit is een recent concept wat pas ontwikkeld is tijdens de industrialisatie van de samenleving.

Binnen de westerse maatschappij worden acht verschillende ontwikkelingsperioden onderscheiden. In tabel 1 kan je het gehele schema zien.

Tabel 1.

 

Leeftijd periode

Belangrijke ontwikkelingen

Prenatale periode; van conceptie tot geboorte

De totstandkoming van organen en structuren, snelle lichamelijke groei, hoge kwetsbaarheid voor omgevingsinvloeden. Vaardigheden om te leren, te onthouden en te reageren op sensorische stimuli zijn in ontwikkeling. De foetus reageert op de stem van de moeder en ontwikkelt een voorkeur voor dit geluid.

Baby- en peutertijd; van nul tot drie jaar.

De hersenen worden meer complex en zijn erg gevoelig voor omgevingsinvloeden. Snelle ontwikkeling van fysieke groei en motorische vaardigheden. Snelle ontwikkeling van begrip en gebruik van gesproken taal. Ontwikkeling van zelfbewustzijn, verschuiving van afhankelijkheid naar autonomie, interesse in leeftijdgenoten en hechting aan de opvoeders.

Vroege kindertijd; van drie tot zes jaar.

De groei is stabiel, fijne en grote motorische vaardigheden verbeteren, fysieke kracht neemt toe. Het denken is wat egocentrisch, besef van perspectief van anderen groeit. Onlogische opvattingen over de wereld vanwege cognitieve onvolwassenheid. Verbetering van geheugen en taal, ontwikkeling van genderidentiteit, meer fantasie in spelen, altruïsme, agressie en gebrek aan angst zijn normaal. De familie is nog steeds het belangrijkste wat betreft het sociale leven.

Midden kindertijd; zes tot elf jaar.

Egocentrisme neemt af, kinderen beginnen logischer en meer concreet te denken. Zelfconcept wordt complexer en beïnvloedt het gevoel van eigenwaarde. Leeftijdgenoten nemen een steeds belangrijkere plaats in. Kracht en atletische vaardigheden nemen toe.

Jong volwassenheid; van twintig tot veertig jaar

Fysieke conditie bereikt het hoogtepunt, waarna het langzaamaan afneemt. Keuze van levensstijl heeft invloed op de gezondheid. Gedachten en morele beoordelingsprocessen nemen toe in complexiteit. Keuze in opleiding. Persoonlijkheidskenmerken zijn redelijk stabiel. De meeste mensen trouwen en krijgen kinderen.

Midden volwassenheid; van veertig tot vijfenzestig jaar

Lichte afname van sensorische vaardigheden, gezondheid en kracht. Bij vrouwen is er de overgang. Mentale vaardigheden bereiken het hoogtepunt. Grote onderlinge verscheidenheid. Kinderen verlaten het ouderlijke huis.

Late volwassenheid; van vijfenzestig en ouder.

 

Gezondheid en fysieke vermogen nemen in het algemeen af. Afname van reactiesnelheid veroorzaakt problemen op verschillende functionele gebieden. Pensioen, er worden meer flexibele strategieën ontwikkeld om te kunnen omgaan met het verlies van functies en de naderende dood.

Welke factoren zijn van invloed op de ontwikkeling?

Vanuit verschillende gebieden wordt de ontwikkeling van ieder mens beïnvloed, hierdoor is iedereen uniek. Sommige kenmerken zijn erfelijk bepaald, andere worden veroorzaakt door de interne en externe omgeving. Wetenschappers voeren al jaren de discussie over wat meer invloed heeft: erfelijkheid (nature) of omgeving (nurture). Tegenwoordig gaat men ervan uit dat beide invloeden even belangrijk zijn. Het rijpingsproces van zowel structuren in de hersenen als het volwassen worden van het lichaam speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling.

Contexten waarin de ontwikkeling plaatsvindt

Er zijn verschillende contexten van ontwikkeling:

  • Familie
  • Socio-Economische Status (SES)
  • Cultuur/Ras/Etniciteit

Het eerste sociale netwerk waar een pasgeborene in terecht komt is de familie. De grootte en samenstelling van het gezin, alsmede de houding ten opzichte van het kind, kunnen van invloed zijn op de ontwikkeling. Twee familievormen die veel voorkomen zijn een kerngezin en een uitgebreide familie. Een kerngezin (nuclear family) is een gezin dat enkel uit de ouders en hun kinderen bestaat. Deze vorm komt het meeste voor in de Westerse samenleving. Een uitgebreide familie (extended family) bestaat uit meerdere generaties. Oorspronkelijk kwam een dergelijke gezinsvorm nauwelijks voor in onze samenleving, maar door een aantal factoren is deze gezinsvorm steeds gebruikelijker. Allereerst huwen mensen op een steeds latere leeftijd dan vroeger. Hierdoor gaan mensen minder snel uit huis. Vervolgens is het aantal immigranten sinds 1970 enorm toegenomen. Deze immigranten nemen hun eigen cultuur mee. Een derde oorzaak is dat mensen steeds ouder worden. Het gezin van herkomst is weer onderdeel van een grotere omgeving, namelijk de buurt en de maatschappij. Daarnaast is ook de socio-economische status van het gezin van belang.

De socio-economische status (SES) bestaat uit het inkomen, opleidingsniveau en beroep van de ouders. Armoede kan indirect gevolgen hebben voor de lichamelijke, cognitieve en psychosociale ontwikkeling van een kind. Kinderen die in armoede leven hebben bijvoorbeeld een vergrote kans om emotionele en gedragsproblemen te ontwikkelen. Daarnaast hebben zij een grotere kans op een verslechterde cognitieve ontwikkeling en slechte schoolprestaties. Dit effect kan direct zijn, maar ook indirect door de impact van de emoties van hun ouders of door de omgeving waarin ze opgroeien. Ook de samenstelling van de buurt waarin kinderen wonen is van invloed, In een omgeving met veel werkloosheid is effectieve sociale steun vaak niet aanwezig. Kinderen van ouders met een hoge SES vormen ook een risicogroep. Het altijd gepusht worden om goed te presteren en alleen gelaten worden door drukke ouders kan leiden tot angst- en stemmingsstoornissen. Het hebben van een lage SES kan ook voordelen hebben, deze gezinnen zijn vaak hechter.

Ten slotte spelen ook cultuur, etniciteit en ras een rol bij de ontwikkeling. Een cultuur is de totale manier van leven van een gemeenschap of groep, inclusief: tradities, normen en waarden, taal. Dit is allemaal aangeleerd en doorgegeven van ouder op kind. Een etnische groep is een groep die verenigd is door voorouders, ras, geloof, taal en natuurlijke oorsprong. Zowel binnen als tussen culturen zijn veel verschillen. Pas sinds de laatste jaren is er meer aandacht voor culturele verschillen in zorgprogramma’s. Door huwelijken tussen twee personen van verschillende culturen of rassen is dit steeds aan verandering onderhevig. Het wel of niet behoren tot de minderheid kan invloed hebben op de ontwikkeling. In feite is ras ook een sociale constructie omdat veel rassen, etniciteiten en culturen tegenwoordig vermengd zijn. Voor het begrip ras is geen wetenschappelijke definitie, noch is het meetbaar. Ondanks dat vormt ras wel een belangrijk onderscheid bij veel wetenschappelijke onderzoeken.

Normatieve en non-normatieve invloeden

Om goed de verschillen tussen ontwikkeling te kunnen begrijpen moeten we kijken naar twee types van normatieve invloed:

  • Normatieve leeftijd gerelateerde invloeden zijn in grote mate gelijk voor mensen in een bepaalde leeftijdsgroep. Hierbij horen zowel rijpingsprocessen (puberteit, menopauze) als sociale gebeurtenissen (naar de middelbare school gaan, kinderen krijgen, met pensioen gaan). De timing van rijpingsprocessen is redelijk goed te voorspellen. De timing van sociale gebeurtenissen is meer flexibel en gevarieerd.
  • Normatieve historie gerelateerde invloeden zijn significante gebeurtenissen die het gedrag en de houding van een complete historische generatie bepalen (bijv. de Tweede Wereldoorlog).

Non-normatieve invloeden zijn ongewone gebeurtenissen die een grote invloed hebben op het leven van een individu. Mensen ontwikkelen vaak hun eigen non-normatieve levensgebeurtenissen door bepaalde keuzes te maken.

Konrad Lorenz (1957) toonde met behulp van onderzoek naar eenden aan dat dieren en mensen beschikken over een predispositie voor leren, wat hij imprinting noemde. Deze predispositie houdt in dat een organisme gedurende een korte kritieke periode in staat is om bepaalde informatie tot zich te nemen. Een kritieke periode is een specifieke tijdsperiode waarin een bepaalde gebeurtenis, of het uitblijven hiervan, van grote invloed kan zijn op de verdere ontwikkeling. Een kritieke periode staat vast en is onomkeerbaar. Een voorbeeld hiervan is het leren van taal. Als een kind op jonge leeftijd, tijdens de kritieke periode, niet blootgesteld wordt aan taal zal het nooit volledig een taal kunnen leren.

Er bestaat veel discussie over kritieke periodes. Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat het biologische en neurologische domein van een organisme erg plastisch is en in staat is om zich continu te hervormen. Hierdoor spreken sommigen liever van gevoelige perioden dan van kritieke perioden.

Wat is de levensduur-ontwikkelingsbenadering?

Baltes e.a. (1987) hebben zes sleutelprincipes ontwikkeld met betrekking tot ontwikkeling van de levensloop:

  1. Ontwikkeling is levenslang.
  2. Ontwikkeling betreft zowel winst als verlies van functies en vaardigheden.
  3. Relatieve invloeden van cultuur of biologie veranderen gedurende de levensloop.
  4. Ontwikkeling betekent een veranderende verdeling van bronnen.
  5. Ontwikkeling laat plasticiteit zien.
  6. Ontwikkeling wordt beïnvloed door de historische en culturele context.

Stampvragen

  • Beschrijf de ontwikkeling van de mens en hoe de studie hierna over de jaren heen zich heeft ontwikkeld.
  • Beschrijf de verschillende domeinen en periodes van de ontwikkeling van de mens.
  • Geef voorbeelden van de invloeden die een mens uniek maakt.
  • Leg de verschillende princiepen van het levensloop perspectief uit.
Voor toegang tot deze pagina kan je inloggen

 

Voor volledige toegang tot deze pagina kan je inloggen

 

Inloggen (als je al bij JoHo bent aangesloten)

   Aansluiten   (voor online toegang tot alle webpagina's)

 

Hoe het werkt

 

Aanmelden bij JoHo

 

 

JoHo: crossroads via de bundel

  Chapters 

Teksten & Informatie

JoHo: paginawijzer

JoHo 'chapter 'pagina

 

Wat vind je op een JoHo 'chapter' pagina?

  •   JoHo chapters zijn tekstblokken en hoofdstukken rond een specifieke vraag of een deelonderwerp

Crossroad: volgen

  • Via een beperkt aantal geselecteerde webpagina's kan je verder reizen op de JoHo website

Crossroad: kiezen

  • Via alle aan het chapter verbonden webpagina's kan je verder lezen in een volgend hoofdstuk of tekstonderdeel.

Footprints: bewaren

  • Je kunt deze pagina bewaren in je persoonlijke lijsten zoals: je eigen paginabundel, je to-do-list, je checklist of bijvoorbeeld je meeneem(pack)lijst. Je vindt jouw persoonlijke  lijsten onderaan vrijwel elke webpagina of op je userpage
  • Dit is een service voor JoHo donateurs en abonnees.

Abonnement: nemen

  • Hier kun je naar de pagina om je aan te sluiten bij JoHo, JoHo te steunen en zelf en volledig gebruik te kunnen maken van alle teksten en tools.

Abonnement: checken

  • Hier vind je wat jouw status is als JoHo donateur of abonnee

Prints: maken

  • Dit is een service voor wie bij JoHo is aangesloten. Wil je een tekst overzichtelijk printen, gebruik dan deze knop.
JoHo: footprint achterlaten