Weigerende observandus - Arrest

Weigerende observandus, HR 9 januari 2001, NJ 2001/112

 
Rechtsregel:

Weigerende observandus. Het hof heeft niet vastgesteld dat de verdachte ten tijde van het feit lijdende was aan een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens. Het oordeel, dat aan de verdachte ook zonder die geestelijke conditie een TBS kan worden opgelegd is onjuist.

 
Casus:

Verdachte heeft bij voorgeleiding bij de RC laten weten dat hij er niet voor voelde om mee te werken aan een onderzoek naar zijn geestvermogens. Ook bij een onderzoek door een psycholoog en psychiater van het Pieter Baan Centrum, bleef de verdachte zijn medewerking weigeren.

 
Hof:

Het hof heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan, alsmede bij de op te leggen maatregel in het bijzonder het volgende overwogen:

Uit het p-v van de voorgeleiding aan de RC blijkt dat verdachte niet wilde meewerken aan een onderzoek naar zijn geestvermogens. Ook bij onderzoek door een psychiater en psycholoog van het PBC bleef hij weigeren. Deze deskundigen wijzen er in hun rapport op dat het voor het onderzoeksteam niet mogelijk is geweest een onderzoek te verrichten naar de geestvermogens van de verdachte ten tijde van het begaan van de tenlastegelegde feiten. Ttz heeft de verdachte wederom aangegeven niet mee te willen werken aan enig onderzoek door gedragsdeskundigen. Dit in aanmerking nemende is het hof van oordeel dat het onverantwoord is te volstaan met het opleggen van een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur. Gelet op de feiten waarvoor verdachte in het verleden is veroordeeld en de feiten waaraan hij thans schuldig wordt bevonden, door welke feiten de algemene veiligheid van personen ernstig in gevaar is gebracht, acht het hof het daarnaast geboden dat verdachte tbs zal worden gesteld ten einde van overheidswege te worden verpleegd.

 
Cassatiemiddel:

Het gerechtshof heeft de maatregel tbs opgelegd zonder dat daarbij aan de voorwaarden is voldaan van de artt. 37 Sr jo 37a Sr, jo 37b Sr, alsmede van art. 5 EVRM. In ieder geval is de oplegging van deze maatregel onbegrijpelijk, althans onvoldoende met redenen omkleed.

 
HR:

Het Hof heeft niet vastgesteld dat bij de verdachte tijdens het begaan van het feit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond. Het in de motivering van het hof besloten liggende oordeel dat aan de verdachte de maatregel van tbs kan worden opgelegd, ook indien voormelde geestelijke conditie niet kan worden vastgesteld, is onjuist.

 

 

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.